1. Plaats de lering van de Bhagavad Gita in het licht van de concepten Dharma en
Karma.
De Bhagavad Gita, een filosofisch en spiritueel hoofdstuk uit het epos de Mahabharata, draait
om het innerlijk conflict van Arjuna, die twijfelt of hij moet strijden tegen zijn verwanten.
Krishna, zijn goddelijke gids, moedigt hem aan om zijn dharma als krijger te vervullen.
Dharma verwijst hier naar de plicht die voortkomt uit iemands positie in het sociale en
kosmische geheel. In Arjuna's geval is dat de krijger-dharma, wat inhoudt dat hij strijd moet
voeren voor gerechtigheid. Swadharma – de persoonlijke plicht – staat hierbij centraal.
Karma, het principe van oorzaak en gevolg op moreel vlak, wordt in de Gita hergeïnterpreteerd:
Krishna leert dat men moet handelen zonder gehechtheid aan het resultaat (nishkama karma).
Wie zijn plicht vervult zonder verlangen naar succes of angst voor falen, verwerft spirituele
zuivering. Dit pad wordt de Karma Yoga genoemd.
De Gita biedt dus een ethisch systeem waarin plichtsbesef, onbaatzuchtig handelen en overgave
aan God (Bhakti) leiden tot moksha (bevrijding). De boodschap blijft relevant: onze
handelingen moeten in harmonie zijn met het grotere geheel, zonder egocentrisch motief.
Samengevat
De Bhagavad Gita biedt een levensvisie waarin Dharma (plicht) en Karma (handeling) niet
tegengesteld zijn, maar elkaar aanvullen. De kernboodschap is dat ware spiritualiteit niet ligt in
wereldvlucht, maar in het toegewijd vervullen van je aardse plichten, zonder gehechtheid aan het
resultaat. Zo wordt het dagelijkse leven een oefening in spirituele toewijding.
, 2. Hoe ziet het Hindoeisme de relatie tussen Atman en Brahman ?
In het Hindoeïsme is Atman de individuele ziel of het innerlijke zelf, terwijl Brahman het
oneindige, universele principe is – het Absolute, allesdoordringend en onpersoonlijk. De kern
van de Vedantische filosofie is: Atman = Brahman. Dit wil zeggen dat het diepste wezen van elk
individu identiek is aan de ultieme werkelijkheid.
Deze visie vinden we vooral in de Upanishads, waar het zelfonderzoek leidt tot het inzicht dat
het eigen wezen niet afgescheiden is van de kosmische totaliteit. De metafoor van een druppel
die oplost in de oceaan wordt vaak gebruikt.
De weg naar deze realisatie is Jnana Yoga – het pad van kennis. Door vidya (kennis) wordt de
illusie van afgescheidenheid doorbroken. De leer van non-dualiteit (advaita) stelt dat de wereld
van verschil en dualiteit slechts een illusie is (maya), en dat alleen Brahman werkelijk is.
Verschillende scholen hebben hierover gediscussieerd:
Advaita Vedanta (Sankara): volledige eenheid van Atman en Brahman.
Vishishtadvaita Vedanta (Ramanuja): eenheid mét onderscheid – Brahman is God
(Vaishnava), en zielen maken deel uit van Zijn lichaam.
Dvaita Vedanta (Madhva): houdt vast aan een dualiteit tussen ziel en God.
Het inzicht in deze eenheid is niet louter theoretisch, maar transformeert de wijze waarop men
in de wereld staat: met compassie, rust en verbondenheid.
, 3. Wat is de rol van een guru en geef een hedendaags voorbeeld uit India.
In het Hindoeïsme is een guru meer dan een leraar: hij of zij is een spirituele gids die de leerling
helpt om door onwetendheid heen te breken en tot bevrijding te komen. De term komt van "gu"
(duisternis) en "ru" (verdrijven). Een ware guru belichaamt de leer, leeft ze voor, en staat
symbool voor de brug tussen de menselijke wereld en het goddelijke.
De relatie tussen leerling en guru is traditioneel heilig. Vooral binnen de Jnana Yoga (kennis),
Bhakti Yoga (devotie) en Tantra is de rol van de guru fundamenteel. De Upanishads spreken
over ‘aan de voeten van de meester zitten’ (upanishad betekent dat letterlijk).
Moderne voorbeelden:
Sri Ramana Maharshi: bekende wijze uit Zuid-India die onderwees via stilte en de vraag
“Who am I?”.
Ammachi (Mata Amritanandamayi): de "hugging saint", wereldwijd gekend voor haar
compassie.
Sadhguru (Jaggi Vasudev): populaire hedendaagse spirituele leraar, stichter van de Isha
Foundation.
Sai Baba: omstreden figuur maar met miljoenen volgelingen wereldwijd.
In moderne contexten krijgt het begrip guru soms ook kritiek, zeker bij misbruik van macht.
Toch blijft de rol van spirituele begeleiding belangrijk binnen het hindoeïstisch denken.