Instructiepsychologie & -technologie: SEM2 (5SP.)
Doelstellingen:
Kennis van de basisbegrippen die binnen de onderwijskunde ten grondslag liggen aan
verschillende visies op leren.
Inzicht in de onderwijskundige vertaling van verschillende visies op leren en dit zowel voor
wat betreft leerinhoud, onderwijsmethode als evaluatie.
Kennis van de basisbegrippen aan de hand waarvan in de onderwijskunde onderwijs en
onderwijzen worden beschreven.
Inzicht in de gelijkenissen en verschillen van verschillende onderwijsbenaderingen.
Kennis van de basisbegrippen die in de onderwijskunde worden gehanteerd om evaluatie
en evalueren te beschrijven.
Inzicht in de rol van evaluatie en de differentiële impact van verschillende
evaluatievormen.
In staat om onderwijskundige basisredeneringen op te bouwen, toe te passen en te
beargumenteren aan de hand van passende begrippen.
In staat om onderwijskundige situaties aan de hand van passende begrippen inzake leren,
onderwijzen en evalueren te analyseren en kritisch te duiden.
In staat om zelfstandig internationale onderwijskundige literatuur te begrijpen en te
duiden.
Inzicht in de relatie tussen empirisch onderzoek en theorievorming binnen de
onderwijskunde.
Evaluatie:
Opdracht: examenstelling 5pt.
Examen: open vragen en gesloten vragen 15pt.
,Instructiepsychologie & -technologie: samenvatting
1. Inleiding: maatschappelijke inbedding van leren en onderwijzen
In de loop van de geschiedenis is de maatschappij in voortdurende verandering: markante
versnelling als “modernisering”: hebben stuk voor stuk hun stempel op het onderwijs
gedrukt:
Rationaliteit
Secularisering
Democratisering
Individualisering
Continue streven naar vernieuwing, verandering en verbetering
Individualisering
Geïndustrialiseerde maatschappij
Belangrijke rol van de wetenschap en technologie
Beheersing van natuur en samenleving door wetenschap en techniek
1.1 Kennisexplosie en verouderde kennis
Huidige maatschappij gekenmerkt door:
Explosie van kennis => nooit tevoren was er zoveel info en werd er zoveel kennis
geproduceerd als nu
Versnelde veroudering van bestaande kennis: door nieuwe inzichten in
verschillende vakgebieden bv. Pluto is geen planeet meer maar een planetoïde
= velen argumenteren dat onderwijs niet moet voorbereiden op maatschappij van vandaag,
maar die van morgen
Dit heeft gevolgen:
Er moeten permanent nieuwe keuzes gemaakt worden
Leraren niet langer gezien als diegene die alles van zijn vakgebieden weet
Mensen moeten op elk moment in staat zijn om snel en efficiënt info te vinden
en kennis en vaardigheden opbouwen voor verschillende situaties
Critici => pleiten voor herwaardering van “kennis” in het onderwijs
Oplossing: niet één van de extreme posities maar goed gebalanceerd en geïntegreerd
kennis- en vaardigheidsgeoriënteerd onderwijs
, 1.2 Informatisering en technologisering
Maatschappij van vandaag ook een kennismaatschappij = samenleving waarin
informatisering, communicatie en kennis elkaar sterk beïnvloeden
Niet per se nieuw, wel nieuwer ten gevolge van de nieuwe technische
mogelijkheden
o Kennismaatschappijen niet langer beperkt tot geografische nabijheid
o Toename mogelijkheden voor bewaren, verdelen en terugvinden van kennis
o Steeds meer nadruk op dat overlevingskans van een maatschappij afhangt van
menselijk kenniskapitaal
1.3 Globalisering, internationalisering, mondialisering
Oorspronkelijke betekenis globalisering = economische globalisering, handelen op grote
schaal en kapitaalstroming op internationaal niveau
Nu door snellere ontwikkelingen ruimere betekenis globalisering = mondiaal dichter bij
elkaar komen van verschillende economieën, maatschappijen en culturen aan het eind van
de 20e eeuw en begin van de 21e eeuw
Veel meer dan voorheen
Voortdurende interactie met andere domeinen: politiek, cultureel, milieu,
gezondheid etc.
1.4 Levenslang en levensbreed leren
Vroeger: leren is iets dat zich grotendeels binnen een bepaalde plaats gedurende een
bepaalde levensfase afspeelt
Europese Raad van Lissabon maart 2000: strategische doelstelling vastgelegd dat de
Europese Unie de meest concurrerende en meest dynamische kennismaatschappij van de
wereld moet worden
Levenslang leren is voor iedereen
Scala aan formele, niet-formele en informele leeractiviteiten
Juni 2002: resolutie over levenslang leren goedgekeurd
1.5 Competentiegericht leren
Toenemende internationalisering van economieën werkt door in de arbeidswereld =>
nieuwe uitdagingen voor de bedrijfswereld
Toename nood aan werknemers met welomschreven algemene en specifieke
startcompetenties
Doelstellingen:
Kennis van de basisbegrippen die binnen de onderwijskunde ten grondslag liggen aan
verschillende visies op leren.
Inzicht in de onderwijskundige vertaling van verschillende visies op leren en dit zowel voor
wat betreft leerinhoud, onderwijsmethode als evaluatie.
Kennis van de basisbegrippen aan de hand waarvan in de onderwijskunde onderwijs en
onderwijzen worden beschreven.
Inzicht in de gelijkenissen en verschillen van verschillende onderwijsbenaderingen.
Kennis van de basisbegrippen die in de onderwijskunde worden gehanteerd om evaluatie
en evalueren te beschrijven.
Inzicht in de rol van evaluatie en de differentiële impact van verschillende
evaluatievormen.
In staat om onderwijskundige basisredeneringen op te bouwen, toe te passen en te
beargumenteren aan de hand van passende begrippen.
In staat om onderwijskundige situaties aan de hand van passende begrippen inzake leren,
onderwijzen en evalueren te analyseren en kritisch te duiden.
In staat om zelfstandig internationale onderwijskundige literatuur te begrijpen en te
duiden.
Inzicht in de relatie tussen empirisch onderzoek en theorievorming binnen de
onderwijskunde.
Evaluatie:
Opdracht: examenstelling 5pt.
Examen: open vragen en gesloten vragen 15pt.
,Instructiepsychologie & -technologie: samenvatting
1. Inleiding: maatschappelijke inbedding van leren en onderwijzen
In de loop van de geschiedenis is de maatschappij in voortdurende verandering: markante
versnelling als “modernisering”: hebben stuk voor stuk hun stempel op het onderwijs
gedrukt:
Rationaliteit
Secularisering
Democratisering
Individualisering
Continue streven naar vernieuwing, verandering en verbetering
Individualisering
Geïndustrialiseerde maatschappij
Belangrijke rol van de wetenschap en technologie
Beheersing van natuur en samenleving door wetenschap en techniek
1.1 Kennisexplosie en verouderde kennis
Huidige maatschappij gekenmerkt door:
Explosie van kennis => nooit tevoren was er zoveel info en werd er zoveel kennis
geproduceerd als nu
Versnelde veroudering van bestaande kennis: door nieuwe inzichten in
verschillende vakgebieden bv. Pluto is geen planeet meer maar een planetoïde
= velen argumenteren dat onderwijs niet moet voorbereiden op maatschappij van vandaag,
maar die van morgen
Dit heeft gevolgen:
Er moeten permanent nieuwe keuzes gemaakt worden
Leraren niet langer gezien als diegene die alles van zijn vakgebieden weet
Mensen moeten op elk moment in staat zijn om snel en efficiënt info te vinden
en kennis en vaardigheden opbouwen voor verschillende situaties
Critici => pleiten voor herwaardering van “kennis” in het onderwijs
Oplossing: niet één van de extreme posities maar goed gebalanceerd en geïntegreerd
kennis- en vaardigheidsgeoriënteerd onderwijs
, 1.2 Informatisering en technologisering
Maatschappij van vandaag ook een kennismaatschappij = samenleving waarin
informatisering, communicatie en kennis elkaar sterk beïnvloeden
Niet per se nieuw, wel nieuwer ten gevolge van de nieuwe technische
mogelijkheden
o Kennismaatschappijen niet langer beperkt tot geografische nabijheid
o Toename mogelijkheden voor bewaren, verdelen en terugvinden van kennis
o Steeds meer nadruk op dat overlevingskans van een maatschappij afhangt van
menselijk kenniskapitaal
1.3 Globalisering, internationalisering, mondialisering
Oorspronkelijke betekenis globalisering = economische globalisering, handelen op grote
schaal en kapitaalstroming op internationaal niveau
Nu door snellere ontwikkelingen ruimere betekenis globalisering = mondiaal dichter bij
elkaar komen van verschillende economieën, maatschappijen en culturen aan het eind van
de 20e eeuw en begin van de 21e eeuw
Veel meer dan voorheen
Voortdurende interactie met andere domeinen: politiek, cultureel, milieu,
gezondheid etc.
1.4 Levenslang en levensbreed leren
Vroeger: leren is iets dat zich grotendeels binnen een bepaalde plaats gedurende een
bepaalde levensfase afspeelt
Europese Raad van Lissabon maart 2000: strategische doelstelling vastgelegd dat de
Europese Unie de meest concurrerende en meest dynamische kennismaatschappij van de
wereld moet worden
Levenslang leren is voor iedereen
Scala aan formele, niet-formele en informele leeractiviteiten
Juni 2002: resolutie over levenslang leren goedgekeurd
1.5 Competentiegericht leren
Toenemende internationalisering van economieën werkt door in de arbeidswereld =>
nieuwe uitdagingen voor de bedrijfswereld
Toename nood aan werknemers met welomschreven algemene en specifieke
startcompetenties