Module 5 leerdoelen
uitwerkingen
Inhoud
Les 2.6.....................................................................................................................................................2
benoemen welke psychische functies er zijn; ....................................................................................2
benoemen welke psychische functiestoornissen er zijn; ...................................................................4
de verschillende groepen stoornissen binnen de psychiatrie indelen volgens de DSM 5 ..................5
Les 2.18...................................................................................................................................................6
benoemen wat de verschillende aspecten van angst zijn;......................................................................6
benoemen welke angststoornissen er zijn volgens DSM 5, en wat de uitlokkende factoren hiervan zijn;
................................................................................................................................................................6
benoemen wat de (niet-)medicamenteuze behandeling is van angststoornissen..................................7
Uitleggen wat een verstandelijke beperking (VB) is en wat oorzaken zijn van een VB......................10
Beschrijven op welke manier verstandelijke beperkingen vaak worden ingedeeld..........................10
Benoemen welke medische aspecten de zorg voor mensen met een VB zo bijzonder maakt..........10
Les 2.29.................................................................................................................................................12
Uitleggen wat persoonlijkheid is;......................................................................................................12
de persoonlijkheidsstoornissen indelen volgens de DSM 5;.............................................................12
benoemen welke factoren een rol spelen bij het ontstaan en instandhouden van
persoonlijkheidsstoornissen.............................................................................................................13
Les 2.39.................................................................................................................................................14
Uitleggen wat een psychose is..........................................................................................................14
De psychotische stoornissen indelen volgens de DSM 5;..................................................................15
Benoemen wat de oorzaken, de behandeling en het voorkomen van psychotische stoornissen zijn.
..........................................................................................................................................................15
Les 2.45.................................................................................................................................................18
De symptomen van de verschillende stemmingsstoornissen bij een zorgvrager herkennen (met
behulp van indeling volgens DSM-5).................................................................................................18
Benoemen welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van stemmingsstoornissen;..................22
Benoemen welke behandelingsmogelijkheden er zijn bij stemmingsstoornissen............................23
,Les 2.6
benoemen welke psychische functies er zijn;
Psychische functies en stoornissen:
1. Cognitieve functies – denken
2. Affectieve functies – voelen
3. Conatieve functies – willen en doen
Cognitieve functies;
Het begrip cognitieve functies omvat zowel de globale hersenfuncties van het bewustzijn de aandacht
en de oriëntatie, als ook de meer specifieke cognitieve functies van het intellect, het geheugen, de
waarneming en het denken.
- Bewustzijn – besef van zelf en omgeving: helder en aanspreekbaar
Stoornis: verlaagd (hersenschade) of verhoogd bewustzijn (manie/drugs), wisselend (delier)
- Aandacht – Selectieve (re)actie naar een situatie
Stoornis: verhoogde (angst) en verminderde aandacht (depressie)
- Oriëntatie – plaatsing in ruimte, tijd, persoon en t.o.v andere mensen
Stoornis: desoriëntatie (hersenschade, psychose)
, Affectieve functies – Bevatten alle kort- of langdurige emoties, gemoedstoestanden en gevoelens,
voor zover de laatste de laatste niet van zintuigelijke origine zijn
uitwerkingen
Inhoud
Les 2.6.....................................................................................................................................................2
benoemen welke psychische functies er zijn; ....................................................................................2
benoemen welke psychische functiestoornissen er zijn; ...................................................................4
de verschillende groepen stoornissen binnen de psychiatrie indelen volgens de DSM 5 ..................5
Les 2.18...................................................................................................................................................6
benoemen wat de verschillende aspecten van angst zijn;......................................................................6
benoemen welke angststoornissen er zijn volgens DSM 5, en wat de uitlokkende factoren hiervan zijn;
................................................................................................................................................................6
benoemen wat de (niet-)medicamenteuze behandeling is van angststoornissen..................................7
Uitleggen wat een verstandelijke beperking (VB) is en wat oorzaken zijn van een VB......................10
Beschrijven op welke manier verstandelijke beperkingen vaak worden ingedeeld..........................10
Benoemen welke medische aspecten de zorg voor mensen met een VB zo bijzonder maakt..........10
Les 2.29.................................................................................................................................................12
Uitleggen wat persoonlijkheid is;......................................................................................................12
de persoonlijkheidsstoornissen indelen volgens de DSM 5;.............................................................12
benoemen welke factoren een rol spelen bij het ontstaan en instandhouden van
persoonlijkheidsstoornissen.............................................................................................................13
Les 2.39.................................................................................................................................................14
Uitleggen wat een psychose is..........................................................................................................14
De psychotische stoornissen indelen volgens de DSM 5;..................................................................15
Benoemen wat de oorzaken, de behandeling en het voorkomen van psychotische stoornissen zijn.
..........................................................................................................................................................15
Les 2.45.................................................................................................................................................18
De symptomen van de verschillende stemmingsstoornissen bij een zorgvrager herkennen (met
behulp van indeling volgens DSM-5).................................................................................................18
Benoemen welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van stemmingsstoornissen;..................22
Benoemen welke behandelingsmogelijkheden er zijn bij stemmingsstoornissen............................23
,Les 2.6
benoemen welke psychische functies er zijn;
Psychische functies en stoornissen:
1. Cognitieve functies – denken
2. Affectieve functies – voelen
3. Conatieve functies – willen en doen
Cognitieve functies;
Het begrip cognitieve functies omvat zowel de globale hersenfuncties van het bewustzijn de aandacht
en de oriëntatie, als ook de meer specifieke cognitieve functies van het intellect, het geheugen, de
waarneming en het denken.
- Bewustzijn – besef van zelf en omgeving: helder en aanspreekbaar
Stoornis: verlaagd (hersenschade) of verhoogd bewustzijn (manie/drugs), wisselend (delier)
- Aandacht – Selectieve (re)actie naar een situatie
Stoornis: verhoogde (angst) en verminderde aandacht (depressie)
- Oriëntatie – plaatsing in ruimte, tijd, persoon en t.o.v andere mensen
Stoornis: desoriëntatie (hersenschade, psychose)
, Affectieve functies – Bevatten alle kort- of langdurige emoties, gemoedstoestanden en gevoelens,
voor zover de laatste de laatste niet van zintuigelijke origine zijn
