Hoorcolleges
Bouw & Bewegen
Inleiding cursus en snijzaal/TBS
Aantekeningen, zie schrift
Inleiding concepten anatomie
Aantekeningen, zie schrift
www.anatomicalterms.info
Anatomische stand= verhouding ten opzichte van iets anders, beschrijft altijd iets vanuit de
anatomische stand. Duimen naar buiten.
Lichaamsdoorsneden:
- Frontale of coronale doorsnede= doorsnede dwars door het lichaam (lichaam
doorgesneden in een voor- en achterkant, diagonaal)
- Sagittale doorsnede= doorsnede dwars door het lichaam (lichaam doorgesneden in
een rechter- en linkerkant, verticaal)
- Transversale doorsnede= doorsnede dwars door het lichaam (lichaam doorgesneden
in een romp en benen bv, horizontaal)
Lichaamsvlakken:
- Frontale vlak staat loodrecht op de sagittale as
- Sagittale vlak staat loodrecht op de transversale as
- Transversale vlak staat loodrecht op longitudinale as
Lichaamsassen:
- Transversale as= retroversie is beweging naar achter, anteversie is een beweging
naar voren
- Sagittale as= abductie naar de as toe, adductie van de as af
- Longitudinale as= exorotatie is van de as af, endorotatie is naar de as toe
Overzicht van een aantal bewegingen:
- Flexie= buigen (anteflexie, anteversie, palmair- en plantairflexie)
- Extensie= strekken (retroflexie, retroversie)
Dorsiflexie= het naar boven aanspannen van de
enkel
Plantairflexie= het naar beneden strekken van de
enkel
Inversie= het naar binnen draaien van de voet
Eversie= het naar buiten draaien van de voet
Abductie= het naar binnen draaien van de hand
Adductie= het naar buiten draaien van de hand
,Elevatie= het naar boven trekken van de schouder
Detractie= het naar beneden trekken van de schouder
Retractie= het naar zich toe trekken van de schouder
Protractie= het van zich aftrekken van de schouder
Oppositie van de duim= het brengen van de duim naar de middel/wijsvinger
Ziektebeelden gewrichten
Artrose is de meest voorkomende aandoening bij gewrichtspijn (=slijtage van gewrichten)
Niet-inflammatoire pijn= startstijfheid, klachten nemen toe bij bewegen, middag en avond
Inflammatoire pijn= langdurige ochtendstijfheid, klachten nemen af met bewegen, nacht en
ochtend, algemene verschijnselen, huidmanifestaties
Monoartritis Assymetrisch polyartritis Symmetrische polyartritis
Jicht Reactieve artritis= Reumatiode artritis= komt
ontsteking die ontstaat als veel in kleine gewrichten
reactie op een ontsteking voor
elkders in het lichaam,
immunologische reactie
Bacteriele artritis Spondylitis ankylopoetica= SLE
ontsteking van
facetgewrichten in de rug
Artrose Artritis psoraiactica Syndroom van Sjörgen
Artritis bij Crohn/colitis
ulcerosa
Anatomie: pees/spier, kapsel/gewricht, bursa, uitstralend vanuit het orgaan
Lichamelijk onderzoek= niet alleen orgaangericht kijken, probeer een compleet beeld op te
stellen
- Algemeen= temperatuur, pols, bloeddruk, algemene indruk patiënt
- Bewegingsapparaat= inspectie, bewegingsonderzoek, palpatie, speciale tests
- Huid
- Overig= cardiovasculair, longen, abdomen
Bacteriële artritis:
- Rood gezwollen gewricht met koorts en erg ziek zijn
- Andere alarmsignalen
- Hevige pijn
- Gewichtsverlies
- Gewrichten niet kunnen belasten
, Anatomie gewrichten
- Soorten gewrichten= functionele en anatomische indeling
- Synoviale gewrichten bovenste extremiteit= schouder, elleboog, pols en
vingergewrichten
- Synoviale gewrichten onderste extremiteit= heup, knie, enkel en voetgewrichten
Synarthrosis= geen beweging
Amphiarthriosis= weinig beweging
Anatomische classificatie:
- Fibrous joints= bindweefselverbindingen (sutura en syndesmosis)
- Cartilaginous joints= kraakbeenverbinding (synchondrose, kraakbeenplaat en
symphysis, kraakbeendiscus)
- Synovial Joints= synoviale gewrichten (capsula articularis, cavitas articularis en
gewrichtsvlakken)
Synchondrosen zijn kraakbeenverbindingen.
Synoviale gewrichten= kenmerkend is een gewrichtskapsel en gewrichtsholte, bekleed met
synoviaal membraan. Oppervlakten zijn bekleed met kraakbeen voor een soepele beweging.
Monoaxiaal= gewricht beweegt over 1 as
Diaxiaal= gewricht beweegt over 2 assen
Triaxiaal= gewricht beweegt over 3 assen
Functie synoviale vloeistof:
- Smeersel van het gewicht
- Schokabsorptie
- Draagt bij aan voeding van het gewricht
Accesoires van het gewricht:
- Kraakbeen= schokdemping
- Fat pads= dienen als kussentje
- Ligamenten= bindweefsel dat het gewricht stabiliseert
- Pezen= stabiliteit en beweging
- Bursae= kussentjes gevuld met slijm.
Soorten synoviale gewrichten:
- Scharniergewricht (elleboog, vingerkootje)
- Rolgewricht
- Zadelgewricht (duim)
- Ei/ellipsoïd gewricht
- Bol gewricht (heup en schouder)
- Vlak gewricht
Bouw & Bewegen
Inleiding cursus en snijzaal/TBS
Aantekeningen, zie schrift
Inleiding concepten anatomie
Aantekeningen, zie schrift
www.anatomicalterms.info
Anatomische stand= verhouding ten opzichte van iets anders, beschrijft altijd iets vanuit de
anatomische stand. Duimen naar buiten.
Lichaamsdoorsneden:
- Frontale of coronale doorsnede= doorsnede dwars door het lichaam (lichaam
doorgesneden in een voor- en achterkant, diagonaal)
- Sagittale doorsnede= doorsnede dwars door het lichaam (lichaam doorgesneden in
een rechter- en linkerkant, verticaal)
- Transversale doorsnede= doorsnede dwars door het lichaam (lichaam doorgesneden
in een romp en benen bv, horizontaal)
Lichaamsvlakken:
- Frontale vlak staat loodrecht op de sagittale as
- Sagittale vlak staat loodrecht op de transversale as
- Transversale vlak staat loodrecht op longitudinale as
Lichaamsassen:
- Transversale as= retroversie is beweging naar achter, anteversie is een beweging
naar voren
- Sagittale as= abductie naar de as toe, adductie van de as af
- Longitudinale as= exorotatie is van de as af, endorotatie is naar de as toe
Overzicht van een aantal bewegingen:
- Flexie= buigen (anteflexie, anteversie, palmair- en plantairflexie)
- Extensie= strekken (retroflexie, retroversie)
Dorsiflexie= het naar boven aanspannen van de
enkel
Plantairflexie= het naar beneden strekken van de
enkel
Inversie= het naar binnen draaien van de voet
Eversie= het naar buiten draaien van de voet
Abductie= het naar binnen draaien van de hand
Adductie= het naar buiten draaien van de hand
,Elevatie= het naar boven trekken van de schouder
Detractie= het naar beneden trekken van de schouder
Retractie= het naar zich toe trekken van de schouder
Protractie= het van zich aftrekken van de schouder
Oppositie van de duim= het brengen van de duim naar de middel/wijsvinger
Ziektebeelden gewrichten
Artrose is de meest voorkomende aandoening bij gewrichtspijn (=slijtage van gewrichten)
Niet-inflammatoire pijn= startstijfheid, klachten nemen toe bij bewegen, middag en avond
Inflammatoire pijn= langdurige ochtendstijfheid, klachten nemen af met bewegen, nacht en
ochtend, algemene verschijnselen, huidmanifestaties
Monoartritis Assymetrisch polyartritis Symmetrische polyartritis
Jicht Reactieve artritis= Reumatiode artritis= komt
ontsteking die ontstaat als veel in kleine gewrichten
reactie op een ontsteking voor
elkders in het lichaam,
immunologische reactie
Bacteriele artritis Spondylitis ankylopoetica= SLE
ontsteking van
facetgewrichten in de rug
Artrose Artritis psoraiactica Syndroom van Sjörgen
Artritis bij Crohn/colitis
ulcerosa
Anatomie: pees/spier, kapsel/gewricht, bursa, uitstralend vanuit het orgaan
Lichamelijk onderzoek= niet alleen orgaangericht kijken, probeer een compleet beeld op te
stellen
- Algemeen= temperatuur, pols, bloeddruk, algemene indruk patiënt
- Bewegingsapparaat= inspectie, bewegingsonderzoek, palpatie, speciale tests
- Huid
- Overig= cardiovasculair, longen, abdomen
Bacteriële artritis:
- Rood gezwollen gewricht met koorts en erg ziek zijn
- Andere alarmsignalen
- Hevige pijn
- Gewichtsverlies
- Gewrichten niet kunnen belasten
, Anatomie gewrichten
- Soorten gewrichten= functionele en anatomische indeling
- Synoviale gewrichten bovenste extremiteit= schouder, elleboog, pols en
vingergewrichten
- Synoviale gewrichten onderste extremiteit= heup, knie, enkel en voetgewrichten
Synarthrosis= geen beweging
Amphiarthriosis= weinig beweging
Anatomische classificatie:
- Fibrous joints= bindweefselverbindingen (sutura en syndesmosis)
- Cartilaginous joints= kraakbeenverbinding (synchondrose, kraakbeenplaat en
symphysis, kraakbeendiscus)
- Synovial Joints= synoviale gewrichten (capsula articularis, cavitas articularis en
gewrichtsvlakken)
Synchondrosen zijn kraakbeenverbindingen.
Synoviale gewrichten= kenmerkend is een gewrichtskapsel en gewrichtsholte, bekleed met
synoviaal membraan. Oppervlakten zijn bekleed met kraakbeen voor een soepele beweging.
Monoaxiaal= gewricht beweegt over 1 as
Diaxiaal= gewricht beweegt over 2 assen
Triaxiaal= gewricht beweegt over 3 assen
Functie synoviale vloeistof:
- Smeersel van het gewicht
- Schokabsorptie
- Draagt bij aan voeding van het gewricht
Accesoires van het gewricht:
- Kraakbeen= schokdemping
- Fat pads= dienen als kussentje
- Ligamenten= bindweefsel dat het gewricht stabiliseert
- Pezen= stabiliteit en beweging
- Bursae= kussentjes gevuld met slijm.
Soorten synoviale gewrichten:
- Scharniergewricht (elleboog, vingerkootje)
- Rolgewricht
- Zadelgewricht (duim)
- Ei/ellipsoïd gewricht
- Bol gewricht (heup en schouder)
- Vlak gewricht