Skills
Les 2: Plannen & doelstellingen
1. 1. Wat is het verschil tussen missie en visie?
Antwoord: Missie is de bestaansreden van de organisatie. Visie is de toekomstvisie of
ambitie.
2. 2. Wat betekent strategisch plannen?
Antwoord: Langetermijnplanning op organisatieniveau, gebaseerd op missie en visie.
3. 3. Wat is een SMART-doelstelling?
Antwoord: Een doelstelling die Specifiek, Meetbaar, Acceptabel/Activerend, Realistisch en
Tijdsgebonden is.
4. 4. Waarom zijn SMART-doelstellingen belangrijk?
Antwoord: Ze maken duidelijk wat, hoe en wanneer iets bereikt moet worden, en zijn
motiverend.
5. 5. Wat is een operationeel plan?
Antwoord: Een concreet plan voor korte termijn dat strategische doelstellingen omzet in
actie.
6. 6. Wat is een SWOT-analyse?
Antwoord: Analyse van sterktes, zwaktes (intern), kansen en bedreigingen (extern).
7. 7. Wat is een PESTLE-analyse?
,Antwoord: Analyse van externe factoren: Politiek, Economisch, Sociaal, Technologisch,
Legaal, Ecologisch.
8. 8. Wat is een hiërarchie van plannen?
Antwoord: Strategisch → tactisch → operationeel. Hogere plannen bepalen de richting voor
de lagere.
9. 9. Wat betekent 'management by objectives'?
Antwoord: Medewerkers krijgen duidelijke doelen en worden geëvalueerd op het behalen
ervan.
10. 10. Wat zijn voordelen van plannen?
Antwoord: Duidelijke richting, betere coördinatie, controle, verminderen onzekerheid.
11. 11. Wat is het verschil tussen strategisch en operationeel doel?
Antwoord: Strategisch = lange termijn, abstract. Operationeel = concreet, korte termijn.
12. 12. Hoe formuleer je een SMART-doel: voorbeeld?
Antwoord: Binnen 3 maanden het aantal klanten met 10% verhogen via online campagnes.
13. 13. Waarom moeten doelstellingen realistisch zijn?
Antwoord: Onrealistische doelen werken demotiverend en veroorzaken stress.
14. 14. Wat betekent 'acceptabel' in SMART?
Antwoord: De doelstelling moet gedragen worden door wie hem moet realiseren.
15. 15. Wat is het nut van tussentijdse mijlpalen?
, Antwoord: Ze helpen opvolgen of je op schema zit en geven motivatie op korte termijn.
16. 16. Wat is een strategisch doel?
Antwoord: Een abstract langetermijndoel van de organisatie (bv. marktaandeel verhogen).
17. 17. Hoe helpt feedback bij plannen?
Antwoord: Feedback toont of je plan werkt, en helpt bijsturen waar nodig.
18. 18. Wat is een afdelingsplan?
Antwoord: Een plan dat de visie en strategie van de organisatie vertaalt naar concrete acties
op afdelingsniveau.
19. 19. Hoe communiceer je een plan als manager?
Antwoord: Motiverend, duidelijk en met betrokkenheid: talk the talk & walk the talk.
20. 20. Wat gebeurt er als er geen plan is?
Antwoord: Gebrek aan richting, slechte coördinatie, demotivatie, moeilijk meten van
resultaten.
Les 4: Organiseren deel 2: omgaan met stress en tijd
21. 1. Wat is het verschil tussen stress en werkdruk?
Antwoord: Werkdruk is objectief; stress is de subjectieve reactie op werkdruk.
22. 2. Wat is positieve stress?
Antwoord: Korte, motiverende spanning die prestaties verhoogt en geen schade
veroorzaakt.