Week 8 OVV-2
HC Palliatieve chemo
Prostaatcarcinoom
- mCRPC= gemetastaseerd resistent prostaatcarcinoom
- Castratieresistent= geen reactie meer op behandelingen van uroloog
- Doelen behandeling:
o Verbetering ziektevrije overleving (PFS)
o Verbetering overall survival (OS)
o Uitstellen ziekte-gerelateerde symptomen
- Overleving over de jaren verbetert
- Etniciteit en incidentie/ mortaliteit
o Afrika-Amerikaanse vooral (mogelijk door hogere inflammatie, genetische oorzaak)
o Mannen
o 10% prostaatkankers heeft een genetische oorzaak
o Leefstijl zou een rol kunnen spelen
o Niet een duidelijke oorzaak waarom de een het krijg en de ander niet
Chemotherapie
- Tot 2004 geen standaard chemotherapie; geen overlevingswinst in studies
- Wel werd soms activiteit gezien van:
o Mitoxantrone, estramustine, etoposide, paclitaxel, docetaxel, doxorubicin,
vinblastine
- Van de taxusboom kun je docetaxel:
o Werking: stabilisatie microtubuli
o ???????
- De behandeling van mCRPC (2004): docetaxel (chemo, behandel je prostaatcarcinoom zelf, 6-
8 weken langere overleving)
o Bisfosfonaten: elke maand in een infuus geven, skelet gerelateerde events uitstellen
(minder pijn en minder snelle achteruitgang)
o Bij geen reactie op docetaxel >> cabazitaxel
- Immunotherapie is nog in onderzoek hoe dit het beste ingezet kan worden
- Radium-223= ingezet bij botmetastasen (werkt alleen bij metastasen in het bot)
- Patiëntengroep is heterogeen, behandeling verschilt dus ook per patiënt
o Wel of geen metastasen, pijn hiervan, mutatie, verschil in performance status
Performance status
- Belangrijk in keus bij behandeling
o Bij 0-1 > kan behandeld worden
o 3-4 > vaak geen behandeling (patiënt kan het niet aan en patiënt profiteert niet van
de behandeling)
- 0= asymptomatisch
o Kan alles doen zoals voor ziekte, geen beperkingen
- 1= symptomatisch maar volledig mobiel
o In staat lichte werkzaamheden te verrichten
o Beperkt in fysieke zware activiteiten maar mobiel
- 2= symptomatisch, <50% in bed overdag
o In staat tot zelfverzorging maar in staat werkzaamheden te verrichten
Indeling prostaatkanker
, - PSA-waarde= stijgt bij toenemen ziekte
- T= tumor
o 1= vaak nog niet te zien
o 4= doorgegroeid naar omliggende structuren
- N= lymfklieren
o 0= geen lymfklieren
o 1= wel
- Gleason-score= zegt iets over kwaadaardigheidsgraad van de prostaat onder de microscoop
o Patholoog kijkt naar welke cellen hij het meeste ziet
o Hoe hoger het getal > hoe kwaadaardiger de prostaatkanker
o Stadium 4= uitgebreid op afstand gemetastaseerd (meestal in het bot voor
prostaatkanker, soms in lever/longen)
Metastasen: skeletscintiegrafie en CT-scan
- Vooral monitoring op basis van PSA
o Aangemaakt door prostaatkankercellen
o Bij stijgen > botscan
- Botscan: kijken naar metastasen in het bot
- CT-scan: om te kijken of het ook in de organen zit
o Zwarte vlekken > verdacht voor uitzaaiingen
- Laatste jaren nieuw: PSMA-PET
o Veel gevoeliger dan een botscan
o Nucleair onderzoek met stralingen
Progressie na castratie: CRPC
- Castratieresistent prostaatcarcinoom= patiënt heeft een onderdrukt testosteron maar toch
een stijging van het PSA
o Of uit zich in de vorm van botmetastasen, of plotseling ernstige pijn, of klachten van
long- of levermetastasen (of lymfkliermetastasen)
Longmetastasen vaak asymptomatisch
- Voorwaarden CRPC:
o Onderdrukt testosteron (< 50 ng/ml)
Dan ga je naar de oncoloog
o In hypothalamus wordt LnRH gemaakt > LH > in testikels aanmaak testosteron (ook
wat testostonproductie in de bijnier)
Behandeling
- Afhankelijk stadium, leeftijd en klachten
o Stadium 1-4a: uroloog en radiotherapeut
Watchful waiting
Lokaal: bestralen/ opereren/ brachytherapie (inwendig in prostaat
bestraling)
o Stadium 4b: medisch oncoloog
Palliatieve systeemtherapie
Principes palliatieve systeemtherapie
- Alleen ‘fitte’ patiënten: WHO 0-1-2 (bij 2 wel kijken of het haalbaar is)
o Hierbij ook kijken naar wat de leeftijd is
- Kwaliteit van leven gaat boven kwantiteit
- Liefst monotherapie, liever geen duo-therapie, geen triple-therapie
HC Palliatieve chemo
Prostaatcarcinoom
- mCRPC= gemetastaseerd resistent prostaatcarcinoom
- Castratieresistent= geen reactie meer op behandelingen van uroloog
- Doelen behandeling:
o Verbetering ziektevrije overleving (PFS)
o Verbetering overall survival (OS)
o Uitstellen ziekte-gerelateerde symptomen
- Overleving over de jaren verbetert
- Etniciteit en incidentie/ mortaliteit
o Afrika-Amerikaanse vooral (mogelijk door hogere inflammatie, genetische oorzaak)
o Mannen
o 10% prostaatkankers heeft een genetische oorzaak
o Leefstijl zou een rol kunnen spelen
o Niet een duidelijke oorzaak waarom de een het krijg en de ander niet
Chemotherapie
- Tot 2004 geen standaard chemotherapie; geen overlevingswinst in studies
- Wel werd soms activiteit gezien van:
o Mitoxantrone, estramustine, etoposide, paclitaxel, docetaxel, doxorubicin,
vinblastine
- Van de taxusboom kun je docetaxel:
o Werking: stabilisatie microtubuli
o ???????
- De behandeling van mCRPC (2004): docetaxel (chemo, behandel je prostaatcarcinoom zelf, 6-
8 weken langere overleving)
o Bisfosfonaten: elke maand in een infuus geven, skelet gerelateerde events uitstellen
(minder pijn en minder snelle achteruitgang)
o Bij geen reactie op docetaxel >> cabazitaxel
- Immunotherapie is nog in onderzoek hoe dit het beste ingezet kan worden
- Radium-223= ingezet bij botmetastasen (werkt alleen bij metastasen in het bot)
- Patiëntengroep is heterogeen, behandeling verschilt dus ook per patiënt
o Wel of geen metastasen, pijn hiervan, mutatie, verschil in performance status
Performance status
- Belangrijk in keus bij behandeling
o Bij 0-1 > kan behandeld worden
o 3-4 > vaak geen behandeling (patiënt kan het niet aan en patiënt profiteert niet van
de behandeling)
- 0= asymptomatisch
o Kan alles doen zoals voor ziekte, geen beperkingen
- 1= symptomatisch maar volledig mobiel
o In staat lichte werkzaamheden te verrichten
o Beperkt in fysieke zware activiteiten maar mobiel
- 2= symptomatisch, <50% in bed overdag
o In staat tot zelfverzorging maar in staat werkzaamheden te verrichten
Indeling prostaatkanker
, - PSA-waarde= stijgt bij toenemen ziekte
- T= tumor
o 1= vaak nog niet te zien
o 4= doorgegroeid naar omliggende structuren
- N= lymfklieren
o 0= geen lymfklieren
o 1= wel
- Gleason-score= zegt iets over kwaadaardigheidsgraad van de prostaat onder de microscoop
o Patholoog kijkt naar welke cellen hij het meeste ziet
o Hoe hoger het getal > hoe kwaadaardiger de prostaatkanker
o Stadium 4= uitgebreid op afstand gemetastaseerd (meestal in het bot voor
prostaatkanker, soms in lever/longen)
Metastasen: skeletscintiegrafie en CT-scan
- Vooral monitoring op basis van PSA
o Aangemaakt door prostaatkankercellen
o Bij stijgen > botscan
- Botscan: kijken naar metastasen in het bot
- CT-scan: om te kijken of het ook in de organen zit
o Zwarte vlekken > verdacht voor uitzaaiingen
- Laatste jaren nieuw: PSMA-PET
o Veel gevoeliger dan een botscan
o Nucleair onderzoek met stralingen
Progressie na castratie: CRPC
- Castratieresistent prostaatcarcinoom= patiënt heeft een onderdrukt testosteron maar toch
een stijging van het PSA
o Of uit zich in de vorm van botmetastasen, of plotseling ernstige pijn, of klachten van
long- of levermetastasen (of lymfkliermetastasen)
Longmetastasen vaak asymptomatisch
- Voorwaarden CRPC:
o Onderdrukt testosteron (< 50 ng/ml)
Dan ga je naar de oncoloog
o In hypothalamus wordt LnRH gemaakt > LH > in testikels aanmaak testosteron (ook
wat testostonproductie in de bijnier)
Behandeling
- Afhankelijk stadium, leeftijd en klachten
o Stadium 1-4a: uroloog en radiotherapeut
Watchful waiting
Lokaal: bestralen/ opereren/ brachytherapie (inwendig in prostaat
bestraling)
o Stadium 4b: medisch oncoloog
Palliatieve systeemtherapie
Principes palliatieve systeemtherapie
- Alleen ‘fitte’ patiënten: WHO 0-1-2 (bij 2 wel kijken of het haalbaar is)
o Hierbij ook kijken naar wat de leeftijd is
- Kwaliteit van leven gaat boven kwantiteit
- Liefst monotherapie, liever geen duo-therapie, geen triple-therapie