Lector: Henk Damme AJ: 2024 –
2025
INHOUD
1. De Vennootschapsbelasting
1.1. H1: Wie is onderworpen
1.2. H2: Krachtlijnen
1.3. H3: KMO-vennootschap
1.4. H4: De belastbare inkomsten
1.5. H5: De beroepskosten
1.6. H6: De kapitaalloze vennootschap
1.7. H7: De in principe belastbare winst
1.7.1. De gereserveerde winst
1.7.2. Verworpen uitgaven
1.7.3. Vergoeding van het kapitaal
1.8. H8: Bepaling van de belastbare winst
1.9. H9: Berekening van de belasting
2. Personenbelasting (deel 2 – aangifte)
2.1. Hoofdstuk 1: Bezoldiging bedrijfsleiders (Vak XVI)
2.2. Hoofdstuk 2: Winsten (Vak XVII)
2.3. Hoofdstuk 3: Baten (Vak XVIII)
2.4. Hoofdstuk 4: Meewerkende echtgenoot (Vak XX)
2.5. Hoofdstuk 5: Voorafbetalingen (Vak XII)
3. Belasting over de toegevoegde waarde (btw)
3.1. Hoofdstuk 1: Invoering btw
3.2. Hoofdstuk 2: Btw-belastingplichtigen
3.3. Hoofdstuk 3: Belastbare handelingen
3.4. Hoofdstuk 4: Maatstaf van heffing
3.5. Hoofdstuk 5: Btw-tarieven
3.6. Hoofdstuk 6: Vrijstellingen
3.7. Hoofdstuk 7: Recht op aftrek van voorbelasting
3.8. Hoofdstuk 8: Herzieningen
3.9. Hoofdstuk 9: Teruggave van btw
3.10 Hoofdstuk 10: Voldoening van de belasting
1
,1. DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
ALGEMEEN
Leerstof, wetgeving en oefeningen: aanslagjaar 2025 (boekjaar afgesloten op 31/12/2024 of in de loop van 2025)
Voorbeelden, oefeningen, examen: boekjaar = kalenderjaar 2024
We gebruiken (net zoals in het boek) de oude aangifte van aanslagjaar 2024 (de nieuwe aangifte wordt gepubliceerd in het
voorjaar van 2025)
De PowerPoint primeert, het handboek is aanvullend
WIB 92 (WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN)
TITEL III : Vennootschapsbelasting
H1: Aan de belasting onderworpen vennootschappen
art. 179 – 182
H2: Grondslag van de belasting
art. 183 – 214bis
H3: Berekening van de belasting
art. 215 – 219quinquies
+ TITEL II : Personenbelasting
H2, Afdeling IV: Beroepsinkomen
art. 23 – 89 (artikels m.b.t. winsten)
OVERZICHT LEERSTOF (PPT EN HANDBOEK)
H1: Wie is onderworpen
H2: Krachtlijnen
H3: KMO-vennootschap Inleidende hoofdstukken
H4: De belastbare inkomsten
H5: De beroepskosten
H6: De kapitaalloze vennootschap
H7: De in principe belastbare winst
1. De gereserveerde winst
2. Verworpen uitgaven Bepaling belastbare basis
3. Vergoeding van het kapitaal en belastingberekening
H8: Bepaling van de belastbare winst
H9: Berekening van de belasting
HOOFDSTUK 1: WIE IS ONDERWORPEN AAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTINGEN
INKOMSTENBELASTINGEN
Er zijn vier verschillende vormen van inkomstenbelasting (Art. 1, §1 WIB 92):
1. Een belasting op het totale inkomen van inwoners van België = personenbelasting (PB)
2. Een belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen =
vennootschapsbelasting (VenB)
3. Een belasting op inkomsten van niet-inwoners = belasting van niet-inwoners (BNI)
4. Een belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen dan vennootschappen =
rechtspersonenbelasting (RPB)
2
,WIE IS AAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING ONDERWORPEN?
(art. 179 – 182 WIB 92)
Alle vennootschappen, verenigingen, inrichtingen of instellingen die:
1. Rechtspersoonlijkheid bezitten (= afzonderlijke juridische entiteit afgescheiden van die van
haar leden)
Rechtspersoonlijkheid bezitten volgens Belgisch of buitenlands recht
Uitgesloten: feitelijke verenigingen, tijdelijke handelsverenigingen, …
indien niet: PB
2. Voornaamste inrichting of de zetel van bestuur in België hebben
Doorslaggevend voor de bepaling van het fiscale inwonerschap is de plaats waar het werkelijk
bestuur van de vennootschap in gelegen is.
Er is een wettelijk vermoeden dat als de statutaire zetel in België ligt, de werkelijke zetel ook in België
gelegen is (weerlegbaar)
indien niet: BNI
3. Zich bezighouden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard:
Exploitatie van een onderneming = met winstoogmerk een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf
exploiteren
Verrichtingen van winstgevende aard (verhouding belangeloze activiteit versus winstgevende activiteit,
herhaaldelijk karakter, nijverheids- en handelsmethodes, met een zekere organisatie)
indien niet: RPB
HOOFDSTUK 2: KRACHTLIJNEN VAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
1. VASTSTELLING VAN DE BELASTBARE BASIS
ART.183 WIB 92
“Onder voorbehoud van de in deze titel omschreven afwijkingen zijn, wat hun aard betreft, de
inkomsten die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of daarvan vrijgesteld zijn, dezelfde als
die welke inzake personenbelasting worden beoogd; het bedrag ervan wordt vastgesteld volgens de
regels die van toepassing zijn op winst.”
• Het boekhoudkundig resultaat is de basis voor de bepaling van de fiscale winst
• Boekhoudrecht versus fiscaal recht:
– verschillende taal
– verschillende visie
tenzij fiscaal recht in afwijkingen voorziet primeert het
boekhoudrecht op het fiscaal recht
• Gevolg: fiscale winst zal nooit gelijk zijn aan de boekwinst
INDELING BELASTBARE WINST VOLGENS BESTEMMING
3
,VRIJSTELBARE WINST
Sommige bestanddelen van de boekwinst hoeven niet belast te worden
BELASTBAAR INKOMEN VAN DE VENNOOTSCHAP
In principe belastbare winst (1ste bewerking) = Hoofdstuk 7
− Aftrekbewerkingen (2de – 11de bewerking) = Hoofdstuk 8
-----------------------------------------------------------
BELASTBAAR INKOMEN
2. TARIEVEN
3. AANSLAGJAAR EN BELASTBAAR TIJDPERK
• Belastbaar tijdperk = boekjaar (maximale duur boekjaar: 2 jaar min één dag)
• Aanslagjaar:
– Boekjaar eindigt op 31/12/N (boekjaar = kalenderjaar) aanslagjaar N+1
Vb: boekjaar 1/1/2024 - 31/12/2024 aj. 2025
boekjaar 1/9/2024 – 31/12/2025 aj. 2026
– Boekjaar eindigt NIET op 31/12/N aanslagjaar N (kalenderjaar waarin boekjaar
eindigt)
Vb: boekjaar 1/4/2024 - 30/9/2024 aj. 2024
boekjaar 1/10/2024 - 30/6/2025 aj. 2025
5. DE AANGIFTE
• Verplichte elektronische aangifte (via Biztax)
• Bijlagen:
– Jaarrekening (indien geen verplichte neerlegging bij NBB)
– Verslagen en besluiten van de algemene vergadering
– Begeleidende opgaven invullen link FOD Financiën
• Termijnen van aangifte (art. 310 WIB 92)
– Afsluitdatum op 31/12 of in januari/ februari: 30 september van het aanslagjaar
– Andere afsluitdatum: 7 maanden vanaf de eerste dag van de maand na de
balansdatum (zaterdag/ zondag/ feestdag : verlenging naar eerste werkdag)
– Uitstel is slechts mogelijk in geval van ernstige redenen of overmacht
6. RULING
• Mogelijkheid om voorafgaande akkoorden te maken met de fiscus
• In bepaalde gevallen zijn rulings niet mogelijk
4
,HOOFDSTUK 3: DE KMO-VENNOOTSCHAP
1. TOEPASSINGSDOMEN
• Belangrijk voor gunstmaatregelen:
– Verlaagd tarief eerste schijf 100 000 euro
– Gewone investeringsaftrek
– Investeringsaftrek voor beveiliging en digitale activa
– Geen supplement m.b.t. voorafbetalingen tijdens de opstartfase
– Mogelijkheid RV van 15% op uitgekeerde dividenden (VVPR-bis)
– Liquidatiereserve
– Bijkomende kosten ineens in aftrek brengen
– Geen beperking aftrek overgedragen verliezen tijdens eerste 4 boekjaren
– Geen minimumbezoldiging voor verminderd tarief tijdens eerste 4 boekjaren
– 120% kostenaftrek voor e-facturatie (nieuw voor boekjaren vanaf 1-1-2024)
• De vennootschap moet zich kwalificeren als een kleine (art 1:24 WVV) of een
microvennootschap (art 1:25 WVV)
2. CRITERIA
• Art. 1:24, §1 WVV
Kleine vennootschappen zijn deze die op balansdatum van het LAATSTE boekjaar niet meer dan
1 criterium overschrijden:
• Art. 1:24, §2 WVV
Overschrijding heeft slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende TWEE OPEENVOLGENDE
boekjaren voordoet
à Wijziging naar groot/klein gaat in vanaf het boekjaar dat hierop volgt
Voorbeeld
Uitgangspunt: de vennootschap is in 2022 een grote vennootschap
• Speciale gevallen:
– Startende vennootschap
ter goeder trouw schatting maken
– Boekjaar korter of langer dan 12 maanden
prorateren criterium omzet
– Verbonden ondernemingen
FISCAAL: criteria toepassen op geconsolideerde basis
HOOFDSTUK 4: BELASTBARE INKOMEN
VERGELIJKING PB EN VENB
In de PB:
• Inkomsten uit onroerende goederen
• Inkomsten uit roerende goederen
• Beroepsinkomsten
• Diverse inkomsten
5
, In de VenB:
Alle inkomsten behoren na aftrek van de kosten tot de winst
1. ONROERENDE INKOMSTEN
• Werkelijke opbrengsten KI niet aangeven !!
• Werkelijke kosten
2. ROERENDE INKOMSTEN
• Inkomsten uit verhuring, verpachting roerende goederen werkelijke opbrengsten en kosten
• Inkomsten uit belegde kapitalen (dividenden, intresten): geen bevrijdende RV, geen vrijstelling
intresten spaarrekening, …
3. BEROEPSINKOMSTEN
3.1 BELASTBAAR TIJDPERK
• Wanneer er een zekere en vaststaande vordering ontstaat, is het inkomen belastbaar
• Vooruit ontvangen opbrengsten
– Bvb: huurgelden voor 5 jaar, abonnement fitness dat loopt in 2 boekjaren
– Bij gespreide prestaties die lopen in verschillende boekjaar: VERPLICHT doorschuiven
naar later belastbare tijdperken
3.2 DE WINSTBESTANDDELEN
• De vennootschap is belastbaar op de winsten zoals bepaald in art. 24 – 25 WIB 92 .
Alles wat de vennootschap ontvangt boven haar kapitaal, is een baat van haar
winstgevende activiteiten en wordt beschouwd als winst.
• Art 26 WIB 92: verstrekte abnormale en goedgunstige voordelen (Zie H7: VU)
4. DIVERSE INKOMSTEN
Verschil tussen werkelijke opbrengsten en kosten is winst
HOOFDSTUK 5: DE BEROEPSKOSTEN
ART 49 WIB 92: BEROEPSKOSTEN
Art. 49, §1 WIB 92: “Als beroepskosten zijn aftrekbaar de kosten die de belastingplichtige in het
belastbare tijdperk heeft gedaan of gedragen om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te
behouden en waarvan hij de echtheid en het bedrag verantwoordt door middel van bewijsstukken
…”
GEDAAN OF GEDRAGEN (ART. 49, §2 WIB 92)
Gedaan of gedragen (Art. 49, §2 WIB 92):
• Effectief gedane uitgave voor vennootschappen is er geen integrale aftrek van
vooruitbetaalde kosten mogelijk, enkel het gedeelte dat betrekking heeft op het belastbaar
tijdperk is aftrekbaar (Art. 195/1 WIB 95) = matchingprincipe
• Voorkomende last (vb. afschrijvingen)
• Zeker en vaststaande schuld, geboekt maar nog niet betaald
Éénjarigheidsbeginsel !!
ART 52 EN 52BIS WIB 92
• Kosten m.b.t. onroerende goederen
• Intresten op beroepsmatig aangegane leningen + alle kosten, renten of gelijkaardige bedragen
6