METHODEN VAN HET PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK 2
Uitgangspunten:
Fundamenteel vs praktijkgericht?
Attitude van de (praktijk) onderzoeker:
Omschrijven en handelen volgens principes Brinkman & Hilbrand (2016)
• Objectviteit
• Controleerbaarheid
• Herhaalbaarheid
• Systematiek
Doel = kwaliteitsvolle gegevens zorgen voor kwaliteitsvolle toepassingen
Onderzoeksplan:
Onderzoeksplan = geeft weer wat je gaat onderzoeken, waarom en hoe.
1. Aanleiding van het probleem:
Bv.
• Leemte in literatuur
• Repliceren van resultaten in andere context
• Concreet probleem uit de praktijk; een praktijkvraag
(of combinatie van aanleidingen)
1
,1.1 Kaderen van het probleem
Praktijkvraag verkennen via intakegesprek
bv. 6W- methode:
Probleemstelling
1.2 Afbakenen in begrippen
Begripsafbakening:
Bv. In bedrijf X wordt vastgesteld dat er een hoge mate van burn-out is bij personeelsleden
die aan de lopende band werken. Het bedrijf vraagt zich af hoe het welzijn van de
werknemers die werken aan de lopende band in bedrijf X kan worden verhoogd?
Welk(e) begrip(pen)? Waarom?
Waarom afbakening nodig?
• Betekenis wordt vastgelegd voor de rest van het onderzoek
• Onderzoek wordt begrensd tot de definitie van het begrip; wat wordt wel onderzocht
en wat niet
• Bepaalt welke info er tijdens de dataverzameling verzameld moet worden
Via wetenschappelijke literatuur
Via een “stipulatieve definitie”: “In dit onderzoek verstaan wij dit als…”
2
, 2. Onderzoeksvragen:
• Onderzoeksvragen zijn toetsbaar
= te weerleggen of te bevestigen
• Onderzoeksvragen zijn eenduidig (niet voor interpretatie vatbaar)
- Specifiek: over wie/wat gaat het, welke doelgroep, welke populatie,…
- Bevat concrete begrippen of variabelen
- Duidelijk en ondubbelzinnig
- Informatief: ze moet leiden tot nieuwe kennis/inzichten/toepassingen/…
Voorbeelden: Zijn deze OV eenduidig?
1. Welk effect heeft de leerkracht op het welzijn van de leerlingen?
2. Wat zijn de psychologische gevolgen van chronische pijn en wat is het verband met
de copingstijl?
3. Wat is werkcentraliteit en de invloed van ouderschap en geslacht hierop?
2.1. Soorten onderzoeksvragen
Soorten Voorbeelden
Beschrijven, In kaart • Wat doen woonzorgcentra ter preventie van suïcide bij ouderen?
brengen van een • Welk profiel hebben jongeren die aangemeld worden voor Time-out bij Arktos?
fenomeen • Wat vinden de werknemers van bedrijf X van het nieuwe personeelsbeleid?
Verbanden leggen • Houdt het aantal Facebook-posts van alcoholgebruik van vrienden verband met
het eigen gebruik van alcohol bij jongeren?
• Zijn jongens vaker verslaafd aan kalmeringsmiddelen dan meisjes?
• Wat zijn de determinanten van gameverslaving?
Effecten onderzoeken • Wat is het effect van opvoedingsondersteuning bij ouderlijke stress?
• Welke invloed heeft het gebruik van weblectures op de prestaties van studenten?
2.2. Hoofd- en deelvragen
Optioneel, maar:
• Houd rekening met relevantie
• Overlappen niet; vullen elkaar aan (complementair)
• Vormen specificatie van begrippen uit de probleemstelling
Bv.
Hoofdvraag
Hoe evalueren leerkrachten BuLO het preventieprogramma TOPspel?
DV1: Hoe evalueren ze de training van TOPspel?
DV2: Hoe ervaren ze de implementatie in de klas?
DV3: Ervaren ze een effect bij zichzelf en bij de leerlingen?
2.3. Hypothesen & Verwachtingen
• Nulhypothese & alternatieve hypothese zijn statistische hypothesen die ook gebruikt
kunnen worden
• De meest eenvoudige hypothesen gaan over de relatie tussen twee variabelen:
3
Uitgangspunten:
Fundamenteel vs praktijkgericht?
Attitude van de (praktijk) onderzoeker:
Omschrijven en handelen volgens principes Brinkman & Hilbrand (2016)
• Objectviteit
• Controleerbaarheid
• Herhaalbaarheid
• Systematiek
Doel = kwaliteitsvolle gegevens zorgen voor kwaliteitsvolle toepassingen
Onderzoeksplan:
Onderzoeksplan = geeft weer wat je gaat onderzoeken, waarom en hoe.
1. Aanleiding van het probleem:
Bv.
• Leemte in literatuur
• Repliceren van resultaten in andere context
• Concreet probleem uit de praktijk; een praktijkvraag
(of combinatie van aanleidingen)
1
,1.1 Kaderen van het probleem
Praktijkvraag verkennen via intakegesprek
bv. 6W- methode:
Probleemstelling
1.2 Afbakenen in begrippen
Begripsafbakening:
Bv. In bedrijf X wordt vastgesteld dat er een hoge mate van burn-out is bij personeelsleden
die aan de lopende band werken. Het bedrijf vraagt zich af hoe het welzijn van de
werknemers die werken aan de lopende band in bedrijf X kan worden verhoogd?
Welk(e) begrip(pen)? Waarom?
Waarom afbakening nodig?
• Betekenis wordt vastgelegd voor de rest van het onderzoek
• Onderzoek wordt begrensd tot de definitie van het begrip; wat wordt wel onderzocht
en wat niet
• Bepaalt welke info er tijdens de dataverzameling verzameld moet worden
Via wetenschappelijke literatuur
Via een “stipulatieve definitie”: “In dit onderzoek verstaan wij dit als…”
2
, 2. Onderzoeksvragen:
• Onderzoeksvragen zijn toetsbaar
= te weerleggen of te bevestigen
• Onderzoeksvragen zijn eenduidig (niet voor interpretatie vatbaar)
- Specifiek: over wie/wat gaat het, welke doelgroep, welke populatie,…
- Bevat concrete begrippen of variabelen
- Duidelijk en ondubbelzinnig
- Informatief: ze moet leiden tot nieuwe kennis/inzichten/toepassingen/…
Voorbeelden: Zijn deze OV eenduidig?
1. Welk effect heeft de leerkracht op het welzijn van de leerlingen?
2. Wat zijn de psychologische gevolgen van chronische pijn en wat is het verband met
de copingstijl?
3. Wat is werkcentraliteit en de invloed van ouderschap en geslacht hierop?
2.1. Soorten onderzoeksvragen
Soorten Voorbeelden
Beschrijven, In kaart • Wat doen woonzorgcentra ter preventie van suïcide bij ouderen?
brengen van een • Welk profiel hebben jongeren die aangemeld worden voor Time-out bij Arktos?
fenomeen • Wat vinden de werknemers van bedrijf X van het nieuwe personeelsbeleid?
Verbanden leggen • Houdt het aantal Facebook-posts van alcoholgebruik van vrienden verband met
het eigen gebruik van alcohol bij jongeren?
• Zijn jongens vaker verslaafd aan kalmeringsmiddelen dan meisjes?
• Wat zijn de determinanten van gameverslaving?
Effecten onderzoeken • Wat is het effect van opvoedingsondersteuning bij ouderlijke stress?
• Welke invloed heeft het gebruik van weblectures op de prestaties van studenten?
2.2. Hoofd- en deelvragen
Optioneel, maar:
• Houd rekening met relevantie
• Overlappen niet; vullen elkaar aan (complementair)
• Vormen specificatie van begrippen uit de probleemstelling
Bv.
Hoofdvraag
Hoe evalueren leerkrachten BuLO het preventieprogramma TOPspel?
DV1: Hoe evalueren ze de training van TOPspel?
DV2: Hoe ervaren ze de implementatie in de klas?
DV3: Ervaren ze een effect bij zichzelf en bij de leerlingen?
2.3. Hypothesen & Verwachtingen
• Nulhypothese & alternatieve hypothese zijn statistische hypothesen die ook gebruikt
kunnen worden
• De meest eenvoudige hypothesen gaan over de relatie tussen twee variabelen:
3