Business etiquette – BSRBET01K
Week 1
Doel: algemene kennis over omgangsvormen nodig voor het functioneren binnen
organisaties in de latere beroepspraktijk.
Etiquette (decorum): is een geheel van cultuurgebonden beleefdheidsregels en
omgangsvormen (interpersoonlijk)
Ethiek: is de kritische bezinning over het juiste handelen. ‘Wat is de goede moraal?’
(persoonlijk)
Moraal (zeden): geeft de handelingen en gedragingen aan die in een maatschappelijke
context als correct en wenselijk worden gezien.
Diverse soorten regels:
- Sociale regels
- Spelregels
- Rechtsregels
RSVP: respons si vous plait
Grondlegger etiquette Nederland Desiderius Erasmus
Gelijk: allemaal dezelfde sekse, dezelfde grootte, dezelfde gezondheid, dezelfde
lichaamsbouw.
Gelijkwaardig: mensen komen allemaal naakt ter wereld
Mensen zijn niet gelijk, mensen zijn gelijkwaardig.
Etiquette als hulpmiddel om te kunnen functioneren in een bepaalde, wellicht nieuwe,
omgeving.
Kern van etiquette: rekening houden met de gevoelens van anderen en met de gebruiken in
de samenleving
Integriteit: morele vragen herkennen, juiste morele argumenten gebruiken, keuze omzetten
in gedrag dat aan de persoon verbonden wordt. De persoon is eerlijk en oprecht en is niet
omkoopbaar (tegenovergestelde van hypocriet).
Netiquette: houdt online dezelfde gedragsstandaard aan als in het gewone leven.
,AIDA:
Attention: trek de aandacht
Interest: maak de lezer geïnteresseerd in jou
Desire: de lezen wil met jou kennismaken
Action: de lezer nodigt je uit voor een gesprek
Netwerk: stelsel van zaken of personen die nauw met elkaar verbonden zijn.
Netwerken: mensen benaderen die nuttig kunnen zijn voor de eigen carrière.
Schriftelijk: netiquette:
- Kern actie, doel, deadline
- Uitleg duidelijk, punten en nummering, duidelijke paragrafen
- Slot vervolgstappen, vriendelijkheden, automatische handtekening
Eerste Nederlandse etiquetteboek:
Desiderius Erasmus
(1466?-1536)
Victoriaanse tijd (1837 – 1901)
Victoriaans: preuts, strenge fatsoensnormen, humorloos, conservatief
Abraham Solomon
First Class – The Meeting (1855)
Week 2
Tutoyeren: mensen met je/jij aanspreken i.p.v. u
Algemene communicatie:
Niet over jezelf praten
2 monologen ≠ conversatie
Dankjewel/alstublieft
Telefoneren:
- Praat met een glimlach
- Gebruik lichaamstaal
- Noteer de naam van degene die je belt
- Koud bellen: liever niet…
- Houd ongepland gesprek kort
- In bespreking: telefoon uit!
Schriftelijk netiquette:
Geen flaming (aanvallende boodschap) en laat emotionaliteit voor wat het is).
Respecteer de privacy van anderen.
, E-mail:
Passende aanspreking en ondertekening.
Verstuur nooit een e-mail zonder onderwerp.
Niet teveel bijlagen meesturen.
Wanneer een e-mail naar meerdere personen verstuurd wordt, vul dan de e-
mailadressen in het BCC-veld in.
Bij het schrijven van een e-mail ontbreekt lichaamstaal.
Ga dus voorzichtig om met humor. Wanneer iets als een
grap wordt bedoeld, kan gebruik worden gemaakt van een
smiley. (uitzondering: informele berichten)
1,2,3 E-mailmeter:
1. Nodig: heeft de (drukke) ontvanger deze e-mail echt
nodig om zijn/haar werk te doen?
2. Geschikt?
Attent, professioneel, onschadelijk?
3. Doelgericht?
Juiste aantal ontvangers/juiste kanaal?
Opbouw e-mail:
Kern: -actie, doel en deadline
Uitleg: - duidelijk, precies, relevant
- punten en nummering
- duidelijke paragrafen
Slot: - vervolgstappen, vriendelijkheden
- automatische handtekening
E-mail - pas op met:
- Emoties (sarcasme, ironie komen niet over)
- Kritiek
- Vertrouwelijke en gevoelige gegevens
Het sollicitatiegesprek – algemeen:
- “Dress to impress” (college 4)
- Pas je uiterlijk aan de omgeving aan
- Voel je zeker over je uiterlijk
- Wees op tijd
- De eerste indruk is nog steeds de beste
- De gesprekspartner is de baas
- Niet uit eigen beweging tutoyeren
- Niet roken
- Maak een actieve indruk
- Let op je lichaamstaal
- Bereid je voor op onverwachte vragen
- Gesprekspartner bepaalt einde gesprek
Week 1
Doel: algemene kennis over omgangsvormen nodig voor het functioneren binnen
organisaties in de latere beroepspraktijk.
Etiquette (decorum): is een geheel van cultuurgebonden beleefdheidsregels en
omgangsvormen (interpersoonlijk)
Ethiek: is de kritische bezinning over het juiste handelen. ‘Wat is de goede moraal?’
(persoonlijk)
Moraal (zeden): geeft de handelingen en gedragingen aan die in een maatschappelijke
context als correct en wenselijk worden gezien.
Diverse soorten regels:
- Sociale regels
- Spelregels
- Rechtsregels
RSVP: respons si vous plait
Grondlegger etiquette Nederland Desiderius Erasmus
Gelijk: allemaal dezelfde sekse, dezelfde grootte, dezelfde gezondheid, dezelfde
lichaamsbouw.
Gelijkwaardig: mensen komen allemaal naakt ter wereld
Mensen zijn niet gelijk, mensen zijn gelijkwaardig.
Etiquette als hulpmiddel om te kunnen functioneren in een bepaalde, wellicht nieuwe,
omgeving.
Kern van etiquette: rekening houden met de gevoelens van anderen en met de gebruiken in
de samenleving
Integriteit: morele vragen herkennen, juiste morele argumenten gebruiken, keuze omzetten
in gedrag dat aan de persoon verbonden wordt. De persoon is eerlijk en oprecht en is niet
omkoopbaar (tegenovergestelde van hypocriet).
Netiquette: houdt online dezelfde gedragsstandaard aan als in het gewone leven.
,AIDA:
Attention: trek de aandacht
Interest: maak de lezer geïnteresseerd in jou
Desire: de lezen wil met jou kennismaken
Action: de lezer nodigt je uit voor een gesprek
Netwerk: stelsel van zaken of personen die nauw met elkaar verbonden zijn.
Netwerken: mensen benaderen die nuttig kunnen zijn voor de eigen carrière.
Schriftelijk: netiquette:
- Kern actie, doel, deadline
- Uitleg duidelijk, punten en nummering, duidelijke paragrafen
- Slot vervolgstappen, vriendelijkheden, automatische handtekening
Eerste Nederlandse etiquetteboek:
Desiderius Erasmus
(1466?-1536)
Victoriaanse tijd (1837 – 1901)
Victoriaans: preuts, strenge fatsoensnormen, humorloos, conservatief
Abraham Solomon
First Class – The Meeting (1855)
Week 2
Tutoyeren: mensen met je/jij aanspreken i.p.v. u
Algemene communicatie:
Niet over jezelf praten
2 monologen ≠ conversatie
Dankjewel/alstublieft
Telefoneren:
- Praat met een glimlach
- Gebruik lichaamstaal
- Noteer de naam van degene die je belt
- Koud bellen: liever niet…
- Houd ongepland gesprek kort
- In bespreking: telefoon uit!
Schriftelijk netiquette:
Geen flaming (aanvallende boodschap) en laat emotionaliteit voor wat het is).
Respecteer de privacy van anderen.
, E-mail:
Passende aanspreking en ondertekening.
Verstuur nooit een e-mail zonder onderwerp.
Niet teveel bijlagen meesturen.
Wanneer een e-mail naar meerdere personen verstuurd wordt, vul dan de e-
mailadressen in het BCC-veld in.
Bij het schrijven van een e-mail ontbreekt lichaamstaal.
Ga dus voorzichtig om met humor. Wanneer iets als een
grap wordt bedoeld, kan gebruik worden gemaakt van een
smiley. (uitzondering: informele berichten)
1,2,3 E-mailmeter:
1. Nodig: heeft de (drukke) ontvanger deze e-mail echt
nodig om zijn/haar werk te doen?
2. Geschikt?
Attent, professioneel, onschadelijk?
3. Doelgericht?
Juiste aantal ontvangers/juiste kanaal?
Opbouw e-mail:
Kern: -actie, doel en deadline
Uitleg: - duidelijk, precies, relevant
- punten en nummering
- duidelijke paragrafen
Slot: - vervolgstappen, vriendelijkheden
- automatische handtekening
E-mail - pas op met:
- Emoties (sarcasme, ironie komen niet over)
- Kritiek
- Vertrouwelijke en gevoelige gegevens
Het sollicitatiegesprek – algemeen:
- “Dress to impress” (college 4)
- Pas je uiterlijk aan de omgeving aan
- Voel je zeker over je uiterlijk
- Wees op tijd
- De eerste indruk is nog steeds de beste
- De gesprekspartner is de baas
- Niet uit eigen beweging tutoyeren
- Niet roken
- Maak een actieve indruk
- Let op je lichaamstaal
- Bereid je voor op onverwachte vragen
- Gesprekspartner bepaalt einde gesprek
