☀️
kunst, cultuur en samenleving
lecture 1
DE AANTREKKINGSKRACHT VAN CULTUUR
stamt af van het Latijnse colere: bewonen/inwonen, zorgen voor, beploegen,
aanbidden
—> Cultivatie: bewerken van land om iets te kunnen groeien
16e - 19e eeuw: verbetering van de menselijke geest en persoonlijke manieren of
zeden
Civilisatie (inclusief technologie): tussen geestelijke leven en technologische
uitvindingen nog geen onderscheid
romantiek: geestelijke ontwikkeling in contrast met materiële verandering;
onderscheid tussen geestelijke ontwikkelingen en technologische uitvindingen
late 19e eeuw: romantisch nationalisme; het idee dat een specifieke groep mensen
(natie, volk) gekenmerkt wordt door een cultuur/geestelijke opmaak/psychologische
opbouw van een zelf;
eind 19e en begin 20ste eeuw: wetenschappelijke behoefte aan een beschrijvend of
analytisch cultuurbegrip en wat er aan de hand is met mensen in grote
samenlevingsverbanden; beginnen met praten over een maatschappij en samenleving;
wat doet een groep, dat anders is dan wat andere mensen doen, en waarom doen ze
dat? (bijv. waardoor verschillen Nederlanders en Italianen)
ENKELE UITGANGSPUNTEN VAN DE CULTUURTHEORIE
mensen maken cultuur en zij worden gemaakt door cultuur
cultuur is onderdeel van al het menselijk handelen
de cultuur is gemaakt en maakt ons op zijn beurt
economie, politiek, samenleving zijn allemaal cultuurlijk
geen sector van menselijke activiteit, maar een aspect (Eriksen 2015)
kunst, cultuur en samenleving 1
, de bestudering van dit aspect is de cultuurwetenschappelijke poort tot het leren over,
én van, de menselijke verscheidenheid en veelzijdigheid
MARX (1818-1883) ALS CULTUURWETERSCHAPPER
op basis van zowel empirisch materiaal en wetenschap iets zeggen over menselijk
gedrag
sociale theorie van de lange termijn
hoe samenlevingsvormen over de tijd heen veranderen
processen en ontwikkelingen
productie van dingen die wij nodig hebben is stabiel; hoe voorzien mensen van
hun behoefte?
historisch-vergelijkend onderzoek, dynamische maatschappijtheorie, procesdenken
het heden zien als wordend en geworden
hoe de samenleving op dit moment in elkaar zit is een product van een lange
geschiedenis van van behoefte voorzien
wat wij als collectief hebben geregeld, waardoor mensen voorzien worden van
hun behoeften; gaat niet over gelijkwaardigheid
het heden is een effect van een lange geschiedenis, maar wat we op dit moment
doen draagt bij aan de productie van wat hierna komt
een beweging naar de toekomst
de manier waarop we de productie organiseren heeft een effect op hoe mensen
denken en het beeld van wat ‘normaal’ is
socialisatie
kennissociologie
het sociale bepaalt het bewustzijn
DE AARD VAN DE MENS
“De eerste vooronderstelling van alle menselijke geschiedenis is natuurlijk het bestaan
van levende menselijke individuen. [...]Het eerste constateerbare feit is dus de
lichamelijke constitutie (= wat kan dit lichaam) van deze individuen en hun verhouding
kunst, cultuur en samenleving 2
, tot de overige natuur, die daaruit voortvloeit. [...] Men kan de mensen van de dieren
onderscheiden door het bewustzijn, de godsdienst, of door wat men maar wil. Zelf
beginnen zij zich van de dieren te onderscheiden, zodra zij hun bestaansmiddelen gaan
produceren, een stap die door hun lichamelijke constitutie is geconditioneerd. Door hun
bestaansmiddelen te produceren, produceren de mensen indirect hun materiële leven
zelf.” - Marx [1845-46] 2005
als dit lichaam dingen kan, dan ontstaat daar een relatie tot overige natuur
bedoelt ook dat wij geestelijk wat kunnen
mensen gaan zelf verschillen van dieren door het produceren van bestaansmiddelen
er moeten dingen gemaakt worden om baby’s te laten bestaan
bij het bouwen van huizen hebben we onze materiële omstandigheden gemaakt om
vervolgens in die huizen te gaan wonen
dit hoort vervolgens bij hoe je gaat bestaan; het ‘kleeft’ aan je
“Deze productiewijze moet niet alleen beschouwd worden als de reproductie van het
fysieke bestaan van de individuen. Zij is veeleer reeds een bepaalde manier waarop deze
individuen handelen, een bepaalde manier om hun leven te uiten, een bepaalde
levenswijze van hen. Zoals de individuen hun leven uiten, zo zijn ze. Wat zij zijn, valt
dus samen met hun productie: zowel met wat zij produceren, alsook met de wijze waarop
zij produceren. Dus wat de individuen zijn hangt af van de materiële voorwaarden van
hun productie.” - Marx
het gaat niet alleen om wat er nodig is
de productiewijze is hun levenswijze
ze uiten zich door de productiewijze. niet alleen wat ze maken, maar de manier
waarop
wat is er nodig om te kunnen produceren in NL; wat vereist de samenleving mocht de
productie mogelijk zijn
HET HISTORISCH MATERIALISME
= historisch materialism probeert de menselijke geschiedenis te verklaren op basis
van de historie van productie in de samenleving
kunst, cultuur en samenleving 3
, Materialistische conceptie van geschiedenis
De manier waarop mensen in hun materiële behoeften voorzien bepaalt(?) de relaties
die mensen met elkaar hebben, hun sociale instituties, én de dominante ideeën die zij
hebben
productie creëert voorwaarden voor het bestaan
onderbouw = noodzakelijke elementen voor het voorzien van onze behoeften; alles wat te
maken heeft met hoe we produceren
productiekrachten: de dingen die als ingrediënten kunnen dienen om iets te maken (bijv.
machines, mensen, fabriekshallen, etc.)
productieverhoudingen: hoe worden productiekrachten georganiseerd en concreet aan de
gang gezet (machines zijn eigendom van sommige mensen, en de meeste mensen in het
productieproces zijn niet de eigenaar)
bovenbouw = alles wat te maken heeft met wat we denken
kunst, cultuur en samenleving 4
kunst, cultuur en samenleving
lecture 1
DE AANTREKKINGSKRACHT VAN CULTUUR
stamt af van het Latijnse colere: bewonen/inwonen, zorgen voor, beploegen,
aanbidden
—> Cultivatie: bewerken van land om iets te kunnen groeien
16e - 19e eeuw: verbetering van de menselijke geest en persoonlijke manieren of
zeden
Civilisatie (inclusief technologie): tussen geestelijke leven en technologische
uitvindingen nog geen onderscheid
romantiek: geestelijke ontwikkeling in contrast met materiële verandering;
onderscheid tussen geestelijke ontwikkelingen en technologische uitvindingen
late 19e eeuw: romantisch nationalisme; het idee dat een specifieke groep mensen
(natie, volk) gekenmerkt wordt door een cultuur/geestelijke opmaak/psychologische
opbouw van een zelf;
eind 19e en begin 20ste eeuw: wetenschappelijke behoefte aan een beschrijvend of
analytisch cultuurbegrip en wat er aan de hand is met mensen in grote
samenlevingsverbanden; beginnen met praten over een maatschappij en samenleving;
wat doet een groep, dat anders is dan wat andere mensen doen, en waarom doen ze
dat? (bijv. waardoor verschillen Nederlanders en Italianen)
ENKELE UITGANGSPUNTEN VAN DE CULTUURTHEORIE
mensen maken cultuur en zij worden gemaakt door cultuur
cultuur is onderdeel van al het menselijk handelen
de cultuur is gemaakt en maakt ons op zijn beurt
economie, politiek, samenleving zijn allemaal cultuurlijk
geen sector van menselijke activiteit, maar een aspect (Eriksen 2015)
kunst, cultuur en samenleving 1
, de bestudering van dit aspect is de cultuurwetenschappelijke poort tot het leren over,
én van, de menselijke verscheidenheid en veelzijdigheid
MARX (1818-1883) ALS CULTUURWETERSCHAPPER
op basis van zowel empirisch materiaal en wetenschap iets zeggen over menselijk
gedrag
sociale theorie van de lange termijn
hoe samenlevingsvormen over de tijd heen veranderen
processen en ontwikkelingen
productie van dingen die wij nodig hebben is stabiel; hoe voorzien mensen van
hun behoefte?
historisch-vergelijkend onderzoek, dynamische maatschappijtheorie, procesdenken
het heden zien als wordend en geworden
hoe de samenleving op dit moment in elkaar zit is een product van een lange
geschiedenis van van behoefte voorzien
wat wij als collectief hebben geregeld, waardoor mensen voorzien worden van
hun behoeften; gaat niet over gelijkwaardigheid
het heden is een effect van een lange geschiedenis, maar wat we op dit moment
doen draagt bij aan de productie van wat hierna komt
een beweging naar de toekomst
de manier waarop we de productie organiseren heeft een effect op hoe mensen
denken en het beeld van wat ‘normaal’ is
socialisatie
kennissociologie
het sociale bepaalt het bewustzijn
DE AARD VAN DE MENS
“De eerste vooronderstelling van alle menselijke geschiedenis is natuurlijk het bestaan
van levende menselijke individuen. [...]Het eerste constateerbare feit is dus de
lichamelijke constitutie (= wat kan dit lichaam) van deze individuen en hun verhouding
kunst, cultuur en samenleving 2
, tot de overige natuur, die daaruit voortvloeit. [...] Men kan de mensen van de dieren
onderscheiden door het bewustzijn, de godsdienst, of door wat men maar wil. Zelf
beginnen zij zich van de dieren te onderscheiden, zodra zij hun bestaansmiddelen gaan
produceren, een stap die door hun lichamelijke constitutie is geconditioneerd. Door hun
bestaansmiddelen te produceren, produceren de mensen indirect hun materiële leven
zelf.” - Marx [1845-46] 2005
als dit lichaam dingen kan, dan ontstaat daar een relatie tot overige natuur
bedoelt ook dat wij geestelijk wat kunnen
mensen gaan zelf verschillen van dieren door het produceren van bestaansmiddelen
er moeten dingen gemaakt worden om baby’s te laten bestaan
bij het bouwen van huizen hebben we onze materiële omstandigheden gemaakt om
vervolgens in die huizen te gaan wonen
dit hoort vervolgens bij hoe je gaat bestaan; het ‘kleeft’ aan je
“Deze productiewijze moet niet alleen beschouwd worden als de reproductie van het
fysieke bestaan van de individuen. Zij is veeleer reeds een bepaalde manier waarop deze
individuen handelen, een bepaalde manier om hun leven te uiten, een bepaalde
levenswijze van hen. Zoals de individuen hun leven uiten, zo zijn ze. Wat zij zijn, valt
dus samen met hun productie: zowel met wat zij produceren, alsook met de wijze waarop
zij produceren. Dus wat de individuen zijn hangt af van de materiële voorwaarden van
hun productie.” - Marx
het gaat niet alleen om wat er nodig is
de productiewijze is hun levenswijze
ze uiten zich door de productiewijze. niet alleen wat ze maken, maar de manier
waarop
wat is er nodig om te kunnen produceren in NL; wat vereist de samenleving mocht de
productie mogelijk zijn
HET HISTORISCH MATERIALISME
= historisch materialism probeert de menselijke geschiedenis te verklaren op basis
van de historie van productie in de samenleving
kunst, cultuur en samenleving 3
, Materialistische conceptie van geschiedenis
De manier waarop mensen in hun materiële behoeften voorzien bepaalt(?) de relaties
die mensen met elkaar hebben, hun sociale instituties, én de dominante ideeën die zij
hebben
productie creëert voorwaarden voor het bestaan
onderbouw = noodzakelijke elementen voor het voorzien van onze behoeften; alles wat te
maken heeft met hoe we produceren
productiekrachten: de dingen die als ingrediënten kunnen dienen om iets te maken (bijv.
machines, mensen, fabriekshallen, etc.)
productieverhoudingen: hoe worden productiekrachten georganiseerd en concreet aan de
gang gezet (machines zijn eigendom van sommige mensen, en de meeste mensen in het
productieproces zijn niet de eigenaar)
bovenbouw = alles wat te maken heeft met wat we denken
kunst, cultuur en samenleving 4