BOEK | STRAFRECHT
HOOFDSTUK 1
STRAFRECHT: BEGRIPSVORMING
MATERIEEL EN FORMEEL STRAFRECHT
Het Nederlandse strafrecht is opgedeeld in twee onderdelen:
1. Materieel strafrecht
Dit gaat over wat strafbaar is. Het bepaalt:
- Welke gedragingen strafbaar zijn.
- Welke straffen daarbij horen.
2. Formeel strafrecht (ook wel: strafprocesrecht)
Dit gaat over hoe de strafprocedure verloopt.
Het bevat regels over:
- Opsporing.
- Vervolging.
- Rechtsgang (bijv. hoe een strafzaak bij de rechter komt).
- Tenuitvoerlegging (betekent het uitvoeren van de straf die door de
rechter is opgelegd) van straffen.
COMMUUN EN BIJZONDER STRAFRECHT
Waar vind je het strafrecht?
Materieel strafrecht in het Wetboek van Strafrecht
- Bepaalt wat strafbaar is en welke straf erop staat.
Formeel strafrecht: in het Wetboek van Strafvordering
- Regelt hoe de strafprocedure verloopt (bijv. opsporing, vervolging).
Samen noemen we deze twee wetten ook wel het commune strafrecht.
Voorbeelden van commune strafrecht:
- Moord, doodslag, mishandeling.
- Belediging van ambtenaar.
- Openbare orde verstoren.
Bijzonder strafrecht
Strafrecht buiten het Wetboek van Strafrecht.
Voor specifieke onderwerpen of situaties zoals:
- Drugs (Opiumwet)
- Wapens (Wet wapens en munitie)
- Dronken rijden (wegenverkeerswet 1994)
- Economische delicten
De wetgever kiest ervoor om dit soort regels in aparte wetten te zetten.
Wat staat er in bijzondere strafwetten?
Voornamelijk materieel strafrecht
Wat is strafbaar en welke sanctie?
Soms ook formeel strafrecht
Procedurebepalingen (bijv. extra bevoegdheden voor politie).
,DOEL VAN HET NEDERLANDSE STRAFRECHT: HANDHAVING DOOR MIDDEL
VAN LEEDTOEVOEGING.
Wat is het doel van het Nederlandse strafrecht?
Niet: het opleggen van normen (dus het is niet normstellend).
Wel: het handhaven van bestaande normen door sancties op te
leggen als iemand zich er niet aan houdt.
Kernzin:
Het doel van het strafrecht is het door middel van sancties handhaven van
normen die uit strafrechtelijke bepalingen voortvloeien.
Wat doet het strafrecht dus wel en wat niet?
Strafrecht is geen herstelrecht zoals het privaatrecht het geeft geen
schadevergoeding.
Strafrecht richt zich alleen op handhaving van rechtsnormen door
straf op te leggen bij overtreding.
Het straft gedrag dat in strijd is met de wet, het stelt dus geen
normen op zichzelf.
- Voorbeeld: Je vindt in de wet niet letterlijk ‘gij zult niet stelen’, maar je
vindt wel een bepaling dat diefstal strafbaar is met bv. 4 jaar cel.
- De norm (‘je mag niet stelen’) volgt daar dus impliciet uit
(betekent: niet letterlijk gezegd, maar wel bedoeld of duidelijk uit de
context).
Handhaving van rechtsnormen
Normen in de samenleving:
Er bestaan verschillende soorten normen, zoals:
- ‘gij zult niet doden’ (dwingend)
- ‘gij zult niet voordringen in de rij’ (minder dwingend)
Dit noemen we gedragsnormen regels over hoe mensen zich horen te
gedragen.
Niet elke gedragsnorm is automatisch een rechtsnorm.
Wanneer wordt een gedragsnorm een rechtsnorm?
Door de gedragsnorm op te schrijven in het recht.
Dan wordt het een rechtelijke norm (rechtsnorm).
- Voorbeeld: “Gij zult niet stelen” wordt een rechtsnorm als die in de wet
staat (zoals in art. 310 Sr).
Is elke rechtsnorm ook een strafbaar feit?
Nee, alleen als:
- Er in de wet een negatieve reactie op staat (bv. straf).
- Die negatieve reactie staat opgeschreven in het Wetboek van
Strafrecht of andere strafwet.
Belangrijk onderscheid
Alleen gedrag dat in strijd is met een rechtsnorm en waarvoor een strafbepaling
bestaat, is strafbaar.
Voorbeeld:
Eigendomsrecht uit art. 5:1 lid 2 BW + straf uit art. 310 Sr dan is diefstal
strafbaar.
, Samenvattende formule uit de tekst:
Schending van een rechtsnorm
Opgeschreven straf in WvSr of andere strafwet = strafbaar feit.
Oftewel: een strafbaar feit is een geschreven negatieve reactie (sanctie) op het
overtreden van een rechtsnorm.
Strafrechttheorieën
Wat is strafrecht in de kern?
Strafrecht = opzettelijk leed toebrengen aan iemand via het recht, als
diegene een strafbaar feit heeft gepleegd.
Vragen die hierbij horen: Hoe rechtvaardig je straf? Wat geeft de
samenleving dat recht?
Die rechtvaardiging heet: de legitimatie van leedtoevoeging.
Er bestaan verschillende strafrechttheorieën die dit uitleggen.
1. Vergeldingstheorie
Straf is wraak voor het gepleegde onrecht.
Grondgedachte: door het strafbaar feit is een inbreuk gepleegd op
de orde, die moet hersteld worden door straf.
Motto: ‘oog om oog, tand om tand’.
De precies gelijke straf moet volgen op de daad
Absolute theorie: de straf is een doel op zich, gebaseerd op het
gepleegde misdrijf.
2. Preventietheorie
Straf moet voorkomen dat anderen of de dader opnieuw
strafbare feiten plegen.
Relatieve theorie: straf is geen doel op zich, maar dient een hoger doel
(preventie).
Twee vormen:
a. Generale preventie:
Doel: anderen afschrikken door te laten zien wat er gebeurt bij
een strafbaar feit.
Mensen gaan zich meer aan de regels houden uit angst voor straf.
Voorbeeld: hoge boetes voor zwartrijders zorgen dat anderen niet
zonder geldig vervoerbewijs reizen.
b. Speciale preventie
Doel: de dader zelf afschrikken en verbeteren.
Straf zorgt dat hij:
1. Afgeschrikt wordt,
2. Zijn gedrag verbetert, en
3. Tijdelijk uit de samenleving wordt verwijderd.
Voorbeeld: Peer krijgt werkstraf zal twee keer nadenken voordat hij
weer iets steelt.
Samengevat:
1. Vergeldingstheorie: ‘het onrecht moet worden hersteld’.
2. Generale preventie: ‘anderen worden afgeschrikt’.
3. Speciale preventie: ‘de dader leert en verandert zijn gedrag’.