Samenvatting geschiedenis van de nieuwste tijd; 2025/26.
Inleiding
Moderniteit
⇨ Wikipedia: verwijzing naar het feit dat iets recent of nieuw is
⇨ Woordenboeken: ‘tot de nieuwe tijd behorend’, ‘het tegenovergestelde dan klassiek’…
Wat valt op? Moderniteit wordt vaak als iets positiefs gezien
‘moderniteit schept de moderne wereld’ (uit handboek): cirkelredenering
Moderniteit impliceert verandering: politiek, socio-economisch, cultureel vlak: culturele
homogenisering op dat vlak
⇨ De autoriteiten waren gefascineerd in homogenisering
⇨ Gecentraliseerde staat
⇨ Waarden gedragen door het volk: volkssoevereiniteit
⇨ Moderniseringstheorie: het proces van dit bovenstaande bekomen (jaren 70)
Edward Shils: ‘sociale nivellering door rede (niet meer geloof)’
Is modernisering dan een verlichtingsproject? – Gerard
Verlichting kenmerken, ergens overeenkomend met moderniteit
⇨ Vrijheid
⇨ Vooruitgang
⇨ Democratie
⇨ Gelijkheid
⇨ (V)rede
Moderniteit bracht veel goede zaken
Kennis: toegepast op landbouw en industrie: de mens kan zaken bouwen, god niet zozeer: leidt
uiteindelijk naar de industriële revolutie
⇨ De mens heeft nog nooit zo lang en zo gezond geleefd: in grote mate dankzij de wetenschap
(medicalisering…)
Onderwijs, kinderarbeid was de norm: onderwijs is een positief resultaat van de modernisering
Parken: werden aangelegd in de 19e eeuw ook ter gelegenheid van epidemieën: ontdekking dat
parken en bomen zuiveren de vervuilde lucht
Straatverlichting: vanaf de 19e eeuw: straten veiliger maken
Steeds meer dokters: de algemene gezondheid gaat vooruit
Ontspanning: gestimuleerd door de overheid
,Emancipatie, meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen
Kenmerken van de moderniteit: Franse revolutie
Guillotine
⇨ Joseph Ignace Guillotin: einde 18e eeuw voor Assemblé Nationale had het idee gelanceerd, hij
was een dokter die tegen de doodstraf was, een humanist: hij wist dat het toch doorgevoerd
ging worden, daarom denken aan een mechanisme dat menselijker was om mensen te doden
⇨ Guillotine werd dus een symbool van de moderniteit (soort tegenstrijdigheid, want dokter die
op een humane manier voor de doodstraf gevonden): pas afgeschaft in de jaren 70, jaren 30
de laatste openbare
Globalisering, transport, contacten in de wereld… allemaal goed maar leidde ook tot kolonisering:
nieuwe vorm van kolonialisme in eind 19e eeuw
Dictators (denk Hitler): gebruikten de wetenschap voor gruwelijke zaken
Ontspanning: de natuur wordt ook vernietigd door bv. massatoerisme
De term moderniteit is nuttig, als je weet wat het is: niet per se vooruitgang, vredevol, positief, maar
om het verleden beter te begrijpen
Kenmerken moderniteit
⇨ 17e eeuw: the birth of the modern world (Christopher Bailey)
⇨ The great domestication: sedentarisme: mensen verplaatsten zich naar plekken waar ze beter
konden leven: zoeken naar verandering, naar beter leven (vanaf 1700): mensen settelen zich
⇨ Industrious revolutions: verhoogde productiviteit (zowel landbouw als nijverheid), mensen
produceren meer en meer vraag naar exotische goederen (kolonialisme): bv. aardappel,
suiker, koffie (van Latijns-Amerika): vanuit ons: textiel
⇨ Het moderne lichaam: strakke tijdsindeling (de klok): de dag organiseren (het ontbijt, lunch,
avondmaal), tijdsbesef komt er
⇨ Voeding (exotische producten), ziektes (ook met boten)
⇨ Globale communicatie: de post wordt gemoderniseerd, betere communicatie, ideeën
verspreiden zich sneller
⇨ Culturele en wetenschappelijke revoluties: historici stellen vast dat dit globaal was
➔ René Descartes: humanisme centraal stellen, Ethiopische denker Zera Yacob kwam
ongeveer tot dezelfde conclusies: de rede moest centraal staan, Europese verlichtingsdenkers
namen ideeën over van Chinezen (Sebastian Conrad)
Secularisering en individualisering
,Da Vinci: de mens centraal stellen met zijn tekening
Late middeleeuwen – vroegmoderne periode
Culturele en wetenschappelijke revoluties zullen leiden tot de verlichting: denkers lieten de rede
centraal staan, afstand nemen van god
Secularisering ≠ atheïsme! De mens kan seculier zijn, maar nog steeds in god geloven
Nieuwe mindset: de mens begint te denken in de maakbaarheid van de wereld
⇨ Technologie, nieuwe technieken, betere levensomstandigheden zorgen voor politieke en
economische hervormingen
Economische reorganisatie: Europa zal de wereldleider worden eind 19e begin 20e eeuw: begint in
Engeland in het eind van de 17e eeuw: agrarische en industriële revolutie
⇨ Agrarische revolutie is een voorwaarde voor de industriële revolutie
⇨ Waarom in Engeland? Toeval, maar:
⇨ Uitgebreide markt (binnen en buiten Europa: kolonialisme)
⇨ Bevolkingsgroei (door o.a. geluk met natuur), nieuwe productiemethodes
⇨ Kapitaalaccumulatie (mensen die veel geld hebben en kunnen investeren, ook winsten uit de
kolonies)
⇨ Beschikbare arbeidskrachten (beweging vanuit de landbouw, want minder boeren nodig,
deze gaan rechtstreeks naar de fabrieken)
Dit gebeurde rond 1830: Europa scheidde zich van de rest van de wereld door hun vooruitgang
China krijgt rond deze tijd een daling: the Great Divergence: kloof tussen Europa (+ VS) met de rest
van de wereld
Rond 18e eeuw: theorieën rond politiek: allemaal denkers over staatsrecht, centralisatie,
representatie, federatie, wie stemt, wie is een burger, religieuze tolerantie (hoe gaan we om met
anderen met verschillende geloofsovertuigingen): invloed hebben op tot de dag van vandaag
Impact van deze socio-economische veranderingen: regulering, maar Adam Smith vond van niet
Moderne vormen van transport: zorgen over veiligheid
Hierdoor ook modernisering van het leger: eerst privémilities, centralisering en nationalisering vond
daaruit plaats: niet meer werken voor een privépersoon, maar nationalisering, leger van de staat
⇨ Oorlog voeren in handen van de staat, maar…
⇨ Hamas, guerrillagroeperingen: privémilities nog steeds aanwezig
⇨ Ideaal blijft wel nationalisering
Bureaucratie
, Bevolkingsgroei: nood aan controle
In Firenze, 15e eeuw: China vond papier, maar ook de ambtenarij uit
Firenze voerde dit systeem in om registers te hebben, niet enkel voornamen, nu ook achternamen en
adressen, ook belastingcontrole
⇨ Een van de verdiensten van Napoleon: enorme vernieuwing: Code Civil, bevolkingsregisters:
vroeger moest de kerk dit registreren, maar deze registers werden dan seculier
Disciplinering
Homogenisering (≠ gelijkheid): onderwijs kreeg een disciplinerend doel
De westerse wereld heeft enorm veel ingezet voor disciplinering: voorbeeld hiervan is jeugdbeweging
Medicalisering
Criminalisering van afwijkend gedrag: repressie met als doel homogenisering
Modernisering en centralisering van het gerechtelijk apparaat: ook in kolonies
De verlichting haar critici en haar erfgenamen
Inleiding
Moderniteit
⇨ Wikipedia: verwijzing naar het feit dat iets recent of nieuw is
⇨ Woordenboeken: ‘tot de nieuwe tijd behorend’, ‘het tegenovergestelde dan klassiek’…
Wat valt op? Moderniteit wordt vaak als iets positiefs gezien
‘moderniteit schept de moderne wereld’ (uit handboek): cirkelredenering
Moderniteit impliceert verandering: politiek, socio-economisch, cultureel vlak: culturele
homogenisering op dat vlak
⇨ De autoriteiten waren gefascineerd in homogenisering
⇨ Gecentraliseerde staat
⇨ Waarden gedragen door het volk: volkssoevereiniteit
⇨ Moderniseringstheorie: het proces van dit bovenstaande bekomen (jaren 70)
Edward Shils: ‘sociale nivellering door rede (niet meer geloof)’
Is modernisering dan een verlichtingsproject? – Gerard
Verlichting kenmerken, ergens overeenkomend met moderniteit
⇨ Vrijheid
⇨ Vooruitgang
⇨ Democratie
⇨ Gelijkheid
⇨ (V)rede
Moderniteit bracht veel goede zaken
Kennis: toegepast op landbouw en industrie: de mens kan zaken bouwen, god niet zozeer: leidt
uiteindelijk naar de industriële revolutie
⇨ De mens heeft nog nooit zo lang en zo gezond geleefd: in grote mate dankzij de wetenschap
(medicalisering…)
Onderwijs, kinderarbeid was de norm: onderwijs is een positief resultaat van de modernisering
Parken: werden aangelegd in de 19e eeuw ook ter gelegenheid van epidemieën: ontdekking dat
parken en bomen zuiveren de vervuilde lucht
Straatverlichting: vanaf de 19e eeuw: straten veiliger maken
Steeds meer dokters: de algemene gezondheid gaat vooruit
Ontspanning: gestimuleerd door de overheid
,Emancipatie, meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen
Kenmerken van de moderniteit: Franse revolutie
Guillotine
⇨ Joseph Ignace Guillotin: einde 18e eeuw voor Assemblé Nationale had het idee gelanceerd, hij
was een dokter die tegen de doodstraf was, een humanist: hij wist dat het toch doorgevoerd
ging worden, daarom denken aan een mechanisme dat menselijker was om mensen te doden
⇨ Guillotine werd dus een symbool van de moderniteit (soort tegenstrijdigheid, want dokter die
op een humane manier voor de doodstraf gevonden): pas afgeschaft in de jaren 70, jaren 30
de laatste openbare
Globalisering, transport, contacten in de wereld… allemaal goed maar leidde ook tot kolonisering:
nieuwe vorm van kolonialisme in eind 19e eeuw
Dictators (denk Hitler): gebruikten de wetenschap voor gruwelijke zaken
Ontspanning: de natuur wordt ook vernietigd door bv. massatoerisme
De term moderniteit is nuttig, als je weet wat het is: niet per se vooruitgang, vredevol, positief, maar
om het verleden beter te begrijpen
Kenmerken moderniteit
⇨ 17e eeuw: the birth of the modern world (Christopher Bailey)
⇨ The great domestication: sedentarisme: mensen verplaatsten zich naar plekken waar ze beter
konden leven: zoeken naar verandering, naar beter leven (vanaf 1700): mensen settelen zich
⇨ Industrious revolutions: verhoogde productiviteit (zowel landbouw als nijverheid), mensen
produceren meer en meer vraag naar exotische goederen (kolonialisme): bv. aardappel,
suiker, koffie (van Latijns-Amerika): vanuit ons: textiel
⇨ Het moderne lichaam: strakke tijdsindeling (de klok): de dag organiseren (het ontbijt, lunch,
avondmaal), tijdsbesef komt er
⇨ Voeding (exotische producten), ziektes (ook met boten)
⇨ Globale communicatie: de post wordt gemoderniseerd, betere communicatie, ideeën
verspreiden zich sneller
⇨ Culturele en wetenschappelijke revoluties: historici stellen vast dat dit globaal was
➔ René Descartes: humanisme centraal stellen, Ethiopische denker Zera Yacob kwam
ongeveer tot dezelfde conclusies: de rede moest centraal staan, Europese verlichtingsdenkers
namen ideeën over van Chinezen (Sebastian Conrad)
Secularisering en individualisering
,Da Vinci: de mens centraal stellen met zijn tekening
Late middeleeuwen – vroegmoderne periode
Culturele en wetenschappelijke revoluties zullen leiden tot de verlichting: denkers lieten de rede
centraal staan, afstand nemen van god
Secularisering ≠ atheïsme! De mens kan seculier zijn, maar nog steeds in god geloven
Nieuwe mindset: de mens begint te denken in de maakbaarheid van de wereld
⇨ Technologie, nieuwe technieken, betere levensomstandigheden zorgen voor politieke en
economische hervormingen
Economische reorganisatie: Europa zal de wereldleider worden eind 19e begin 20e eeuw: begint in
Engeland in het eind van de 17e eeuw: agrarische en industriële revolutie
⇨ Agrarische revolutie is een voorwaarde voor de industriële revolutie
⇨ Waarom in Engeland? Toeval, maar:
⇨ Uitgebreide markt (binnen en buiten Europa: kolonialisme)
⇨ Bevolkingsgroei (door o.a. geluk met natuur), nieuwe productiemethodes
⇨ Kapitaalaccumulatie (mensen die veel geld hebben en kunnen investeren, ook winsten uit de
kolonies)
⇨ Beschikbare arbeidskrachten (beweging vanuit de landbouw, want minder boeren nodig,
deze gaan rechtstreeks naar de fabrieken)
Dit gebeurde rond 1830: Europa scheidde zich van de rest van de wereld door hun vooruitgang
China krijgt rond deze tijd een daling: the Great Divergence: kloof tussen Europa (+ VS) met de rest
van de wereld
Rond 18e eeuw: theorieën rond politiek: allemaal denkers over staatsrecht, centralisatie,
representatie, federatie, wie stemt, wie is een burger, religieuze tolerantie (hoe gaan we om met
anderen met verschillende geloofsovertuigingen): invloed hebben op tot de dag van vandaag
Impact van deze socio-economische veranderingen: regulering, maar Adam Smith vond van niet
Moderne vormen van transport: zorgen over veiligheid
Hierdoor ook modernisering van het leger: eerst privémilities, centralisering en nationalisering vond
daaruit plaats: niet meer werken voor een privépersoon, maar nationalisering, leger van de staat
⇨ Oorlog voeren in handen van de staat, maar…
⇨ Hamas, guerrillagroeperingen: privémilities nog steeds aanwezig
⇨ Ideaal blijft wel nationalisering
Bureaucratie
, Bevolkingsgroei: nood aan controle
In Firenze, 15e eeuw: China vond papier, maar ook de ambtenarij uit
Firenze voerde dit systeem in om registers te hebben, niet enkel voornamen, nu ook achternamen en
adressen, ook belastingcontrole
⇨ Een van de verdiensten van Napoleon: enorme vernieuwing: Code Civil, bevolkingsregisters:
vroeger moest de kerk dit registreren, maar deze registers werden dan seculier
Disciplinering
Homogenisering (≠ gelijkheid): onderwijs kreeg een disciplinerend doel
De westerse wereld heeft enorm veel ingezet voor disciplinering: voorbeeld hiervan is jeugdbeweging
Medicalisering
Criminalisering van afwijkend gedrag: repressie met als doel homogenisering
Modernisering en centralisering van het gerechtelijk apparaat: ook in kolonies
De verlichting haar critici en haar erfgenamen