Lijst met Termen voor Examen 2025: Les 1-7 over
Kolonialisme en Racisme
Lijst met termen (1ste vraag op het examen)
Les 1
Globale Zuiden • Term voor landen met een gedeelde geschiedenis van
kolonialisme en ongelijkheid.
• Geen puur geografische term; ook politiek en sociaal
bedoeld.
• Benadrukt machtsverhoudingen met het Westen
(Noorden).
• Landen uit deze regio voerden vaak antikoloniale en
nationale strijd.
• Is een alternatief voor het eurocentrische
wereldbeeld.
Derde wereld • Term uit de Koude Oorlog: landen buiten de
kapitalistische en communistische blokken.
• Meestal ex-kolonies in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
• Landen uit deze regio voerden vaak antikoloniale en
nationale strijd.
• Lag aan de basis van initiatieven als de
Bandungconferentie
• Tegenwoordig vervangen door “Globale Zuiden” om
negatieve bijklank te vermijden.
Eurocentrisme • Het idee dat Europese normen en waarden universeel
en superieur zijn.
• Andere culturen worden vaak als achterlijk of ‘nog
niet ontwikkeld’ bekeken.
• Vertekent de geschiedenis en huidige
wereldproblemen.
• Gaat voorbij aan machtsstructuren zoals kolonialisme
en ongelijkheid.
• Kritiek op Eurocentrisme is nodig voor een eerlijker
wereldbeeld.
Raciaal Kapitalisme • Economisch systeem dat ongelijkheid structureel op
ras baseert.
• Oorsprong in slavernij, kolonisatie en
arbeidsuitbuiting van niet-witte mensen.
• ‘Ras’ wordt sociaal geconstrueerd als
verdelingsmechanisme binnen het systeem.
• Racisme is dus niet alleen een vooroordeel, maar een
economische logica.
• Tot op vandaag zichtbaar.
, Les 2
Zijderoute • Belangrijke handelsroute tussen China, India, het
Midden-Oosten en Europa.
• Werd gebruikt voor zijde, specerijen, porselein,
buskruit en ideeën.
• Zorgde voor culturele en economische uitwisseling
tussen grote rijken.
• Belangrijke rol in het Aziatische wereldsysteem vóór
Europese dominantie.
• Toonde aan dat globalisering al vóór 1500 bestond.
Bronzen beelden van Benin • Kunstvoorwerpen uit het koninkrijk Benin (nu Nigeria),
vanaf de 13e eeuw.
• Bewijs van hoogstaande Afrikaanse kunst en
metaalbewerking.
• Werden geplunderd door de Britten in 1897 en
verspreid in Europese musea.
• Weerspreken het koloniale beeld van Afrika als
'primitief'.
• Centrale figuur in het debat over teruggave van
roofkunst.
Tenochtitlan • Hoofdstad van het Azteekse rijk, gesticht in 1325.
• Het huidige Mexico-Stad, met geavanceerde
infrastructuur.
• Verwoest in 1521 door Hernán Cortés en Spaanse
troepen.
• Eén van de grootste steden ter wereld in die tijd.
• Symbool van de rijkdom en organisatie van
precolumbiaans Amerika.
Zheng He • Chinese admiraal en ontdekkingsreiziger uit de 15e
eeuw.
• Was een Eunuch
• Zijn vloot was technologisch ver vooruit op Europese
schepen.
• China toonde zo zijn maritieme macht en
handelsnetwerk.
• Reizen stopten om politieke redenen; Europa nam
later de leiding over. (& leiding in Azië over)
Mansa Moussa • Rijkste koning uit de geschiedenis, heerser van het
Malirijk in de 14e eeuw.
• Werd beroemd door zijn pelgrimstocht naar Mekka
met goud en duizenden volgelingen.
• Zorgde voor bekendheid van Afrika in Europa en het
Midden-Oosten.
• Symboliseert de rijkdom en macht van middeleeuws
Afrika.
• Zijn reis zette het Malirijk letterlijk op de kaart.
,Mercantilisme • Economisch systeem waarin staten rijkdom
nastreefden via export en goud.
• Overheden beschermden eigen economie en
koloniale handel.
• Stimulatie van handel via monopoliecompagnieën
zoals de VOC.
• Kolonies leverden grondstoffen en fungeerden als
afzetmarkt.
• Basis voor de opkomst van het moderne kapitalisme.
Feodalisme • Middeleeuws systeem gebaseerd op landbezit en
persoonlijke loyaliteit.
• Grondheren gaven land aan leenmannen in ruil voor
diensten.
• Boeren werkten op land in ruil voor bescherming
(horigheid).
• Macht was versnipperd; centrale staten bestonden
nog niet.
• Werd geleidelijk vervangen door markteconomie en
stedelijke handel.
Protokapitalisme • Voorloper van het moderne kapitalisme, vóór de
industriële revolutie.
• Ontstond in steden met markten, geld en
commerciële netwerken.
• Handel was al gericht op winst, niet alleen op gebruik.
• Aanwezig in Europa, Azië, Afrika en het Midden-
Oosten.
• Legde de basis voor wereldwijde economische
uitwisseling.
Fernando Magellaan (Portugees) • Leidde de eerste reis rond de wereld in Spaanse dienst
(1519–1522).
• Zeilde via Zuid-Amerika (Straat van Magellaan) naar
de Stille Oceaan.
• Belangrijk voor Europese controle over wereldhandel.
• Symboliseert de overgang naar een echte wereldwijde
economie.
Cristóbal Colón (Columbus) • “Ontdekte” Amerika in 1492 tijdens zoektocht naar
een route naar Indië.
• Bereikte de Caraïben, dacht dat hij in Azië was.
• Zijn reis leidde tot Europese kolonisatie van het
continent.
• Belangrijke schakel in het ontstaan van het
wereldsysteem.
• Zijn ontdekking luidde het begin van de moderne
globalisering in.
, Vasco da Gama • Portugese ontdekkingsreiziger die in 1498 India
bereikte via Kaap de Goede Hoop.
• Opende een directe zeeroute naar Azië voor de
Europese handel.
• Versterkte de Portugese macht en aanwezigheid in de
Indische Oceaan.
• Legde de basis voor koloniaal rijk in India en Oost-
Afrika.
• Speelde een sleutelrol in het ontstaan van Europese
maritieme dominantie.
Waldseemuller wereldkaart • Wereldkaart uit 1507 van de Duitse cartograaf Martin
Waldseemüller.
• Eerste kaart waarop de ‘Nieuwe Wereld’ als
“America” wordt benoemd.
• Gebaseerd op de reizen van Amerigo Vespucci.
• Toont een nieuw wereldbeeld na de ontdekking van
Amerika.
• Wordt beschouwd als een symbolische start van het
moderne wereldsysteem.
Verdragen van Tordesillas en Zaragoza • Tordesillas (1494): Spanje en Portugal verdelen de
niet-Europese wereld.
• Spanje kreeg gebieden ten westen van een
denkbeeldige lijn, Portugal ten oosten.
• Zaragoza (1529): verfijning van die verdeling in Azië.
• Zorgde voor verdeling van koloniale invloedssferen
tussen de twee grootmachten.
• Toont het vroege gebruik van geopolitiek in
wereldverdeling.
Hernán Cortés • Spaanse conquistador die het Azteekse rijk veroverde
in 1521.
• Gebruikte militaire kracht, bondgenootschappen en
ziektes tegen de Azteken.
• Verwoestte Tenochtitlan en stichtte Mexico-Stad.
• Symboliseert de brute kolonisatie van Amerika door
Spanje.
• Legde de basis voor Spaans koloniaal rijk in Midden-
Amerika.
Francisco Pizarro • Spaanse conquistador die het Incarijk veroverde
(1532–1533).
• Nam keizer Atahualpa gevangen en liet hem
executeren ondanks losgeld.
• Verwoestte de hoofdstad Cuzco en richtte Lima op.
• Toonde het belang van geweld en uitbuiting in
koloniale veroveringen.
• Stelde Spanje in staat enorme hoeveelheden zilver te
exploiteren uit Peru.
Kolonialisme en Racisme
Lijst met termen (1ste vraag op het examen)
Les 1
Globale Zuiden • Term voor landen met een gedeelde geschiedenis van
kolonialisme en ongelijkheid.
• Geen puur geografische term; ook politiek en sociaal
bedoeld.
• Benadrukt machtsverhoudingen met het Westen
(Noorden).
• Landen uit deze regio voerden vaak antikoloniale en
nationale strijd.
• Is een alternatief voor het eurocentrische
wereldbeeld.
Derde wereld • Term uit de Koude Oorlog: landen buiten de
kapitalistische en communistische blokken.
• Meestal ex-kolonies in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
• Landen uit deze regio voerden vaak antikoloniale en
nationale strijd.
• Lag aan de basis van initiatieven als de
Bandungconferentie
• Tegenwoordig vervangen door “Globale Zuiden” om
negatieve bijklank te vermijden.
Eurocentrisme • Het idee dat Europese normen en waarden universeel
en superieur zijn.
• Andere culturen worden vaak als achterlijk of ‘nog
niet ontwikkeld’ bekeken.
• Vertekent de geschiedenis en huidige
wereldproblemen.
• Gaat voorbij aan machtsstructuren zoals kolonialisme
en ongelijkheid.
• Kritiek op Eurocentrisme is nodig voor een eerlijker
wereldbeeld.
Raciaal Kapitalisme • Economisch systeem dat ongelijkheid structureel op
ras baseert.
• Oorsprong in slavernij, kolonisatie en
arbeidsuitbuiting van niet-witte mensen.
• ‘Ras’ wordt sociaal geconstrueerd als
verdelingsmechanisme binnen het systeem.
• Racisme is dus niet alleen een vooroordeel, maar een
economische logica.
• Tot op vandaag zichtbaar.
, Les 2
Zijderoute • Belangrijke handelsroute tussen China, India, het
Midden-Oosten en Europa.
• Werd gebruikt voor zijde, specerijen, porselein,
buskruit en ideeën.
• Zorgde voor culturele en economische uitwisseling
tussen grote rijken.
• Belangrijke rol in het Aziatische wereldsysteem vóór
Europese dominantie.
• Toonde aan dat globalisering al vóór 1500 bestond.
Bronzen beelden van Benin • Kunstvoorwerpen uit het koninkrijk Benin (nu Nigeria),
vanaf de 13e eeuw.
• Bewijs van hoogstaande Afrikaanse kunst en
metaalbewerking.
• Werden geplunderd door de Britten in 1897 en
verspreid in Europese musea.
• Weerspreken het koloniale beeld van Afrika als
'primitief'.
• Centrale figuur in het debat over teruggave van
roofkunst.
Tenochtitlan • Hoofdstad van het Azteekse rijk, gesticht in 1325.
• Het huidige Mexico-Stad, met geavanceerde
infrastructuur.
• Verwoest in 1521 door Hernán Cortés en Spaanse
troepen.
• Eén van de grootste steden ter wereld in die tijd.
• Symbool van de rijkdom en organisatie van
precolumbiaans Amerika.
Zheng He • Chinese admiraal en ontdekkingsreiziger uit de 15e
eeuw.
• Was een Eunuch
• Zijn vloot was technologisch ver vooruit op Europese
schepen.
• China toonde zo zijn maritieme macht en
handelsnetwerk.
• Reizen stopten om politieke redenen; Europa nam
later de leiding over. (& leiding in Azië over)
Mansa Moussa • Rijkste koning uit de geschiedenis, heerser van het
Malirijk in de 14e eeuw.
• Werd beroemd door zijn pelgrimstocht naar Mekka
met goud en duizenden volgelingen.
• Zorgde voor bekendheid van Afrika in Europa en het
Midden-Oosten.
• Symboliseert de rijkdom en macht van middeleeuws
Afrika.
• Zijn reis zette het Malirijk letterlijk op de kaart.
,Mercantilisme • Economisch systeem waarin staten rijkdom
nastreefden via export en goud.
• Overheden beschermden eigen economie en
koloniale handel.
• Stimulatie van handel via monopoliecompagnieën
zoals de VOC.
• Kolonies leverden grondstoffen en fungeerden als
afzetmarkt.
• Basis voor de opkomst van het moderne kapitalisme.
Feodalisme • Middeleeuws systeem gebaseerd op landbezit en
persoonlijke loyaliteit.
• Grondheren gaven land aan leenmannen in ruil voor
diensten.
• Boeren werkten op land in ruil voor bescherming
(horigheid).
• Macht was versnipperd; centrale staten bestonden
nog niet.
• Werd geleidelijk vervangen door markteconomie en
stedelijke handel.
Protokapitalisme • Voorloper van het moderne kapitalisme, vóór de
industriële revolutie.
• Ontstond in steden met markten, geld en
commerciële netwerken.
• Handel was al gericht op winst, niet alleen op gebruik.
• Aanwezig in Europa, Azië, Afrika en het Midden-
Oosten.
• Legde de basis voor wereldwijde economische
uitwisseling.
Fernando Magellaan (Portugees) • Leidde de eerste reis rond de wereld in Spaanse dienst
(1519–1522).
• Zeilde via Zuid-Amerika (Straat van Magellaan) naar
de Stille Oceaan.
• Belangrijk voor Europese controle over wereldhandel.
• Symboliseert de overgang naar een echte wereldwijde
economie.
Cristóbal Colón (Columbus) • “Ontdekte” Amerika in 1492 tijdens zoektocht naar
een route naar Indië.
• Bereikte de Caraïben, dacht dat hij in Azië was.
• Zijn reis leidde tot Europese kolonisatie van het
continent.
• Belangrijke schakel in het ontstaan van het
wereldsysteem.
• Zijn ontdekking luidde het begin van de moderne
globalisering in.
, Vasco da Gama • Portugese ontdekkingsreiziger die in 1498 India
bereikte via Kaap de Goede Hoop.
• Opende een directe zeeroute naar Azië voor de
Europese handel.
• Versterkte de Portugese macht en aanwezigheid in de
Indische Oceaan.
• Legde de basis voor koloniaal rijk in India en Oost-
Afrika.
• Speelde een sleutelrol in het ontstaan van Europese
maritieme dominantie.
Waldseemuller wereldkaart • Wereldkaart uit 1507 van de Duitse cartograaf Martin
Waldseemüller.
• Eerste kaart waarop de ‘Nieuwe Wereld’ als
“America” wordt benoemd.
• Gebaseerd op de reizen van Amerigo Vespucci.
• Toont een nieuw wereldbeeld na de ontdekking van
Amerika.
• Wordt beschouwd als een symbolische start van het
moderne wereldsysteem.
Verdragen van Tordesillas en Zaragoza • Tordesillas (1494): Spanje en Portugal verdelen de
niet-Europese wereld.
• Spanje kreeg gebieden ten westen van een
denkbeeldige lijn, Portugal ten oosten.
• Zaragoza (1529): verfijning van die verdeling in Azië.
• Zorgde voor verdeling van koloniale invloedssferen
tussen de twee grootmachten.
• Toont het vroege gebruik van geopolitiek in
wereldverdeling.
Hernán Cortés • Spaanse conquistador die het Azteekse rijk veroverde
in 1521.
• Gebruikte militaire kracht, bondgenootschappen en
ziektes tegen de Azteken.
• Verwoestte Tenochtitlan en stichtte Mexico-Stad.
• Symboliseert de brute kolonisatie van Amerika door
Spanje.
• Legde de basis voor Spaans koloniaal rijk in Midden-
Amerika.
Francisco Pizarro • Spaanse conquistador die het Incarijk veroverde
(1532–1533).
• Nam keizer Atahualpa gevangen en liet hem
executeren ondanks losgeld.
• Verwoestte de hoofdstad Cuzco en richtte Lima op.
• Toonde het belang van geweld en uitbuiting in
koloniale veroveringen.
• Stelde Spanje in staat enorme hoeveelheden zilver te
exploiteren uit Peru.