– 2025-2026 – Crossculturele Psychologie
DEEL 1: GEBIEDSOMSCHRIJVING EN METHODOLOGIE
HOOFDSTUK 1 : INLEIDING
1 .1 . WAT IS CULTUUR?
- = Een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan
die van generatie op generatie worden overgeleverd
- Cultuur wordt vaak voorgesteld als ajuin-model met verschillende lagen
→ Meest zichtbaar: materiële zaken van cultuur (vlag, muziekstijl, gebouwen, voeding …)
→ Sociale cultuur: hoe mensen met elkaar omgaan, wat ze verwachten van elkaar, normen en waarden
(hoe gedraag je jou op een begrafenis)
→ Subjectieve cultuur: dicht bij psychologie (emoties, hoe mensen denken, wat ze denken, interpretaties
van situaties etc)
→ Ajuin groeit verder, cultuur is dynamisch!
- Piramide zet cultuur tussen menselijke natuur en onze PH
→ Menselijke natuur: biologisch, voor iedereen hetzelfde, aangeboren
→ Cultuur: wat we delen met een bepaalde groep mensen waarmee we in een zelfde culturele context wonen
→ PH: individueel, hangt af van aangeboren kwaliteiten en wat je hebt meegemaakt
1.1.1. CULTUUR IS GEDEELD
- Je kan nooit een cultuur op je eentje hebben, er is altijd een groep voor nodig
→ Van heel klein tot heel groot
→ Als we over cultuur spreken, spreken we vaak over grote groep mensen waarmee je hetzelfde deelt, maar elke groep heeft op een of andere manier
een klein cultuurtje (verwachtingen die je hebt, gewoonten die je hebt, rolpatronen die je onderling hebt…) en op die manier spreken we soms dan
ook van een organisatiecultuur
- De mate waarin het gedeeld is varieert: individuele verschillen binnen eenzelfde cultuur
→ Ook PH, levenservaring en de vele andere cultuurtjes waar je deel van bent
→ = Maakt ons uniek
- Ook verschillen tussen culturen: hoe sterk mensen gelijkaardig zijn en hoeveel ze verschillen van elkaar
→ Tight cultures: hechte culturen waar culturele normen streng gehanteerd worden, je wordt afgestraft als je anders bent
→ Loose cultures: er bestaan evengoed normen maar hanteren die iets minder streng en zit van nature meer variatie op binnen mensen in die cultuur
1.1.2. CULTUUR IS OVERGELEVERD
- Wordt aangeleerd door socialisatie, je wordt er niet mee geboren
→ Primaire socialisatie: door directe familie (ouders of andere centrale zorgfiguren)
→ Secundaire socialisatie: door school, vrienden, werk, …
→ Tertiaire socialisatie: door samenleving, (sociale) media, …
- Socialisatieproces: een levenslang leerproces dat van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven
- Gebeurt bewust en onbewust
→ Wordt overgebracht door socialisatie
→ Cultuur is alles wat gemaakt en verworven is door de mens
→ Enculturatie: doorheen je leven krijg je je cultuur (soms twee culturen) mee in je dagelijkse leven (socialisatie doorheen de tijd)
→ Acculturatie: je gaat nieuwe culturen leren als je je in de geografische ruimte verplaatst (bv wanneer je verhuist kom je in een nieuwe culturele
context terecht) en kan ook dat je hier blijft en in de sociale ruimte beweegt (bv je krijgt een partner met een andere achtergrond en ga je hun
cultuur leren kennen en daar onbewust dingen van oppikken)
1.1.3. CULTUUR IS DYNAMISCH
- Cultuur veranderd over de tijd
→ We hebben invloed op cultuur en kunnen dingen veranderen, als we denken aan kleine groepjes kunnen
→ Cultuur beïnvloedt zijn leden en vice versa
→ Veranderingen zijn adaptaties
→ Cultuur is de aanpassing van de menselijke soort op ecologische, sociopolitieke en biologische factoren
▪ Bv je woont in de woestijn, dan moet je kleding hebben die licht is qua stof zodat je het niet te warm krijgt
▪ Bv Spaanse siësta om in de middag te rusten door de warmt
1
, – 2025-2026 – Crossculturele Psychologie
- Voorbeeld van menselijk gedrag waar cultuur geen invloed op heeft: reflexmatig reageren op pijn
→ Als iemand per ongeluk zijn hand op een hete kookplaat legt, zal die persoon instinctief zijn hand terugtrekken, dit is een automatische reactie van
het zenuwstelsel en gebeurt zonder dat culturele waarden of normen een rol spelen
→ Terwijl cultuur wel invloed heeft op hoe we over pijn praten of ermee omgaan, verandert het niets aan deze directe lichamelijke reflex
1 .2 . WAT IS CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE?
- = De wetenschappelijke studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijk psychologisch functioneren in verschillende culturele groepen, daarbij
onderzoekend hoe ons denken, voelen en doen beïnvloed wordt door een culturele context
GESCHIEDENIS VAN CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE
- Een lang verleden
→ 1850 Völkerpsychologie: mens in relatie tot gewoonten en gebruiken van de samenleving
→ Wundt: Where deliberate experimentation ends is where history has experimented on the behalf of psychologists
→ 1940-1950 basispersoonlijkheid en nationale karakters
- Maar een korte geschiedenis
→ Vanaf 1960-1970 bloeide crosscultureel psychologisch onderzoek met specifieke wetenschappelijke tijdschriften
TWEE BENADERINGEN
- Als je wilt gaan onderzoeken in hoeverre onze culturele context van invloed is in onze psychologie zijn er 2 kampen die daar een heel verschillend
antwoord op hebben
ABSOLUTISME OF UNIVERSALISME (ALGEMENE PSYCHOLOGIE) RELATIVISME (CULTUURPSYCHOLOGIE)
Zeggen dat psychologie overal hetzelfde is, over heel de mensheid en Zeggen dat onze psychologie verschilt in culturele contexten en dat er geen
zoeken naar ‘de’ menselijke psychologie, een soort machinekamer, contextvrije psychologie bestaat
hardware van de menselijke psychologie.
= Je kan psychologie enkel begrijpen binnen een culturele context
Zien culturele variatie eerder als ruis waar je over moet kijken om de
▪ Bv numerisch redeneren door te tellen op je vingers: In sommige
psychologie van de mens te moeten kennen die universeel is over heel de
culturen leer je je vingers tellen, in andere culturen leer je je
wereld
vingerkootjes tellen
▪ Sensorische, motorische functies die universeel zijn
▪ Functies vanaf jonge leeftijd die universeel zijn (objectpermanentie)
▪ Zeer abstracte functies die universeel zijn (taalontwikkeling)
Kritiek Kritiek
Absolutisme is te simpel, in werkelijkheid kunnen psychologische processen Relativisme benadrukt de verschillen tussen culturen, maar vergeet dat
sterk beïnvloed worden door de cultuur waarin iemand leeft mensen wereldwijd ook veel gemeen hebben, zoals basisemoties en
behoeften
Bv wat mensen belangrijk vinden of hoe ze emoties uiten, kan verschillen van
cultuur tot cultuur De waarheid zit meestal in het midden
Dus, kritiek zegt dat we cultuur niet kunnen negeren bij het begrijpen van
psychologie: we moeten rekening houden met die culturele verschillen
1 .3 .WAAROM IS CCP BELANGRIJK?
1. Veel psychologisch onderzoek is WEIRD
→ Western: meeste van ons psychologisch onderzoek is gebeurd bij deelnemers uit Westerse landen
→ Educated: deelnemers die gemiddeld gezien vrij hoog opgeleid zijn
→ Industrialized: in geïndustrialiseerde landen
→ Rich: in rijke landen
→ Democratic: en in democratisch georganiseerde landen
2. Het is pas door over andere culturen te leren, dat je je eigen cultuur beter gaat leren kennen
→ Is pas door contrast met anderen te zien dat je je eigen cultuur leert kennen
→ The last thing a fish would ever notice would be water: als je je hele leven enkel doorbrengt in water, weet je niet dat er iets anders bestaat en weet
je eigenlijk ook niet wat water is
▪ Hetzelfde geldt voor jouw cultuur, je gaat het pas leren kennen wanneer je een contrast ziet met een andere cultuur
3. Om etnocentrisme tegen te gaan
→ = De houding waarbij de eigen omgeving, het eigen volk of de eigen cultuur bewust of onbewust als maatstaf gebruikt wordt om de rest van de
wereld te beoordelen
→ Gebeurt bewust en onbewust: omdat wij onze zaken normaal vindt, gaan we andere zaken vreemd vinden en anderen veroordelen voor wat die doet
→ Door meer te leren over verschillende manieren zie je dat jouw manier één van de velen is
2
, – 2025-2026 – Crossculturele Psychologie
- Veel studies die grote groepen mensen vergelijken
→ Het gaat altijd over gemiddelde verschillen
→ Veel individuele variatie binnen culturen
→ Veel subgroepen en subculturen die ook belangrijk zijn (SES, gender, )
→ Studies met specifieke steekproeven
→ Cultuur is dynamisch
→ Opletten voor generalisatie en essentialisme!
HOOFDSTUK 2 : CROSSCULTUREEL ONDERZOEK – THEORETISCH KADER EN KWALITATIEVE ONDERZOEKSMETHODEN
2 .1 . SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF
1. Welke culturen ga je bestuderen?
2. Welke deelnemers ga je bestuderen in die culturen?
VOLLEDIG ASELECT
- Random: willekeurig en toevallig
→ Het bekijken van verspreiding van kenmerken over culturen/personen zonder duidelijk verwachtingspatroon
▪ Culturen: willekeurig 20 landen selecteren
▪ Deelnemers: willekeurig voor elke cultuur 500 koppels selecteren
GESTRATIFICEERD ASELECT
- Culturen/personen opdelen in subpopulaties met een vooraf bedachte systematiek, obv theoretische veronderstelling
→ Binnen die subpopulaties kan je een aselect trekken
▪ Culturen: vergelijken van cultuur met persoonlijke partnerkeuze vs cultuur met gearrangeerde huwelijken
▪ Deelnemers: per cultuur 10 koppels in strata pas getrouwd, 10-20-30j getrouwd
CONVENIENCE SAMPLING
- = Gemak
→ Culturen/personen zijn diegenen die je makkelijk kan bereiken of die zelf interesse hebben in het thema
▪ Culturen: vergelijken van 8 landen waar ik collega onderzoekers vond die interesse hebben om mee te doen
▪ Deelnemers: ouders van een bepaalde school, koppels die reageren op advertentie/flyers, studenten via course credits
→ Niet altijd juiste methode
→ Goed nadenken over hoe representatief je resultaten dan daadwerkelijk zijn
!!!
- Keuze kan verschillend zijn voor selectie culturen en selectie deelnemers
- Wees je bewust van elke keuze en welke invloed die kan hebben op je resultaten en conclusies
→ Generaliseerbaarheid (cfr. WEIRD)
→ Vergelijkbaarheid: deelnemersgroep moet gelijkaardig zijn in verschillende culturen zodat verschil effectief cultureel is, en niet aan iets anders ligt
2 .2 . ONDERSCHEID KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE METHODEN VAN ONERZOEK (… EN WAAROM JE ZE BEIDE NODIG HEBT)
2.2.1. KWALITATIEF ONDERZOEK
- = Perspectief van de onderzochte in kaart brengen
→ Gedachten, gedragingen, ideeën, ervaringen,… van persoon zoveel mogelijk opnemen
▪ Observatie en interview
→ Rijke data verzamelen zonder vaste structuur of vooraf bepaalde selectie
→ Meestal in natuurlijke setting om de omgeving in rekening te brengen
→ Vragen zoals: ‘Wat betekent relatietevredenheid voor jou? Is het belangrijk voor jou?’
2.2.2. KWANTITATIEF ONDERZOEK
- = Kwantificeren: in cijfers samenvatten
→ Binnen vooraf bepaalde antwoordmogelijkheden (cfr. Likertschalen)
▪ Veel mensen tegelijk bevragen en goed te vergelijken
▪ Geen ‘rijke data’
→ Meestal in gecontroleerde settings
→ Vragen zoals: ‘Zijn mensen in de ene cultuur gemiddeld meer tevreden met hun relatie dan in de andere cultuur?...’
3
, Lisse Broes – 2024-2025 – Crossculturele Psychologie
2.2.3. KWALITATIEF V S. KWANTITATIEF
KWALITATIEF KWANTITATIEF
Open, verkennend Gesloten: wat je gaat meten ligt vast
Hoe – wat – waarom? Hoeveel verschil – samenhang?
Kleinere steekpfoef (tijdsintensief) Grotere steekproef
Analytische interpretatie van gelijkenis/verschil Statistische test van gelijkenis/verschil
= Belang van mixed methods en triangulatie (2 types onderzoek combineren!)
2.2.4. DE EMPIRISCHE CYCLUS
- Realiteit in data gieten
Kwalitatief Kwantitatief
- Theorie (Ideeën)
→ Wetenschappers beginnen met een theorie, een set van ideeën of veronderstellingen over hoe iets in de werkelijkheid werkt
→ Bv: mensen leren beter als ze actief betrokken zijn bij de stof
- Deductie (Van theorie naar realiteit)
→ Vanuit de theorie worden hypotheses afgeleid, dit betekent dat er specifieke verwachtingen worden opgesteld die getest kunnen worden
→ Hier zit vaak meer kwantitatief onderzoek.
→ Bv: als studenten interactieve oefeningen doen, onthouden ze de stof beter dan wanneer ze alleen lezen
- Data (Realiteit)
→ De hypothesen worden getest door middel van observaties en experimenten. Hierbij worden data verzameld
→ Bv: onderzoekers laten één groep studenten alleen lezen en een andere groep interactieve oefeningen maken, daarna meten ze het leerrendement
- Inductie (Van realiteit naar theorie)
→ De verzamelde data worden geanalyseerd en obv de resultaten kan de oorspronkelijke theorie worden aangepast of verfijnd
→ Hier zit vaak meer kwalitatief onderzoek
→ Bv: als resultaten aantonen dat interactieve oefeningen inderdaad leiden tot beter leren, wordt de theorie versterkt maar als de resultaten anders
zijn dan verwacht, moet de theorie mogelijk aangepast worden
2 .3 . WAAROM KWALITATIEF EN KWANTITATIEF ONDERZOEK COMBINEREN BELANGRIJK IS
HAPPINESS POLLS
- Belangrijke vragen
→ Betekent geluk en welzijn hetzelfde voor iedereen in alle landen?
▪ Ander beeld van geluk
→ Gebruiken ze de antwoordopties op dezelfde manier?
▪ Interpreteren ze die anders en is het dan wel representatief?
→ Zijn de predictoren van geluk die je bevraagt ook relevant voor elk land?
▪ Mis je factoren of zijn sommige gewoonweg niet van toepassing
▪ Opgesteld door jouw bril, obv wat jij belangrijk vindt
→ In subculturen nationaal zijn er ook al verschillende invullingen over wat geluk is
4
Downloaded by youn sam ()
DEEL 1: GEBIEDSOMSCHRIJVING EN METHODOLOGIE
HOOFDSTUK 1 : INLEIDING
1 .1 . WAT IS CULTUUR?
- = Een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan
die van generatie op generatie worden overgeleverd
- Cultuur wordt vaak voorgesteld als ajuin-model met verschillende lagen
→ Meest zichtbaar: materiële zaken van cultuur (vlag, muziekstijl, gebouwen, voeding …)
→ Sociale cultuur: hoe mensen met elkaar omgaan, wat ze verwachten van elkaar, normen en waarden
(hoe gedraag je jou op een begrafenis)
→ Subjectieve cultuur: dicht bij psychologie (emoties, hoe mensen denken, wat ze denken, interpretaties
van situaties etc)
→ Ajuin groeit verder, cultuur is dynamisch!
- Piramide zet cultuur tussen menselijke natuur en onze PH
→ Menselijke natuur: biologisch, voor iedereen hetzelfde, aangeboren
→ Cultuur: wat we delen met een bepaalde groep mensen waarmee we in een zelfde culturele context wonen
→ PH: individueel, hangt af van aangeboren kwaliteiten en wat je hebt meegemaakt
1.1.1. CULTUUR IS GEDEELD
- Je kan nooit een cultuur op je eentje hebben, er is altijd een groep voor nodig
→ Van heel klein tot heel groot
→ Als we over cultuur spreken, spreken we vaak over grote groep mensen waarmee je hetzelfde deelt, maar elke groep heeft op een of andere manier
een klein cultuurtje (verwachtingen die je hebt, gewoonten die je hebt, rolpatronen die je onderling hebt…) en op die manier spreken we soms dan
ook van een organisatiecultuur
- De mate waarin het gedeeld is varieert: individuele verschillen binnen eenzelfde cultuur
→ Ook PH, levenservaring en de vele andere cultuurtjes waar je deel van bent
→ = Maakt ons uniek
- Ook verschillen tussen culturen: hoe sterk mensen gelijkaardig zijn en hoeveel ze verschillen van elkaar
→ Tight cultures: hechte culturen waar culturele normen streng gehanteerd worden, je wordt afgestraft als je anders bent
→ Loose cultures: er bestaan evengoed normen maar hanteren die iets minder streng en zit van nature meer variatie op binnen mensen in die cultuur
1.1.2. CULTUUR IS OVERGELEVERD
- Wordt aangeleerd door socialisatie, je wordt er niet mee geboren
→ Primaire socialisatie: door directe familie (ouders of andere centrale zorgfiguren)
→ Secundaire socialisatie: door school, vrienden, werk, …
→ Tertiaire socialisatie: door samenleving, (sociale) media, …
- Socialisatieproces: een levenslang leerproces dat van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven
- Gebeurt bewust en onbewust
→ Wordt overgebracht door socialisatie
→ Cultuur is alles wat gemaakt en verworven is door de mens
→ Enculturatie: doorheen je leven krijg je je cultuur (soms twee culturen) mee in je dagelijkse leven (socialisatie doorheen de tijd)
→ Acculturatie: je gaat nieuwe culturen leren als je je in de geografische ruimte verplaatst (bv wanneer je verhuist kom je in een nieuwe culturele
context terecht) en kan ook dat je hier blijft en in de sociale ruimte beweegt (bv je krijgt een partner met een andere achtergrond en ga je hun
cultuur leren kennen en daar onbewust dingen van oppikken)
1.1.3. CULTUUR IS DYNAMISCH
- Cultuur veranderd over de tijd
→ We hebben invloed op cultuur en kunnen dingen veranderen, als we denken aan kleine groepjes kunnen
→ Cultuur beïnvloedt zijn leden en vice versa
→ Veranderingen zijn adaptaties
→ Cultuur is de aanpassing van de menselijke soort op ecologische, sociopolitieke en biologische factoren
▪ Bv je woont in de woestijn, dan moet je kleding hebben die licht is qua stof zodat je het niet te warm krijgt
▪ Bv Spaanse siësta om in de middag te rusten door de warmt
1
, – 2025-2026 – Crossculturele Psychologie
- Voorbeeld van menselijk gedrag waar cultuur geen invloed op heeft: reflexmatig reageren op pijn
→ Als iemand per ongeluk zijn hand op een hete kookplaat legt, zal die persoon instinctief zijn hand terugtrekken, dit is een automatische reactie van
het zenuwstelsel en gebeurt zonder dat culturele waarden of normen een rol spelen
→ Terwijl cultuur wel invloed heeft op hoe we over pijn praten of ermee omgaan, verandert het niets aan deze directe lichamelijke reflex
1 .2 . WAT IS CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE?
- = De wetenschappelijke studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijk psychologisch functioneren in verschillende culturele groepen, daarbij
onderzoekend hoe ons denken, voelen en doen beïnvloed wordt door een culturele context
GESCHIEDENIS VAN CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE
- Een lang verleden
→ 1850 Völkerpsychologie: mens in relatie tot gewoonten en gebruiken van de samenleving
→ Wundt: Where deliberate experimentation ends is where history has experimented on the behalf of psychologists
→ 1940-1950 basispersoonlijkheid en nationale karakters
- Maar een korte geschiedenis
→ Vanaf 1960-1970 bloeide crosscultureel psychologisch onderzoek met specifieke wetenschappelijke tijdschriften
TWEE BENADERINGEN
- Als je wilt gaan onderzoeken in hoeverre onze culturele context van invloed is in onze psychologie zijn er 2 kampen die daar een heel verschillend
antwoord op hebben
ABSOLUTISME OF UNIVERSALISME (ALGEMENE PSYCHOLOGIE) RELATIVISME (CULTUURPSYCHOLOGIE)
Zeggen dat psychologie overal hetzelfde is, over heel de mensheid en Zeggen dat onze psychologie verschilt in culturele contexten en dat er geen
zoeken naar ‘de’ menselijke psychologie, een soort machinekamer, contextvrije psychologie bestaat
hardware van de menselijke psychologie.
= Je kan psychologie enkel begrijpen binnen een culturele context
Zien culturele variatie eerder als ruis waar je over moet kijken om de
▪ Bv numerisch redeneren door te tellen op je vingers: In sommige
psychologie van de mens te moeten kennen die universeel is over heel de
culturen leer je je vingers tellen, in andere culturen leer je je
wereld
vingerkootjes tellen
▪ Sensorische, motorische functies die universeel zijn
▪ Functies vanaf jonge leeftijd die universeel zijn (objectpermanentie)
▪ Zeer abstracte functies die universeel zijn (taalontwikkeling)
Kritiek Kritiek
Absolutisme is te simpel, in werkelijkheid kunnen psychologische processen Relativisme benadrukt de verschillen tussen culturen, maar vergeet dat
sterk beïnvloed worden door de cultuur waarin iemand leeft mensen wereldwijd ook veel gemeen hebben, zoals basisemoties en
behoeften
Bv wat mensen belangrijk vinden of hoe ze emoties uiten, kan verschillen van
cultuur tot cultuur De waarheid zit meestal in het midden
Dus, kritiek zegt dat we cultuur niet kunnen negeren bij het begrijpen van
psychologie: we moeten rekening houden met die culturele verschillen
1 .3 .WAAROM IS CCP BELANGRIJK?
1. Veel psychologisch onderzoek is WEIRD
→ Western: meeste van ons psychologisch onderzoek is gebeurd bij deelnemers uit Westerse landen
→ Educated: deelnemers die gemiddeld gezien vrij hoog opgeleid zijn
→ Industrialized: in geïndustrialiseerde landen
→ Rich: in rijke landen
→ Democratic: en in democratisch georganiseerde landen
2. Het is pas door over andere culturen te leren, dat je je eigen cultuur beter gaat leren kennen
→ Is pas door contrast met anderen te zien dat je je eigen cultuur leert kennen
→ The last thing a fish would ever notice would be water: als je je hele leven enkel doorbrengt in water, weet je niet dat er iets anders bestaat en weet
je eigenlijk ook niet wat water is
▪ Hetzelfde geldt voor jouw cultuur, je gaat het pas leren kennen wanneer je een contrast ziet met een andere cultuur
3. Om etnocentrisme tegen te gaan
→ = De houding waarbij de eigen omgeving, het eigen volk of de eigen cultuur bewust of onbewust als maatstaf gebruikt wordt om de rest van de
wereld te beoordelen
→ Gebeurt bewust en onbewust: omdat wij onze zaken normaal vindt, gaan we andere zaken vreemd vinden en anderen veroordelen voor wat die doet
→ Door meer te leren over verschillende manieren zie je dat jouw manier één van de velen is
2
, – 2025-2026 – Crossculturele Psychologie
- Veel studies die grote groepen mensen vergelijken
→ Het gaat altijd over gemiddelde verschillen
→ Veel individuele variatie binnen culturen
→ Veel subgroepen en subculturen die ook belangrijk zijn (SES, gender, )
→ Studies met specifieke steekproeven
→ Cultuur is dynamisch
→ Opletten voor generalisatie en essentialisme!
HOOFDSTUK 2 : CROSSCULTUREEL ONDERZOEK – THEORETISCH KADER EN KWALITATIEVE ONDERZOEKSMETHODEN
2 .1 . SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF
1. Welke culturen ga je bestuderen?
2. Welke deelnemers ga je bestuderen in die culturen?
VOLLEDIG ASELECT
- Random: willekeurig en toevallig
→ Het bekijken van verspreiding van kenmerken over culturen/personen zonder duidelijk verwachtingspatroon
▪ Culturen: willekeurig 20 landen selecteren
▪ Deelnemers: willekeurig voor elke cultuur 500 koppels selecteren
GESTRATIFICEERD ASELECT
- Culturen/personen opdelen in subpopulaties met een vooraf bedachte systematiek, obv theoretische veronderstelling
→ Binnen die subpopulaties kan je een aselect trekken
▪ Culturen: vergelijken van cultuur met persoonlijke partnerkeuze vs cultuur met gearrangeerde huwelijken
▪ Deelnemers: per cultuur 10 koppels in strata pas getrouwd, 10-20-30j getrouwd
CONVENIENCE SAMPLING
- = Gemak
→ Culturen/personen zijn diegenen die je makkelijk kan bereiken of die zelf interesse hebben in het thema
▪ Culturen: vergelijken van 8 landen waar ik collega onderzoekers vond die interesse hebben om mee te doen
▪ Deelnemers: ouders van een bepaalde school, koppels die reageren op advertentie/flyers, studenten via course credits
→ Niet altijd juiste methode
→ Goed nadenken over hoe representatief je resultaten dan daadwerkelijk zijn
!!!
- Keuze kan verschillend zijn voor selectie culturen en selectie deelnemers
- Wees je bewust van elke keuze en welke invloed die kan hebben op je resultaten en conclusies
→ Generaliseerbaarheid (cfr. WEIRD)
→ Vergelijkbaarheid: deelnemersgroep moet gelijkaardig zijn in verschillende culturen zodat verschil effectief cultureel is, en niet aan iets anders ligt
2 .2 . ONDERSCHEID KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE METHODEN VAN ONERZOEK (… EN WAAROM JE ZE BEIDE NODIG HEBT)
2.2.1. KWALITATIEF ONDERZOEK
- = Perspectief van de onderzochte in kaart brengen
→ Gedachten, gedragingen, ideeën, ervaringen,… van persoon zoveel mogelijk opnemen
▪ Observatie en interview
→ Rijke data verzamelen zonder vaste structuur of vooraf bepaalde selectie
→ Meestal in natuurlijke setting om de omgeving in rekening te brengen
→ Vragen zoals: ‘Wat betekent relatietevredenheid voor jou? Is het belangrijk voor jou?’
2.2.2. KWANTITATIEF ONDERZOEK
- = Kwantificeren: in cijfers samenvatten
→ Binnen vooraf bepaalde antwoordmogelijkheden (cfr. Likertschalen)
▪ Veel mensen tegelijk bevragen en goed te vergelijken
▪ Geen ‘rijke data’
→ Meestal in gecontroleerde settings
→ Vragen zoals: ‘Zijn mensen in de ene cultuur gemiddeld meer tevreden met hun relatie dan in de andere cultuur?...’
3
, Lisse Broes – 2024-2025 – Crossculturele Psychologie
2.2.3. KWALITATIEF V S. KWANTITATIEF
KWALITATIEF KWANTITATIEF
Open, verkennend Gesloten: wat je gaat meten ligt vast
Hoe – wat – waarom? Hoeveel verschil – samenhang?
Kleinere steekpfoef (tijdsintensief) Grotere steekproef
Analytische interpretatie van gelijkenis/verschil Statistische test van gelijkenis/verschil
= Belang van mixed methods en triangulatie (2 types onderzoek combineren!)
2.2.4. DE EMPIRISCHE CYCLUS
- Realiteit in data gieten
Kwalitatief Kwantitatief
- Theorie (Ideeën)
→ Wetenschappers beginnen met een theorie, een set van ideeën of veronderstellingen over hoe iets in de werkelijkheid werkt
→ Bv: mensen leren beter als ze actief betrokken zijn bij de stof
- Deductie (Van theorie naar realiteit)
→ Vanuit de theorie worden hypotheses afgeleid, dit betekent dat er specifieke verwachtingen worden opgesteld die getest kunnen worden
→ Hier zit vaak meer kwantitatief onderzoek.
→ Bv: als studenten interactieve oefeningen doen, onthouden ze de stof beter dan wanneer ze alleen lezen
- Data (Realiteit)
→ De hypothesen worden getest door middel van observaties en experimenten. Hierbij worden data verzameld
→ Bv: onderzoekers laten één groep studenten alleen lezen en een andere groep interactieve oefeningen maken, daarna meten ze het leerrendement
- Inductie (Van realiteit naar theorie)
→ De verzamelde data worden geanalyseerd en obv de resultaten kan de oorspronkelijke theorie worden aangepast of verfijnd
→ Hier zit vaak meer kwalitatief onderzoek
→ Bv: als resultaten aantonen dat interactieve oefeningen inderdaad leiden tot beter leren, wordt de theorie versterkt maar als de resultaten anders
zijn dan verwacht, moet de theorie mogelijk aangepast worden
2 .3 . WAAROM KWALITATIEF EN KWANTITATIEF ONDERZOEK COMBINEREN BELANGRIJK IS
HAPPINESS POLLS
- Belangrijke vragen
→ Betekent geluk en welzijn hetzelfde voor iedereen in alle landen?
▪ Ander beeld van geluk
→ Gebruiken ze de antwoordopties op dezelfde manier?
▪ Interpreteren ze die anders en is het dan wel representatief?
→ Zijn de predictoren van geluk die je bevraagt ook relevant voor elk land?
▪ Mis je factoren of zijn sommige gewoonweg niet van toepassing
▪ Opgesteld door jouw bril, obv wat jij belangrijk vindt
→ In subculturen nationaal zijn er ook al verschillende invullingen over wat geluk is
4
Downloaded by youn sam ()