Wat kunnen voor examen lichaam en mond
1. Termen → quizlet
2. Termen ontleden
3. Tekening van het hart vanbuiten
4. Dna
5. Hersenzenuwen (p170)
6. Stelsels goed kennen
7. hersenkwabben
8. chemische structuren die in het rood zijn omcirkeld
9. Vraag over dermatoom(zie zenuwstelsel)
10.Verschil momogene erfelijkheid en polygene erfelijkheid
11.Longen anatomie kunnen bijaanvullen
12.Het tegenvoegsel van termen geven
Mogelijke examenvragen:
1. Benoem deze afbeelding
2. Vraag over corona: Is het coronavirus een levend organisme?
Neen, is niet zelfstandig in staat tot voortplanting. Hij heeft hier een gast voor
nodig → menselijke cellen. Onze cellen maken virus bok en de cellen gaan
daardoor kapot.
3. Positie van de luchtpijs en slokdarm: hoe liggen die tov elkaar? Luchtpijp aan
buikzijde → ventraal en slokdarm aan de rugzijde → dorsaal
4. Wat is het verschil tussen monogene erfelijkheid en polygene erfelijkheid?
5. Wat is Escheria coli?
Een darmbacterie.
- Heef t altijd voeding van de darm
- Kan bepaalde stoffen aanmaken die de mens niet kan aanmaken
- Goede bacterie
6. Wat is symbiose?
, Samenlevingsvorm tussen twee verschillende organismen en ze hebben er
beide voordelen aan.
7. Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O + licht → 6 O2 + C6 H12 (glucose C6) → Anabolisme
8. Wat is fermentatie? Vergisting
9. Intracellulair? Binnen de cel
10.Intercellulair? Tussen de cellen
11.Peptidoglycaan keten?
Buitenste membraan à beschermd de cel
→ Hier gebeuren vaak metabole processen (anabole en katabole)
→ Voordeel van de oppervlaktevergroting? Hoe meer oppervlak, hoe meer
plaats voor metabole processen!
12.Heeft de plantaardige cel een celwand?
Ja, maar de samenstelling chemische opbouw is anders dan bij prokaryoten.
Geeft stevigheid. Alleen dierlijke (ook de menselijke cel) heeft geen celwand.
13.chemische structuur kennen van
a. Ribose
b. Glucose
c. Fructose
14.Is glucose polair of apolair?
UITLEG (denk ik) Water Molecules worden ook aangetrokken
door een organisch molecule met polaire covalente bindingen
Glucose bindt sterk aan water en lost op
1. Termen → quizlet
2. Termen ontleden
3. Tekening van het hart vanbuiten
4. Dna
5. Hersenzenuwen (p170)
6. Stelsels goed kennen
7. hersenkwabben
8. chemische structuren die in het rood zijn omcirkeld
9. Vraag over dermatoom(zie zenuwstelsel)
10.Verschil momogene erfelijkheid en polygene erfelijkheid
11.Longen anatomie kunnen bijaanvullen
12.Het tegenvoegsel van termen geven
Mogelijke examenvragen:
1. Benoem deze afbeelding
2. Vraag over corona: Is het coronavirus een levend organisme?
Neen, is niet zelfstandig in staat tot voortplanting. Hij heeft hier een gast voor
nodig → menselijke cellen. Onze cellen maken virus bok en de cellen gaan
daardoor kapot.
3. Positie van de luchtpijs en slokdarm: hoe liggen die tov elkaar? Luchtpijp aan
buikzijde → ventraal en slokdarm aan de rugzijde → dorsaal
4. Wat is het verschil tussen monogene erfelijkheid en polygene erfelijkheid?
5. Wat is Escheria coli?
Een darmbacterie.
- Heef t altijd voeding van de darm
- Kan bepaalde stoffen aanmaken die de mens niet kan aanmaken
- Goede bacterie
6. Wat is symbiose?
, Samenlevingsvorm tussen twee verschillende organismen en ze hebben er
beide voordelen aan.
7. Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O + licht → 6 O2 + C6 H12 (glucose C6) → Anabolisme
8. Wat is fermentatie? Vergisting
9. Intracellulair? Binnen de cel
10.Intercellulair? Tussen de cellen
11.Peptidoglycaan keten?
Buitenste membraan à beschermd de cel
→ Hier gebeuren vaak metabole processen (anabole en katabole)
→ Voordeel van de oppervlaktevergroting? Hoe meer oppervlak, hoe meer
plaats voor metabole processen!
12.Heeft de plantaardige cel een celwand?
Ja, maar de samenstelling chemische opbouw is anders dan bij prokaryoten.
Geeft stevigheid. Alleen dierlijke (ook de menselijke cel) heeft geen celwand.
13.chemische structuur kennen van
a. Ribose
b. Glucose
c. Fructose
14.Is glucose polair of apolair?
UITLEG (denk ik) Water Molecules worden ook aangetrokken
door een organisch molecule met polaire covalente bindingen
Glucose bindt sterk aan water en lost op