Recht
Periode 3
Les 1 - voorbereiding
Literatuur: Mr. H.C. Geugjes en Mr. K.u.J. Hopman (2021, 8e druk). Socialezekerheidsrecht
begrepen. Den Haag: Boom Juridisch.
Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 6 t/m 6.7.
Samenvatting
Hfst 1.
Sociale zekerheid
Solidariteit:
Verzorgingsstaat: De overheid speelt een belangrijke rol bij het opvangen van van verschillende
risico’s. De overheid is verplicht om de burger te vrijwaren tegen een gebrek aan gezondheid, een
gebrek aan inkomen, enz.
Inkomenszekerheid: Het fundament van de sociale zekerheid is in de eerste plaats
inkomenszekerheid bij inkomensderving. Valt het inkomen weg vanwege werkloosheid, langdurige
arbeidsongeschiktheid of ouderdom, dan zorgen respectievelijk de WerkloosheidsWet (WW), de
Wet Werk en inkomen naar arbeidsonvermogen (Wet WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW)
ervoor dat uitkeringsgerechtigde kan terugvallen op een inkomen in de vorm van een periodieke,
meestal maandelijkse, uitkering om het verlies aan inkomen op te vangen.
Voor degenen die van jongs af aan wegens medische redenen nooit instaat zijn geweest om
inkomen te verdienen geldt de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten). De Participatiewet, tenslotte, kent een uitkering toe voor iedereen die geen
inkomen heeft. Soms gaat het niet over een uitkering ter vervanging van (eerder) inkomen, maar
om een tegemoetkoming/bijdrage die de overheid verstrekt voor bepaalde kosten. Denk aan
kinderbijslag, WMO.
De waarborgfunctie - inkomenszekereid - is een belangrijke pijler van de sociale zekerheid.
Sociaal minimum is de ondergrens van de sociale zekerheid en vormt daarbij een kernbegrip.
Dit betekend dat de sociale zekerheid een inkomen op minimumniveau garandeert in de situatie
dat het inkomen lager is dan het geldende sociale minimum. De sociale zekerheid waarborgt als
vangnet een minimuminkomensniveau voor de burger. De hoogte van dit sociale minimum zou
voldoende moeten zijn om een menswaardig bestaan te kunnen hebben.
De netto (minimum) uitkering is gekoppeld aan het nettominimumloon.
Stijgt het minimumloon, dan stijgen ook de uitkeringen (loonindexering). Dit noemen we de
‘koppeling’. Het is een belangrijk instrument om armoede te bestrijden.
Het wettelijk minimumloon bedraagt €1684 bruto (2021) per maand voor werknemers van 22 jaar
en ouder.
Het sociale minimum is van het wettelijk minimumloon afgeleid en bedraagt:
- Voor gehuwden en samenwonenden die de kosten niet met een ander kunnen delen, 100% van
het wettelijk minimumloon
- Voor een alleenstaande (ouder) die de kosten niet met een ander kan delen, 70% van het
minimumloon.
Collectiviteit:
, Les 1 - Klassikaal
Informatie:
Samenvatten aan de hand van Powerpoints i.v.m. de inhoud van het boek (te veel stof).
Inhoud:
Sociale zekerheid
- Het systeem
- Verzekeringen en voorzieningen
- Volksverzekeringen en werknemersverzekeringen
- Overige aanspraken en voorzieningen
- Uitvoerende instanties
- Enkele trajecten in de sociale zekerheid
Het juridische stappenplan Sociale zekerheid
In het kader van rechtvakken wordt verwacht dat jij de opgedane kennis en vaardigheden kunt
toepassen bij het oplossen van juridische vraagstukken. Als hulpmiddel kun je gebruik maken van
het juridische stappenplan voor de sociale zekerheid.
1. Welke thema’s spelen in de casus een rol?
De volgende thema’s kunnen worden onderscheiden:
- Inkomen
- Ziektekosten
- Arbeidsre-integratie
- Overig
2. Kan een beroep worden gedaan op de private sociale zekerheid?
De belangrijkste situaties zijn:
- Ziektekostenverzekering op basis van de zorgverzekeringswet (Zvw)
- Artikel 7:629 BW, loondoorbetaling werkgever bij ziekteverzuim werknemer
3. Is beroep mogelijk op de publieke sociale zekerheid?
a. Werknemersverzekeringen (ZW, Wet WIA (voor 1-1-2004 WAO), WW)
Verzekeringen tegen inkomensverlies t.g.v. werkeloosheid en langdurige arbeidsongeschiktheid.
Voorzieningen ter bevordering van arbeidsre-integratie.
De doelgroep: iedereen is loondienst is verplicht verzekerd.
Premiebetaling: Werkgever en werknemer.
Uitvoering: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).
Voorwaarden WW: Bepaalde periode gewerkt om recht te hebben, 26 uit 36 (wekeneis)
Bij een WW uitkering: er moet gezocht worden naar een manier om weer te gaan werken, zsm.
b. Volksverzekeringen (AOW, Anw, en Wlz)
Worden betaald uit premies. De hoogte van de premie is afhankelijk van inkomen en leeftijd.
De doelgroep: ingezetenen van Nederland (verplicht verzekerd) en daarmee gelijkgestelden
(vrijwillig verzekerd).
c. Sociale voorzieningen en overige aanspraken (Participatiewet, Wajong (vanaf 1-01-2015
duurzaam geen arbeidsvermogen hebben), IOW, IOAZ, IOAW, Bijstand 65+ (AIO), TW, Wsw
(vanaf 1-01-15 geen instroom meer), WMO 2015, WAZO, AKW, zorgtoeslag, huurtoeslag,
kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget.
Bijstand
Voorwaarden en uitsluitingsgronden
Voorwaarden
- behoeftigheid
- Woonachtig in Nederand
Periode 3
Les 1 - voorbereiding
Literatuur: Mr. H.C. Geugjes en Mr. K.u.J. Hopman (2021, 8e druk). Socialezekerheidsrecht
begrepen. Den Haag: Boom Juridisch.
Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 6 t/m 6.7.
Samenvatting
Hfst 1.
Sociale zekerheid
Solidariteit:
Verzorgingsstaat: De overheid speelt een belangrijke rol bij het opvangen van van verschillende
risico’s. De overheid is verplicht om de burger te vrijwaren tegen een gebrek aan gezondheid, een
gebrek aan inkomen, enz.
Inkomenszekerheid: Het fundament van de sociale zekerheid is in de eerste plaats
inkomenszekerheid bij inkomensderving. Valt het inkomen weg vanwege werkloosheid, langdurige
arbeidsongeschiktheid of ouderdom, dan zorgen respectievelijk de WerkloosheidsWet (WW), de
Wet Werk en inkomen naar arbeidsonvermogen (Wet WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW)
ervoor dat uitkeringsgerechtigde kan terugvallen op een inkomen in de vorm van een periodieke,
meestal maandelijkse, uitkering om het verlies aan inkomen op te vangen.
Voor degenen die van jongs af aan wegens medische redenen nooit instaat zijn geweest om
inkomen te verdienen geldt de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten). De Participatiewet, tenslotte, kent een uitkering toe voor iedereen die geen
inkomen heeft. Soms gaat het niet over een uitkering ter vervanging van (eerder) inkomen, maar
om een tegemoetkoming/bijdrage die de overheid verstrekt voor bepaalde kosten. Denk aan
kinderbijslag, WMO.
De waarborgfunctie - inkomenszekereid - is een belangrijke pijler van de sociale zekerheid.
Sociaal minimum is de ondergrens van de sociale zekerheid en vormt daarbij een kernbegrip.
Dit betekend dat de sociale zekerheid een inkomen op minimumniveau garandeert in de situatie
dat het inkomen lager is dan het geldende sociale minimum. De sociale zekerheid waarborgt als
vangnet een minimuminkomensniveau voor de burger. De hoogte van dit sociale minimum zou
voldoende moeten zijn om een menswaardig bestaan te kunnen hebben.
De netto (minimum) uitkering is gekoppeld aan het nettominimumloon.
Stijgt het minimumloon, dan stijgen ook de uitkeringen (loonindexering). Dit noemen we de
‘koppeling’. Het is een belangrijk instrument om armoede te bestrijden.
Het wettelijk minimumloon bedraagt €1684 bruto (2021) per maand voor werknemers van 22 jaar
en ouder.
Het sociale minimum is van het wettelijk minimumloon afgeleid en bedraagt:
- Voor gehuwden en samenwonenden die de kosten niet met een ander kunnen delen, 100% van
het wettelijk minimumloon
- Voor een alleenstaande (ouder) die de kosten niet met een ander kan delen, 70% van het
minimumloon.
Collectiviteit:
, Les 1 - Klassikaal
Informatie:
Samenvatten aan de hand van Powerpoints i.v.m. de inhoud van het boek (te veel stof).
Inhoud:
Sociale zekerheid
- Het systeem
- Verzekeringen en voorzieningen
- Volksverzekeringen en werknemersverzekeringen
- Overige aanspraken en voorzieningen
- Uitvoerende instanties
- Enkele trajecten in de sociale zekerheid
Het juridische stappenplan Sociale zekerheid
In het kader van rechtvakken wordt verwacht dat jij de opgedane kennis en vaardigheden kunt
toepassen bij het oplossen van juridische vraagstukken. Als hulpmiddel kun je gebruik maken van
het juridische stappenplan voor de sociale zekerheid.
1. Welke thema’s spelen in de casus een rol?
De volgende thema’s kunnen worden onderscheiden:
- Inkomen
- Ziektekosten
- Arbeidsre-integratie
- Overig
2. Kan een beroep worden gedaan op de private sociale zekerheid?
De belangrijkste situaties zijn:
- Ziektekostenverzekering op basis van de zorgverzekeringswet (Zvw)
- Artikel 7:629 BW, loondoorbetaling werkgever bij ziekteverzuim werknemer
3. Is beroep mogelijk op de publieke sociale zekerheid?
a. Werknemersverzekeringen (ZW, Wet WIA (voor 1-1-2004 WAO), WW)
Verzekeringen tegen inkomensverlies t.g.v. werkeloosheid en langdurige arbeidsongeschiktheid.
Voorzieningen ter bevordering van arbeidsre-integratie.
De doelgroep: iedereen is loondienst is verplicht verzekerd.
Premiebetaling: Werkgever en werknemer.
Uitvoering: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).
Voorwaarden WW: Bepaalde periode gewerkt om recht te hebben, 26 uit 36 (wekeneis)
Bij een WW uitkering: er moet gezocht worden naar een manier om weer te gaan werken, zsm.
b. Volksverzekeringen (AOW, Anw, en Wlz)
Worden betaald uit premies. De hoogte van de premie is afhankelijk van inkomen en leeftijd.
De doelgroep: ingezetenen van Nederland (verplicht verzekerd) en daarmee gelijkgestelden
(vrijwillig verzekerd).
c. Sociale voorzieningen en overige aanspraken (Participatiewet, Wajong (vanaf 1-01-2015
duurzaam geen arbeidsvermogen hebben), IOW, IOAZ, IOAW, Bijstand 65+ (AIO), TW, Wsw
(vanaf 1-01-15 geen instroom meer), WMO 2015, WAZO, AKW, zorgtoeslag, huurtoeslag,
kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget.
Bijstand
Voorwaarden en uitsluitingsgronden
Voorwaarden
- behoeftigheid
- Woonachtig in Nederand