Recht in de samenleving semester 2
Inleiding
Wat is recht?
Wat is recht?
o Heel ruim ergens lijn trekken
Is recht rechtvaardig?
o Nee, omdat recht evolueert: recht verandert doorheen de tijd en kan daardoor niet altijd als rechtvaardig aanvoelen
Bv: De doodstraf werd vroeger als normaal beschouwd, maar vandaag wordt dit in veel landen als onrechtvaardig
gezien
o Nee, omdat recht per locatie verschilt: wat rechtvaardig is op de ene plaats, kan elders als onrechtvaardig worden ervaren
Bv: Geen stemrecht voor vrouwen in Vaticaanstad, de onderdrukking van vrouwen onder de Taliban
o Rechtvaardigheid is een moeilijk hanteerbaar concept binnen het recht
Rechtvaardigheid is subjectief en wordt door iedereen anders ingevuld
Bv: Proces Sanda Dia
De daders (Reuzegom-leden) wilden hun fout "rechtzetten" en betaalden een prijs voor zijn dood.
Is het rechtvaardig om hen 30 jaar gevangenisstraf te geven, wetende dat ze nog jong zijn en hun hele
leven voor zich hebben?
Acid (YouTuber) die reageerde op de zaak kon dat niet onbeperkt doen (juridische gevolgen)
Bv: Bende van Nijvel
In de jaren 90 werd gepleit voor een langere verjaringstermijn.
Zonder verjaringstermijn zou iemand later een boek kunnen schrijven: "Ik was de leider van de Bende
van Nijvel", zonder strafrechtelijke gevolgen.
Is verjaring een rechtvaardig concept?
Bv: Witte Mars (zaak Dutroux)
Betoging tegen de beslissing van justitie om een bepaalde rechter (Condorot) uit de zaak te halen
Rechters moeten objectief blijven bij een zaak, ook bij een zoals de zaak Dutroux
Rechtvaardigheid hangt af van perspectief, want wat als rechtvaardig wordt gezien, verschilt afhankelijk van iemands standpunt
H1: Recht en de overheid
1 WAT IS RECHT?
Bestaat geen ‘exacte’ definitie van recht:
Recht Het geheel van regelgeving, van overheidsstructuren en van justitie. Je kunt die niet los van
elkaar zien, ze vormen één geheel. Het gaat ook over rechtsregels, over de instellingen die ‘het
recht’ maken en over de gerechtelijke organisatie zonder wie het recht niet afdwingbaar zou
zijn.
We kunnen recht omschrijven a.d.h.v. van 4 essentiële kenmerken die samen vervuld moeten zijn om van ‘recht’ te kunnen spreken:
1. Gedragsregels en normen die orde brengen in de samenleving
2. Opgelegd door de overheid
3. Het is niet vluchtig, dus plaats- en tijdsgebonden
4. Dwingend karakter van recht
1.1 GEDRAGSREGELS EN NORMEN DIE ORDE BRENGEN IN DE SAMENLEVING
Functie recht Ordening brengen in een samenleving. Het ordent de SL door de omschrijven wat wel (geboden)
en niet (verboden) mag, hoe we ons moeten gedragen en organiseren, hoe de staatvorm eruit
ziet, wat de rol van de overheid is,…
1
, Zodra mensen gaan samenlevingen is er noodzaak aan onderlinge afspraken om het individu en groep te doen overleven
afspraken maken die worden beschouwd als ‘recht’
De koppeling van ‘recht’ aan de ‘SL’ houdt in dat recht:
o Tijdsgebonden is
SL veranderen doorheen de tijd, dus recht moet mee-veranderen
Recht is een evolutief gegeven
o Plaatsgebonden is
o Ideologisch gebonden is, het is eigen aan een politieke/ religieuze stroming
1.2 OPGELEGD DOOR DE OVERHEID
Om van recht te kunnen spreken moeten de regels worden opgelegd door de overheid
Recht is gene doel, maar een middel binnen een bepaalde SL (binnen bepaalde tijdsgeest) om zaken te ordenen en beleid hierrond te
vormen.
Recht is afspiegeling van overheersende maatschappelijke tendensen en resultaat van verschillende ideologische stromingen en
waarden die SL beïnvloeden
o Recht is maakbaar
Opgelegd op verschillende niveaus
o wetten, decreten regels op verschillend niveau
o GAS- recht GAS-boete: elke gemeente heeft het recht dingen strafbaar te maken om de belasting van de gewone
rechtbanken tegen te gaan
We geven de macht om recht te maken aan de overheid overheid heeft beste positie om de belangen van SL na te streven
o Democratische overheid is in staat om het ‘individueel belang’ te overstijgen en een ‘algemeen belang’ te verdedigen
o Overheid moet via recht een rechtvaardige ordening van SL realiseren
recht en rechtvaardigheid aan elkaar gekoppeld
Hoe meer mensen achter beleid van de overheid staan, hoe sneller het als rechtvaardig zal aanvaard
worden
recht dat weinig gedrag wis binnen de SL zal moeten afgedwongen worden
1.3 DWINGEND KARAKTER VAN RECHT
Mechanismen nodig dat recht effectief toepast om ordening binnen SL te krijgen
o Zowel overheid als justitie waken over de correcte toepassing van het recht en maken het recht afdwingbaar t.o.v. elkaar
Recht is niet vrijblijvend
o recht is niet vrijblijvend beleefdheidsregels (vrijblijvend) met veel variatie in
Grens trekken tussen de 2 a.d.h.v. 2 voorwaarden:
1) Regel is geordend en wordt gedragen door de SL de regel heeft gezag en dwang
o Regel heeft gezag als ze ondersteund wordt door iedereen (bv: referendum bv: Grote
koningskwestie)
o Waar je veel gezag hebt heb je weinig dwang nodig, waar je weinig gezag hebt heb je veel
dwang nodig (bv: Noord-Korea)
o Onderscheid tussen verboden en geboden
Gebodsbepaling: plicht opleggen (bv: leerplicht, opkomstplicht, dienstplicht,
Verbodsbepaling: zeggen wat je niet mag doen
2) De regel kan afgedwongen worden
RECHT IS PLAATS- EN TIJDSGEBONDEN
De Franse Revolutie (1789) als kantelpunt
Einde van het ancien régime
o De laatste koning en het systeem van koning en adel onder goddelijk gezag worden afgeschaft.
o Ontstaan van het idee dat de macht bij het volk ligt.
3 kernwaarden van de Franse Revolutie die later basis zullen leggen voor paar politieke ideologieën:
1) Liberté (Vrijheid)
Voor 1789 was vrijheid voorbehouden aan adel en geestelijkheid.
Na de revolutie kreeg elke burger persoonlijke vrijheden.
2) Égalité (Gelijkheid)
Afschaffing van de standenmaatschappij.
Iedereen werd (in theorie) gelijk voor de wet.
2
, 3) Fraternité (Broederschap)
Burgers hebben een plicht om elkaar te helpen.
Gemeenschapszin als basis voor solidariteit.
Systematiek om de kracht van recht te meten
DE 6 IDEOLOGIEËN EN HUN INVLOED OP HET RECHT
1. Liberalisme (Liberté / Vrijheid)
Ideologie: Politiek liberalisme
o Open VLD
o MR
o Lijst De Decker
Huidige macht (2025)
o Geen liberale ministers meer aan de Vlaamse kant van de taalgrens (wel in vorige regeringen).
Invloed op het recht:
o Grondwet van België (1830):
Bestaat uit twee delen:
1) Hoe werkt de Belgische staat?
2) Rechten en vrijheden van burgers (klassieke liberale vrijheden)
Concrete voorbeelden
o Pleidooien voor belastingverlagingen → liberalistische drijfveer.
o Trump vermindert de rol van de overheid → typisch liberaal beleid
2. Katholicisme, Christendemocratie (Fraternité / Broederschap)
Ideologie: Christendemocratie
o CD&V
o Les Engagés
Huidige macht (2025)
o Aan beide kanten van de taalgrens in de regering:
Annelies Verlinden (Justitie)
Vincent Van Peteghem (Vicepremier & Begroting)
…
Invloed op het recht
o Verbod op bigamie komt uit christelijk gedachtegoed.
o Verbod op holebi-huwelijk tot 1998.
o Invoering van kindergeld als stimulans voor gezinnen en tegen de geboortebeperkingen zoals abortus en anticonceptie
o 2003: Christendemocraten zaten niet in de regering → legalisering van het homohuwelijk kon doorgaan
3. Socialisme (Égalité / Gelijkheid)
Ideologie: Socialisme
o Vooruit
o PS
o PvdA
o PDT
Huidige macht (2025)
o Ministers in de regering:
Melissa Depraetere (Vlaams minister)
Frank Vandenbroucke (Volksgezondheid)
Invloed op het recht
o Karl Marx – ‘Das Kapital’:
België was een vrijhaven voor socialistische denkers
3
, Bracht geestesgrooten samen in België, omdat hier door gelijkheid vrijemeningsuiting kon en niet in Duitsland
om samen na te denken over gelijkheid
Liberalisme (vrijheid) maakte socialisme mogelijk
o Industriële Revolutie
Overgang van een agrarische naar een industriële SL
extreme ongelijkheid: arbeiders hadden weinig rechten, kinderarbeid, lage lonen,… sociale strijd met
gevolgen:
Sociale zekerheid: arbeiders verzamelden geld in een pot voor zieken (begin van ziekenfondsen)
Vakbonden: arbeiders verenigden zich om betere werkomstandigheden af te dwingen
4. Nationalisme
Je moet bestuurt worden door iemand die de taal van die regio spreekt
Ideologie: Nationalisme
o Vlaams Belang
o N-VA
Huidige macht (2025)
o Ministers in de regering:
Bart De Wever (Eerste Minister)
Zuhal Demir (Onderwijs)
Jan Jambon (Financiën)
Mathias Diependaele (Vlaams minister)
Historische achtergrond
o Voor WO I: Frans was de bestuurstaal, terwijl de meerderheid Nederlands sprak.
o WO I: Nederlandstalige soldaten werden onder Franstalige officieren geplaatst → taalstrijd groeit.
o Na WO I: Vlaams-nationalisten winnen verkiezingen.
o WO II: Sommige Vlaams-nationalisten collaboreren met de Duitsers → zware repressie na de oorlog.
o Leuven Vlaams (jaren ’60): Studentenprotest tegen Franstalige lessen aan KUL → KUL wordt Vlaams → boost voor Vlaams-
nationalisme.
o Volksunie splitst
Links: SPA
Rechts: N-VA en Vlaams Blok
5. Ecologisme
Ideologie: milieubewustzijn & duurzaamheid
o Groen
o Écolo
Huidige macht (2025)
o Geen ministers meer in de federale regering
Invloed op het recht
o 1970: Hoboken
Veel baby’s geboren met afwijkingen door loodvergiftiging (grote metaalfabriek).
Invoering van milieurecht → bescherming van ‘common goods’ (schone lucht, water, bodem).
o Rapport van Rome (1972)
Energiecrisis: Wie controle heeft over olie, heeft macht.
Problemen met kernenergie: Straling, afvalopslag (Hiroshima & Nagasaki als voorbeeld).
Duurzaamheidsdenken groeit: Moeten we niet beter zorg dragen voor onze planeet
6. Anti-globalisme
Geen traditionele politieke partij, maar activistische beweging.
Protest tegen:
o Grote bedrijven die weinig belastingen betalen.
o Fast fashion en milieuvervuiling.
o Vrijhandel zonder sociale bescherming.
Acties en impact
o Protesten bij G7, G8, G12-toppen (grote economische machten).
4
Inleiding
Wat is recht?
Wat is recht?
o Heel ruim ergens lijn trekken
Is recht rechtvaardig?
o Nee, omdat recht evolueert: recht verandert doorheen de tijd en kan daardoor niet altijd als rechtvaardig aanvoelen
Bv: De doodstraf werd vroeger als normaal beschouwd, maar vandaag wordt dit in veel landen als onrechtvaardig
gezien
o Nee, omdat recht per locatie verschilt: wat rechtvaardig is op de ene plaats, kan elders als onrechtvaardig worden ervaren
Bv: Geen stemrecht voor vrouwen in Vaticaanstad, de onderdrukking van vrouwen onder de Taliban
o Rechtvaardigheid is een moeilijk hanteerbaar concept binnen het recht
Rechtvaardigheid is subjectief en wordt door iedereen anders ingevuld
Bv: Proces Sanda Dia
De daders (Reuzegom-leden) wilden hun fout "rechtzetten" en betaalden een prijs voor zijn dood.
Is het rechtvaardig om hen 30 jaar gevangenisstraf te geven, wetende dat ze nog jong zijn en hun hele
leven voor zich hebben?
Acid (YouTuber) die reageerde op de zaak kon dat niet onbeperkt doen (juridische gevolgen)
Bv: Bende van Nijvel
In de jaren 90 werd gepleit voor een langere verjaringstermijn.
Zonder verjaringstermijn zou iemand later een boek kunnen schrijven: "Ik was de leider van de Bende
van Nijvel", zonder strafrechtelijke gevolgen.
Is verjaring een rechtvaardig concept?
Bv: Witte Mars (zaak Dutroux)
Betoging tegen de beslissing van justitie om een bepaalde rechter (Condorot) uit de zaak te halen
Rechters moeten objectief blijven bij een zaak, ook bij een zoals de zaak Dutroux
Rechtvaardigheid hangt af van perspectief, want wat als rechtvaardig wordt gezien, verschilt afhankelijk van iemands standpunt
H1: Recht en de overheid
1 WAT IS RECHT?
Bestaat geen ‘exacte’ definitie van recht:
Recht Het geheel van regelgeving, van overheidsstructuren en van justitie. Je kunt die niet los van
elkaar zien, ze vormen één geheel. Het gaat ook over rechtsregels, over de instellingen die ‘het
recht’ maken en over de gerechtelijke organisatie zonder wie het recht niet afdwingbaar zou
zijn.
We kunnen recht omschrijven a.d.h.v. van 4 essentiële kenmerken die samen vervuld moeten zijn om van ‘recht’ te kunnen spreken:
1. Gedragsregels en normen die orde brengen in de samenleving
2. Opgelegd door de overheid
3. Het is niet vluchtig, dus plaats- en tijdsgebonden
4. Dwingend karakter van recht
1.1 GEDRAGSREGELS EN NORMEN DIE ORDE BRENGEN IN DE SAMENLEVING
Functie recht Ordening brengen in een samenleving. Het ordent de SL door de omschrijven wat wel (geboden)
en niet (verboden) mag, hoe we ons moeten gedragen en organiseren, hoe de staatvorm eruit
ziet, wat de rol van de overheid is,…
1
, Zodra mensen gaan samenlevingen is er noodzaak aan onderlinge afspraken om het individu en groep te doen overleven
afspraken maken die worden beschouwd als ‘recht’
De koppeling van ‘recht’ aan de ‘SL’ houdt in dat recht:
o Tijdsgebonden is
SL veranderen doorheen de tijd, dus recht moet mee-veranderen
Recht is een evolutief gegeven
o Plaatsgebonden is
o Ideologisch gebonden is, het is eigen aan een politieke/ religieuze stroming
1.2 OPGELEGD DOOR DE OVERHEID
Om van recht te kunnen spreken moeten de regels worden opgelegd door de overheid
Recht is gene doel, maar een middel binnen een bepaalde SL (binnen bepaalde tijdsgeest) om zaken te ordenen en beleid hierrond te
vormen.
Recht is afspiegeling van overheersende maatschappelijke tendensen en resultaat van verschillende ideologische stromingen en
waarden die SL beïnvloeden
o Recht is maakbaar
Opgelegd op verschillende niveaus
o wetten, decreten regels op verschillend niveau
o GAS- recht GAS-boete: elke gemeente heeft het recht dingen strafbaar te maken om de belasting van de gewone
rechtbanken tegen te gaan
We geven de macht om recht te maken aan de overheid overheid heeft beste positie om de belangen van SL na te streven
o Democratische overheid is in staat om het ‘individueel belang’ te overstijgen en een ‘algemeen belang’ te verdedigen
o Overheid moet via recht een rechtvaardige ordening van SL realiseren
recht en rechtvaardigheid aan elkaar gekoppeld
Hoe meer mensen achter beleid van de overheid staan, hoe sneller het als rechtvaardig zal aanvaard
worden
recht dat weinig gedrag wis binnen de SL zal moeten afgedwongen worden
1.3 DWINGEND KARAKTER VAN RECHT
Mechanismen nodig dat recht effectief toepast om ordening binnen SL te krijgen
o Zowel overheid als justitie waken over de correcte toepassing van het recht en maken het recht afdwingbaar t.o.v. elkaar
Recht is niet vrijblijvend
o recht is niet vrijblijvend beleefdheidsregels (vrijblijvend) met veel variatie in
Grens trekken tussen de 2 a.d.h.v. 2 voorwaarden:
1) Regel is geordend en wordt gedragen door de SL de regel heeft gezag en dwang
o Regel heeft gezag als ze ondersteund wordt door iedereen (bv: referendum bv: Grote
koningskwestie)
o Waar je veel gezag hebt heb je weinig dwang nodig, waar je weinig gezag hebt heb je veel
dwang nodig (bv: Noord-Korea)
o Onderscheid tussen verboden en geboden
Gebodsbepaling: plicht opleggen (bv: leerplicht, opkomstplicht, dienstplicht,
Verbodsbepaling: zeggen wat je niet mag doen
2) De regel kan afgedwongen worden
RECHT IS PLAATS- EN TIJDSGEBONDEN
De Franse Revolutie (1789) als kantelpunt
Einde van het ancien régime
o De laatste koning en het systeem van koning en adel onder goddelijk gezag worden afgeschaft.
o Ontstaan van het idee dat de macht bij het volk ligt.
3 kernwaarden van de Franse Revolutie die later basis zullen leggen voor paar politieke ideologieën:
1) Liberté (Vrijheid)
Voor 1789 was vrijheid voorbehouden aan adel en geestelijkheid.
Na de revolutie kreeg elke burger persoonlijke vrijheden.
2) Égalité (Gelijkheid)
Afschaffing van de standenmaatschappij.
Iedereen werd (in theorie) gelijk voor de wet.
2
, 3) Fraternité (Broederschap)
Burgers hebben een plicht om elkaar te helpen.
Gemeenschapszin als basis voor solidariteit.
Systematiek om de kracht van recht te meten
DE 6 IDEOLOGIEËN EN HUN INVLOED OP HET RECHT
1. Liberalisme (Liberté / Vrijheid)
Ideologie: Politiek liberalisme
o Open VLD
o MR
o Lijst De Decker
Huidige macht (2025)
o Geen liberale ministers meer aan de Vlaamse kant van de taalgrens (wel in vorige regeringen).
Invloed op het recht:
o Grondwet van België (1830):
Bestaat uit twee delen:
1) Hoe werkt de Belgische staat?
2) Rechten en vrijheden van burgers (klassieke liberale vrijheden)
Concrete voorbeelden
o Pleidooien voor belastingverlagingen → liberalistische drijfveer.
o Trump vermindert de rol van de overheid → typisch liberaal beleid
2. Katholicisme, Christendemocratie (Fraternité / Broederschap)
Ideologie: Christendemocratie
o CD&V
o Les Engagés
Huidige macht (2025)
o Aan beide kanten van de taalgrens in de regering:
Annelies Verlinden (Justitie)
Vincent Van Peteghem (Vicepremier & Begroting)
…
Invloed op het recht
o Verbod op bigamie komt uit christelijk gedachtegoed.
o Verbod op holebi-huwelijk tot 1998.
o Invoering van kindergeld als stimulans voor gezinnen en tegen de geboortebeperkingen zoals abortus en anticonceptie
o 2003: Christendemocraten zaten niet in de regering → legalisering van het homohuwelijk kon doorgaan
3. Socialisme (Égalité / Gelijkheid)
Ideologie: Socialisme
o Vooruit
o PS
o PvdA
o PDT
Huidige macht (2025)
o Ministers in de regering:
Melissa Depraetere (Vlaams minister)
Frank Vandenbroucke (Volksgezondheid)
Invloed op het recht
o Karl Marx – ‘Das Kapital’:
België was een vrijhaven voor socialistische denkers
3
, Bracht geestesgrooten samen in België, omdat hier door gelijkheid vrijemeningsuiting kon en niet in Duitsland
om samen na te denken over gelijkheid
Liberalisme (vrijheid) maakte socialisme mogelijk
o Industriële Revolutie
Overgang van een agrarische naar een industriële SL
extreme ongelijkheid: arbeiders hadden weinig rechten, kinderarbeid, lage lonen,… sociale strijd met
gevolgen:
Sociale zekerheid: arbeiders verzamelden geld in een pot voor zieken (begin van ziekenfondsen)
Vakbonden: arbeiders verenigden zich om betere werkomstandigheden af te dwingen
4. Nationalisme
Je moet bestuurt worden door iemand die de taal van die regio spreekt
Ideologie: Nationalisme
o Vlaams Belang
o N-VA
Huidige macht (2025)
o Ministers in de regering:
Bart De Wever (Eerste Minister)
Zuhal Demir (Onderwijs)
Jan Jambon (Financiën)
Mathias Diependaele (Vlaams minister)
Historische achtergrond
o Voor WO I: Frans was de bestuurstaal, terwijl de meerderheid Nederlands sprak.
o WO I: Nederlandstalige soldaten werden onder Franstalige officieren geplaatst → taalstrijd groeit.
o Na WO I: Vlaams-nationalisten winnen verkiezingen.
o WO II: Sommige Vlaams-nationalisten collaboreren met de Duitsers → zware repressie na de oorlog.
o Leuven Vlaams (jaren ’60): Studentenprotest tegen Franstalige lessen aan KUL → KUL wordt Vlaams → boost voor Vlaams-
nationalisme.
o Volksunie splitst
Links: SPA
Rechts: N-VA en Vlaams Blok
5. Ecologisme
Ideologie: milieubewustzijn & duurzaamheid
o Groen
o Écolo
Huidige macht (2025)
o Geen ministers meer in de federale regering
Invloed op het recht
o 1970: Hoboken
Veel baby’s geboren met afwijkingen door loodvergiftiging (grote metaalfabriek).
Invoering van milieurecht → bescherming van ‘common goods’ (schone lucht, water, bodem).
o Rapport van Rome (1972)
Energiecrisis: Wie controle heeft over olie, heeft macht.
Problemen met kernenergie: Straling, afvalopslag (Hiroshima & Nagasaki als voorbeeld).
Duurzaamheidsdenken groeit: Moeten we niet beter zorg dragen voor onze planeet
6. Anti-globalisme
Geen traditionele politieke partij, maar activistische beweging.
Protest tegen:
o Grote bedrijven die weinig belastingen betalen.
o Fast fashion en milieuvervuiling.
o Vrijhandel zonder sociale bescherming.
Acties en impact
o Protesten bij G7, G8, G12-toppen (grote economische machten).
4