100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Verdiepend Methodisch handelen

Rating
-
Sold
1
Pages
37
Uploaded on
15-05-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting verdiepend methodisch handelen bevat theorie over ervaringsgerichte hulpverlening, systeemgerichte hulpverlening en competentiegerichte hulpverlening.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Unknown
Uploaded on
May 15, 2025
Number of pages
37
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Verdiepend Methodisch Handelen

Ervaringsgerichte hulpverlening (EGH)
Autonomie en verbondenheid

Ervaringsgerichte hulpverlening gaat heel erg over de balans tussen de autonomie en
verbondenheid. Je gaat met elkaar zoeken waar het hem in zit. Ervaringsgerichtwerken gaat
over wat je in het hier en nu ervaart (bij een ander) waar je mee aan de slag gaat om het anders te
doen in het daar en dan. Aansluiten bij de ander, erkenning geven, kijken wat er nodig is om
blokkades te vermijden.

Autonomie: zelfsturing, onafhankelijkheid, eigenheid, vrije wil, eigen identiteit, zelfbeschikking.
Verbondenheid: in contact zijn met de ander, samen, affiniteit voelen voor de ander, erbij horen,
saamhorigheid.

Begrippen bij autonomie en verbondenheid

Autonomie: Verbondenheid
Zelfverzorging Van waarde zijn voor de ander
Zelfbescherming Nodig zijn voor de ander
Zelfhandhaving Hulpvaardig
Zelfontwikkeling Dienstbaar zijn
Zelfverwerkelijking Coöperatief zijn
Zelfbeschikking: welke keuzes kan en mag jij Samenwerken
voor jezelf maken of laad je je leiden door
anderen.
Zelfvervulling Met de ander een eenheid vormen
Zelfexpansie
Integriteit/eergevoel
Genegenheid en hechting


Actief bewustzijn: je omgeving actief Receptief bewustzijn: laten gebeuren wat er
beïnvloeden. Ik heb iets nodig dus hoe ga ik in de omgeving gebeurt. Ingaan op de ander.
dat voor elkaar krijgen. Wisselwerking tussen de een en de ander.


Horizontale dimensie: zorg voor de Ander (A), verbondenheid, polen liefde versus haat.

Verticale dimensie: zorg voor zich Zelf (Z), autonomie, mate van onderlinge (on)afhankelijkheid,
polen onafhankelijkheid versus afhankelijkheid.



 -Z-A: noch voor jezelf, noch voor de
ander zorgen; (zelf)destructief gedrag.
(gedwongen kaders, accepteren geen
hulp)
 -Z+A: voor de ander zorgen zonder voor
jezelf te zorgen of zelfs ten koste van
jezelf.
 +Z-A: voor jezelf zorgen zonder voor de
ander te zorgen of zelfs ten koste van de
ander.
 +Z+A: zowel voor jezelf als voor de
ander zorgen. (Zijn in balans, dus geen
hulp)




1

,Extreme manifestatie van zelfbeschikking en
verbinding

+Z-A: focus op zichzelf (Z) met uitsluiting van
anderen (A), arrogantie, narcisme, onaangepast
gedrag, agressie, delinquentie, verslaving, werk
gerelateerde stress, weerzin hulp te vragen, gebrek
support omgeving.

-Z+A: focus op de ander (A) met uitsluiting van
zichzelf (Z), eigen behoefte ondergeschikt aan die
van de ander, zelfverwaarlozing, negatief zelfbeeld,
afhankelijk van waardering  verwaarlozing van
zichzelf leidt tot mogelijke depressieklachten.



Effecten zelfbeschikking en verbinding

Je kan jezelf zijn, je voelt je goed en je bent goed omringd. Er is dan balans tussen de autonomie en
de verbondenheid.
Een goede balans tussen zelfbeschikking en verbinding is noodzakelijk voor een wederkerig
bevredigend functioneren.

Ervaringsgerichtwerken gaat over wat je in het hier en nu ervaart (bij een ander) waar je mee
aan de slag gaat om het anders te doen in het daar en dan. Aansluiten bij de ander, erkenning
geven, kijken wat er nodig is om blokkades te vermijden.



Autonomie en verbondenheid binnen het gezin

Gezinssamenstellingen vanuit de theorie

Minuchin:

 In iedere cultuur prent het gezin de leden een gevoel van eigenheid ofwel identiteit in.
 De mens ervaart 2 elementen in zijn identiteit: een gevoel van ergens bij-horen en een
gevoel van apart zijn.
 De opgave van ieder gezin is de individualiteit van de individuele gezinsleden te handhaven
binnen de emotionele eenheid van het gezin.
 Isolement en samensmelting zijn twee uitersten van respectievelijk autonomie en
verbondenheid.

Walter Kempler:

 Union & seperation.
 Het samenzijn van mensen bestaat uit de voortdurend heen-en-weergaande beweging
tussen contact maken met de ander en weer terug keren bij jezelf.

Ivan Boszormenyi-Nagy:

 Rationeel-ethische en intergenerationele visie.
 Autonomie: een afgrenzing van een individu binnen de loyaliteit die hij heeft naar de
anderen.
 Het vinden van een goed evenwicht tussen autonomie en verbondenheid is een centraal
thema in alle gezin therapeutische stromingen.




Gezinspatronen


2

,  -Z-A: noch voor jezelf, noch voor de ander
zorgen; (zelf)destructief gedrag. Onthecht:
maakt niet uit wat je doet en maakt ook niet uit
wat een ander doet. Niemand is oké.
 -Z+A: voor de ander zorgen zonder voor jezelf
te zorgen of zelfs ten koste van jezelf. Kluwen:
een gezin met veel verbonden mensen. Alles
samen doen.
 +Z-A: voor jezelf zorgen zonder voor de ander
te zorgen of zelfs ten koste van de ander. Los
zand: een gezin met veel autonome mensen.
Iedereen trekt zijn eigen plan.
 +Z+A: zowel voor jezelf als voor de ander
zorgen. Evenwichtig: samen als gezin dingen
doen maar ook alleen dingen doen.
 Conflictueus: het ene moment ligt het
allemaal aan mij en het andere moment ligt het
helemaal aan de ander. Borderline
persoonlijkheid, aantrekken en afstoten.



Op basis van dit schema onderscheidt Reiss drie gezinstypen:

1. Overeenstemmingsgerichte gezinstype: de onderlinge overeenstemming moet
gehandhaafd blijven ten koste van het individu (-+) schizofrene gezinsleden.
2. Interpersoonlijke afstandsgerichte gezinstype: de onafhankelijkheid van het individu
staat voorop, het accepteren van hulp van anderen is een teken van zwakte (+-)
delinquente gezinsleden.
3. Omgevingsgerichte gezinstype: er wordt gezocht naar een brede gemeenschappelijke
basis, waarin de individuele standpunten gedeeld en besproken worden (++) niet-
patiëntgezinnen.



Opvoedingsstijlen ouders

 Autoritair: ouders wil is wet, alles
bepalen. De ander heeft de macht.
 Gezaghebbend: rekening houden
met een ander maar ook met jezelf.
Goede afspraken maken, kijken wat
er nodig is en keuzes geven.
 Toegefelijk: zelf weten wat je doet,
kijk maar wat je doet.
 Verwaarlozend mishandelend:
elkaar expres pijn doen, elkaar expres
negeren. (de foute kant)
 Conflictueus I: inconsequent (tussen
ouders als gezaghebbers).
 Conflictueus II: onbetrouwbaar (hoe
de ouders met de kinderen
omgaan in de genegenheidsdimensie).
Bij een conflictueuze opvoedstijl botsen de opvoedingsstijlen van de ouders met elkaar en hebben
de ouders voortdurend conflicten over hoe om te gaan met de kinderen. De ene ouder is streng en
straffend en de ander juist toegeeflijk en tolerant. Ouders hebben geen gezamenlijk gezag naar de
kinderen toe. Door de ouders tegen elkaar uit te spelen weten kinderen hun zin te krijgen.
Resultaat bij kinderen is dan ergere gedragsproblemen.



Opeenvolging aan interpersoonlijke en intrapsychische reacties van kinderen



3

,  Kind ervaart deel van hemzelf dat voor hemzelf dierbaar is, niet toegestaan of genegeerd
door verzorgers.
 Het kind probeert de pijn van afwijzing te vermijden door de kwetsende ouder te ontwijken
en zich voor hem onbereikbaar te maken. (Vermijdingsgedrag)
 Het kind probeert zijn niet-toegestane reacties te beheersen en zijn pijn en angstgevoelens
te vermijden.
 Uit angst voor nieuwe kwetsingen zal het kind het vermijdingsgedrag ten opzichte van de
kwetsende ouder automatisch toepassen wanneer hij door de ouder wordt benaderd.
 Het kind zal door het vertonen van toegestaan gedrag en mogelijk ook, uit identificatie met
ouder, door het vertonen van zelfdestructief gedrag alsnog proberen waardering te krijgen.
 Kind ontwikkelt een beeld van zichzelf als ineffectief en van de opvoeder als
onbetrouwbaar.
 Het verlangen om gezien en gewaardeerd te worden door ouder blijft bestaan



Reactiepatronen kinderen

 Fight: wordt gebruikt om los te komen van
de ouders, ik bepaal zelf, ik heb ook een
mening. (toegefelijk)
 Fright: angst, bang om niet het goede te
doen (autoritair)
 Find: elkaar vinden, een oplossing zoeken,
verplaatsen in de ander. (gezaghebbend)
 Flight: onder ontwikkelde kinderen,
overgeleverd aan de situatie. (verwaarlozend
mishandelend)



Hechtingsstijlen ouder en kind

o Vermijdend: ik moet het zelf kunnen, een niet
veilige hechting.
o Gepreoccupeerd: volledig in dienst zijn van
een ander, geliefd willen worden voor de
ander.
o Veilig: zijn wie je bent, je kan het zelf, elkaar
bemoedigen, het aangaan met jezelf.
o Angstig: bang voor de wereld, bang wat er
met je gaat gebeuren.




Er worden 4 belangrijke interpersoonlijke leervormen onderscheiden




4
$9.19
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
amaraverschuren

Get to know the seller

Seller avatar
amaraverschuren Avans Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
6 months
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
2 weeks ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions