Elise Goossens
Deel 1: redeneren
Titel 1: cognitieve achtergrond LES 1
H1: de mens als dier met sterke cognitieve capaciteiten
Theorie drievuldig brein (= triune brain) = menselijk brein
bestaat uit 3 lagen die elk een afzonderlijk evolutionair stadium
moeten voorstellen
Oudste laag: reptielachtig brein (= basaal / R-complex)
gedrag: rigide, obsessief, compulsief en paranoïde
leert niet van fouten uit het verleden maar herhaalt
steeds het gedrag
controleert spieren, evenwicht en autonome functies
tweede laag: oude zoogdierenbrein (= limbische brein)
emoties, geur, drijfveren, motivatie, tijdsbesef,
geheugen, kennisverwerving, …
nieuwste laag: recente zoogdierenbrein (= neopallium)
bijzondere cognitieve functies bv: inventiviteit en
abstract redeneervermogen (vooral bij mens)
,!! niet wetenschappelijk nauwkeurig !!
Voordeel: kader voor menselijke onredelijkheid
Mensen en dieren verschillen niet alleen weinig qua
cognitieve capaciteiten, op sommige punten zijn dieren
veel ‘verstandiger
Humans (echte mensen) vs. Econs (zuiver rationale
actoren)
Idee van mens als rationele actor is zeer invloedrijk
(geweest) in het recht, bv. contractenrecht
Gevolg evolutionaire wortels van menselijk redeneren:
Manipulatie => nudging (zonder dat mensen het weten)
Ook op een positieve manier manipuleren
H2: systeem 1- en systeem 2-denken
Hoe denken?
Systeem 1: Snel op automatische piloot ≠ emotie
Systeem 2: Traag / rationeel grotere cognitieve ≠ rede
inspanning
Overgang van Systeem 2 naar Systeem 1:
▪ Inslijting – de rol van ervaring
▪ Keerzijde: curse of knowledge. Wanneer kennis
vanzelfsprekend is (geworden), is deze vaak ook moeilijker om
over te dragen
- Opletten: Systeem 1 denken heeft de neiging om
willekeurige informatie te verweven tot één “coherent” verhaal
• Zie ook complottheorieën
• Parallel met GenAI: hallucinaties
- Kritisch nadenken: Systeem 2 activeren
• JAL: training in herkennen en vermijden van redeneerfouten
,H3: het brein als verbandenleggende machine
Systeem 1: legt spontaan verbanden tussen allerlei soorten info
Systeem 2: actieve controle van verbanden
Vier centrale verbanden:
▪ Voorwaardelijke verbanden
= bepaalde zin of uitspraak vormt voorwaarde voor andere
propositie als het 15u is, dan begint de les
▪ Via-verbanden (‘metonymieën’)
= een ding of entiteit gebruiken (vehikelentiteit) om mentale
toegang te krijgen tot andere entiteit (doelentiteit) die er in onze
ervaring nauw mee verbonden is “Brussel heeft dat weer
beslist”: via ‘Brussel’ mentaal toegang tot ‘Europese Unie’
Apofenie = neiging om verbanden te leggen tussen dingen die
niet gerelateerd zijn
▪ Causale verbanden
= Neiging om samenhangende gebeurtenissen in een relatie
van oorzaak en gevolg tot elkaar te plaatsen
Correlatie = aangeven in welke mate variabelen verband met
elkaar houden
‘Cannabisgebruik leidt tot heroïnegebruik’
o Positief: als ene variabele stijgt, andere ook
o Negatief: als ene variabele stijgt, dan daalt andere
Correlatie ≠ causaliteit
▪ Als-het-ware-verbanden (‘metaforen’)
= abstracte concepten voorstellen als concrete zaken
We verdrinken in het werk
nuttig voor framing in een debat
, metonymie Metafoor (beeldspraak)
een ding of entiteit gebruiken een concrete entiteit uit één
(vehikelentiteit) om mentale conceptueel domein
toegang te krijgen tot andere (brondomein) gebruiken om
entiteit (doelentiteit) die er in een abstractere entiteit uit een
onze ervaring nauw mee andere conceptueel domein
verbonden is (doeldomein) beter te begrijpen
entiteiten in hetzelfde entiteiten in een ander
“conceptuele domein” “conceptueel domein”
Bv: “Brussel heeft dat weer Bv: “Hun relatie staat op een
beslist”: via ‘Brussel’ mentaal kruispunt
toegang tot ‘Europese Unie’
Verschillen:
metonymie metafoor
Berust Entiteiten uit zelfde Entiteiten uit ander
op … conceptueel domein = conceptueel domein om
verwante begrippen ander conceptueel
domein te verduidelijken
Doel? Toegang begrip
Oefening 1: sigaretten – kankerstokjes metonymie want
zelfde conceptuele domein (verwante begrippen) & graming
met negatieve lading
Oefening 2:
In een van de halve finales van het FIFA Vrouwen WK voetbal
versloeg Engeland gastland Australië met 3-1. De
verslaggeving over deze wedstrijd op www.sporza.be had de
volgende kop: “Engeland vermorzelt de WK-droom van
gastland Australië na kansen-kermis in dolle slotfase.” Welke
van de entiteiten uit de kop op Sporza vormt een metonymie?
Opl.: Engeland en Australië (a)