Politiek gaat over regeren, macht, geld en verantwoordelijkheid. (wie krijgt
wat en hoe)
Het geld dat mensen van de overheid krijgen wordt gefinancierd door het
geld dat wij met elkaar moeten betalen. Denk hierbij aan: belasting,
Loonbelasting, wegenbelasting, rioolbelasting, enz.
Politiek gaat er ook over dat mensen die veel geld hebben, meer belasting
moeten betalen dan mensen met weinig geld. Met een mooi woord noem
je dit dat de politiek zich bezighoudt met het herverdelingsvraagstuk.
De overheid bestaat uit mensen die over ons gesteld zijn.
De politiek stelt regels vast, de overheid controleert die regels en voert ze
uit.
Staatsvormen: Op welke manier een land bestuurd wordt.
Democratie betekent letterlijk dat het volk regeert.
Republiek betekent dat er 1 persoon in een land het belangrijkst is. Deze
persoon noem je een dictator. Een dictator heeft alle macht in handen.
Monarchie is een staatsvorm met een vorst aan het hoofd. Meestal een
koning of koningin.
Anarchie is eigenlijk geen staatsvorm. Als er in een land geen regering is,
spreken we van een anarchie.
Theocratie betekent letterlijk ‘Godsregering’. Tegenwoordig zou je
bepaalde streng-islamitische landen een theocratie kunnen noemen,
bijvoorbeeld Iran.
Nederland is een constitutionele parlementaire monarchie met een
democratisch stelsel.
Constitutioneel: Nederland heeft een grondwet (=constitutie). Hierin staan
de rechten en plichten van het staatshoofd en het volk.
Parlementair: De personen die worden gekozen zitten in de Eerste en
Tweede Kamer. Zij vormen het parlement. Het parlement controleert de
regering en stelt wetten vast.
3.2
Een coalitie wordt gevormd door politici van verschillende partijen die met
elkaar samenwerken en met elkaar ook meestal een meerderheid hebben
in het parlement, de provincie of de gemeente. Op landelijk niveau zie je
dan dat coalitiepartijen de ministers en de staatssecretarissen leveren.
, De oppositie wordt gevormd door de overige politiek partijen. Zij zitten dus
niet in de regering of in het college van B&W en leveren dus geen
ministers of wethouders. De kans dat hun politieke idealen worden
verwezenlijkt, is daardoor vrij klein.
De laagste overheid van Nederland is de gemeente. Aan de gemeente
wordt leiding gegeven door het college van Burgermeester en
Wethouders.
Boven de gemeente staat de provincie. Aan de provincie wordt leiding
gegeven door het college van Gedeputeerde Staten. Hierin zitten de
commissarissen van de Koning en de gedeputeerden.
Je kunt het beste onthouden dat de commissaris van de Koning de
‘burgermeester’ van de provincie is en de gedeputeerden de ‘wethouders
van de provincie’.
De Provinciale Staten controleren het college van Gedeputeerde Staten.
Boven de gemeente en de provincie staat de Rijksoverheid.
In de Tweede Kamer zitten 150 gekozen volksvertegenwoordigers. De
verkiezingen voor de Tweede Kamer worden om de 4 jaar gehouden.
Recht van initiatief: De leden van de Tweede Kamer kunnen
wetsvoorstellen indienen. Zo kan een Tweede Kamerlid voorstellen om
bijvoorbeeld het openbaar vervoer in Nederland gratis te maken.
Recht van amendement: De leden van de Tweede Kamer mogen
wijzigingen aanbrengen in wetsvoorstellen van de regering. Als de
regering voorstelt om op de snelwegen 130 km/u te mogen rijden, dan kan
een Tweede Kamerlid hierop voorstellen dat dit niet mag op snelwegen die
dicht langs een stad of dorp liggen.
Rechten van de Tweede Kamer:
- Budgetrecht
- Onderzoek- en enquêterecht
- Vragenrecht
- Recht om moties in te dienen
- Recht van initiatief
- Recht van amendement
In de Eerste Kamer zitten 75 personen. Deze mensen noem je ook wel
Eerste Kamerleden of senatoren. De Eerste Kamer controleert vooral de
Tweede Kamer op het gebied van wetgeving.
Het Europees Parlement is eigenlijk de ‘baas’ over de Europese Unie. Dat
parlement heeft zijn hoofdvestiging in Brussel. Verkiezingen voor het