100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

algemene menselijke fysiologie - Calders - extra samenvatting achteraan met alles van hormonen

Rating
-
Sold
1
Pages
219
Uploaded on
04-04-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting Algemene Menselijke Fysiologie – Volledige cursusoverzicht Perfect voor studenten kinesitherapie. Super overzichtelijk – elk hoofdstuk logisch opgebouwd. Deze samenvatting van Algemene Menselijke Fysiologie bevat alles wat je moet weten over het hart, bloedsomloop, impulsvorming, ECG, pompfunctie, bloeddrukregeling en ademhaling. De cursus is opgebouwd op basis van hoorcolleges, handboeken en eigen notities, verwerkt tot een logische en beknopte structuur die je tijd en stress bespaart. Wat je krijgt: Duidelijke uitleg van moeilijke begrippen (zoals preload, afterload, purkinje-vezels…) Belangrijke schema’s en definities (op het einde een ruim overzicht met samenvatting alle definities en hormonen!!) Geoptimaliseerd voor herhaling en examenvragen Geschikt om mee te studeren of als laatste herhaling vóór het examen Waarom kopen? Deze samenvatting hielp mij door een zwaar buisvak waarvoor velen buizen. Als jij ook worstelt met de hoeveelheid leerstof, dan bespaart dit jou uren samenvatten en samenscharrelen van info. Gewoon leren en slagen.

Show more Read less
Institution
Course

















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
April 4, 2025
Number of pages
219
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Algemene menselijke fysiologie


I. Functie van het hart in de bloedsomloop

1) Algemeen

- Bloedsomloop
o Vervoert zuurstofgas
o Vervoert voedingsstoffen
o Vervoert door het lichaam geproduceerde stoffen
o Transport warmte

- Bloedstroom => energie nodig
o Hart levert energie (Zuig-perspomp)
 Bloed persen door het vaatstelsel
 Zuigkracht uitoefenen op het bloed

- Pompwerking
o Contractiefase = systole = aanspanningsfase
o Relaxatiefase = diastole = ontspanningsfase
o Ejectiefractie
 Het volume bloed die uit de hartkamers in de uitstroomvaten
wordt gestuwd

- Opdeling hart
o Rechter helft:
 Ontvangt het bloed dat terugkeert uit het lichaam
o Linker helft:
 Ontvangt het bloed dat door de longen gepasseerd is

- Instroomvaten = aders/ venen
- Uitstroomvaten = slagaders/ arteriën

- Longen
o Staan in serieschakeling met de 2 harthelften

- Organen
o Staan parallel geschakeld aan het hart

- Lichaamsdoorstroming = grote circulatie/ systemische circulatie
- Longdoorstroming = kleine circulatie/ pulmonaire circulatie




1

,Algemene menselijke fysiologie


2) Anatomische bouw van het hart

- 2X atrium
o Wanden zeer rekbaar => + elastisch bindweefsel
- 2X ventrikel
o Wanden zijn dikker => + spierweefsel

- Wand: myocard
o Spierweefsel
o Bindweefsel
 Elastisch weefsel
 collageenweefsel
o Myocardcellen
o Pacemakercellen

- Endocard
o Binnenste wand

- Epicard
o Buitenste wand
o Vetrijke bindweefsellaag
o Bloedvaten voor de hartwand zelf lopen hier, coronairvaten

- Pericard
o Hartzakje
o Vergroeit met pleura parietalis

- Atrioventriculaire kleppen (AV-kleppen)

- Interatriële wand

- Interventriculaire wand
o Linker ventrikel

- atrioventriculaire wand
o Strook vezelig bindweefsel: anulus fibrosus = hartskelet
o 4 openingen
 2 X AV-ostia
 2 X uitstroomvaten
 Truncus pulmonalis (a. pulmonalis)
 Aorta (grote lichaamsslagader)




2

,Algemene menselijke fysiologie


- Instroomvaten
o Rechter atria
 V. cava superior
 V. cava inferior
 Monden samen uit via: Sinus venosus
 Achter rechter atrium

 Sinus coronarius
 Vloeit het bloed terug afkomstig vanuit de hartwand zelf
 Onder in het rechter atrium

o Linker atria
 Venae pulmonales (2-4 longvenen)
 Achter in het linker atrium

- Kleppen (opgehangen aan anulus fibrosus)
o Tricuspidaalklep
 Rechts
 AV-klep
 3 kleppen

o Mitraalklep = bicuspidalisklep
 Links
 AV-klep
 2 kleppen

o Pulmonaalklep
 Semilunaire klep van uitstroomvat
 3 vliezige zakjes/ zwaluwnestjes
 Slaan dicht als druk in ventrikels lager is dan uitstroomvaten

o Aortaklep
 Semilunaire klep van uitstroomvat
 3 vliezige zakjes/ zwaluwnestjes
 Slaan dicht als druk in ventrikels lager is dan uitstroomvaten

- Chordae tendinae
o Verbonden met de papillaire spieren
o Reflux naar atria voorkomen bij contractie




3

, Algemene menselijke fysiologie


3) Elektrische eigenschappen van de spier
- Hartspiercellen = prikkelbare (exciteerbare) cellen

Contraherend myocard Gespecialiseerd weefsel
(working myocardium)/ arbeidsmyocard
- Grootste massa van de spierlaag - Impulsvorming

- Levert arbeid voor pompwerking - Impulsverspreiding

- Cardiomyocyten = netwerk langwerpige, - Nodale cellen
vertakte cellen
(myofibrillen met dwarsgestreepte - Bestaat uit:
structuur)
1. SA-knoop = knoop van Keith-
- Desmosomen = hechtstructuren Flack
 Boven in rechter atrium
- Gap junctions = elektrische geleiding  Naast uitmonding v. cava superior
 Elektirische prikkel begint hier
- Spleten in netwerk gevuld: collagene en  Geeft het tempo aan van het kloppen
elastische bindweefselstructuren, bloed-en  Indien SA-knoop niet werkt: toch nog
lymfecapillairen en zenuwcellen contractie maar trager (via omliggende
spierweefsel)
- Cellen van atriumspier bevatten: atriale granula
=> maken ANP 2. AV-knoop = knoop van Ashoff
Tawara
 Onder ih rechter atrium
 Naast uitmonding sinus coronarius
 De cellen in deze knoop kunnen de
elektrische prikkel afremmen
 De kamers contraheren iets later dan
de atria hierdoor

3. Bundel van Hiss + netwerk van
purkinje
 Vanaf AV-knoop
 Door anulus fibrosus
 In interventriculaire septum
(bindweefsel -> musculeuze septum)
 2 subendocardiaal verlopende
bundeltakken (links en rechts)
 Netwerk van purkinje, waar elke cel
contact maakt met klein aantal
ventrikelcellen




- Actiepotentiaal binnen het arbeidsmyocard

4

, Algemene menselijke fysiologie


o Actiepotentiaal van cardiomyocyten van atrium + ventrikel duurt 200msec
tot 300msec
o Langer dan skeletspiercellen en zenuwcellen
o Onderlinge verschillen qua duur door: gecompliceerde repolarisatie
o Dubbel gate mechanisme: kanalen sluiten uit zichzelf na het openen
o Korte duur van de actiepotentiaal van de atriumcellen t.o.v.
ventrikelcellen wordt veroorzaakt door de veel snellere initiële
Repolarisatie => transient-outward kaliumionen veel sterker ontwikkeld

- Nodale cellen
o Vermogen tot automatie = pacemakereigenschap
o Spontaan tot ontlading => automatie
o Geleidelijk verlies aan lading in membraan tijdens de diastolen =>
spontaan de ontladingsdrempel overschrijden
o Beïnvloeding autonoom ZS: koorts + Adrenaline => stijging hartfrequentie
=> sneller bereiken van de drempelwaarde

Fase 0 = depolarisatie fase - Openen spanningsafhankelijke Natriumkanalen (influx)
- Snelle depolarisatie
- Ontlading: -80mV (rustpotentiaal) => -65mV drempel
Fase 1 = initiële Repolarisatie - Snelle Na+ ionkanalen geïnactiveerd
- Openen type 1: K+ ionkanalen (eflux)
(veel sneller bij atriumcellen) - Korte duur Uitstroom = transient outward
Fase 2 = plateaufase - (langzaam) L-type ca2+ kanaal
- -40mV
- Calcium (influx)
Fase 3 = vertraagde - Type 2: Vertraagde kaliumkanaal (delayed channel), kalium
Repolarisatie uitstroom hoofdzakelijk
- Tijdens fase 2 geactiveerd (eflux)
- Ca+ kanalen geïnactiveerd
Fase 4 = diastolische - Type 3: diastolische k+ kanaal
rustpotentiaal - (eflux)
- Nog enkele mV verder Repolarisatie




- Purkinje cellen

5

,Algemene menselijke fysiologie


= cellen in de bundeltakken en netwerk van Purkinje
Purkinje cellen => eigenschappen gemeen met: nodale cellen als de ventrikel cellen.




- Impuls voor hartcontractie ontstaat normaal in de SA-knoop en volgt een vast pad
o Nodale cellen => spontaan actiepotentiaal

o Overig gespecialiseerd hartweefsel => hoe verder dat weefsel gelegen is
van de SA-knoop, des te lager de snelheid van de spontane
ontladingsfrequentie = pacemakerhiërarchie

o Primaire pacemakers => komen daadwerkelijk spontaan tot ontlading

o Secundaire pacemakers = latente pacemakers => als de excitatie vd
primaire pacemakers niet of onvoldoende plaatsheeft, kunnen de
secundaire pacemakers de automatie overnemen. Ze hebben wel een
lagere ontladingsfrequentie

o Daling automatie in rest geleidingssysteem
 AV-knoop: 40/min spontane ontladingen
 Prukinje vezels: 30/min spontane ontladingen

o Start normale hartslag:
 Actiepotentiaal in centrum vd SA-knoop
 1000 pacemakercellen overschrijden drempel voor de systolische
depolarisatie
 Secundaire pacemakercellen in de randen van SA-knoop zorgen
dat de impuls de spiervezels in de wand van het atrium bereikt
 Excitatie doorgegeven van cel tot cel
 Impuls loopt dood op de anulus fibrosus
 Enige weg voor de impuls naar de ventrikels verloopt via de AV-
knoop en bundel van His




o Ventrikels contraheren later dan atria: AV-vertraging


6

,Algemene menselijke fysiologie


 Zeer trage geleiding: kleine, ongeordend gesitueerde cellen met
weinig gap junctions + geringe stijgsnelheid en kleine amplitude
 0.1 sec voordat de impuls de ventrikelcellen bereikt
 Atria genoeg tijd om hun inhoud in het nog ontspannen ventrikel
te pompen
 Relatie lange refractaire periode => limiet aan de frequentie van
de door te geven impulsen
 Belangrijk bij: abnormaal hoge frequentie van de atria
o De ventrikels kunnen dan maar deels volgen

o Impuls => bundel van His + Purkinje Netwerk
 Versnelling in de bundeltakken en Purkinje Netwerk => grote
cellen met weinig celorganellen
 Grote intercallaire schijven => uitzonderlijke grote gap junctions =>
elektrische weerstand tussen de cellen laag
 Hoogste voorgeleidingssnelheid hart: 4m/s
 Grote gap junctions => elektrische weerstand laag
 Hoge stijgsnelheid depolarisatie
 Hoge amplitude depolarisatie
o grote dichtheid Na+-kanalen
 impuls verspreidt zich snel en gelijkmatig over beide ventrikels =>
contraheren als één geheel

o Purkinje-vezels exciteren => paillaire spieren
 Komen vroeg in de ventrikelcontractie op spanning
 AV-kleppen gesloten houden => niet doorslaan

- De impulsgeleiding verloopt van cel op cel via gap junctions
o Excitatie hartcellen (contractie)
 Openen snelle natriumkanalen
 Openen calciumkanalen +/-

o Openen kanalen => activeringsdrempel overschreden worden
 Membraanpotentiaal door depolariserende stroom kritische
drempelwaarde overschrijd
 Stroom geleverd door: naburige cellen
 Gap junctions => miniscule depolariserende stroom

o Teruggeleiding voorkomen
 Lange duur van actiepotentiaal
 Refractaire période 200msec tot 300msec
 Plaatselijke verkorting duur actiepotentiaal => cardiale
aandoeningen => stoornissen in hartritme
4) Het electrocardiogram (ECG)
7

,Algemene menselijke fysiologie



- ECG = curve die potentiaalveranderingen over het lichaam in de tijd beschrijft
o Afhankelijk van plaats vd elektroden
o Vaste toppen en dalen => depolarisatie en Repolarisatie

- Positieve top = indien het depolarisatiefront loopt in de richting van de elektroden

- Negatieve top = indien het depolarisatiefront weg loopt van elektroden

- Depolarisatie atria
P-top - Amplitude = max 0.2 mV
- Duur = max 0.11 s
- Positieve top
- Depolarisatie ventrikels
- Depolarisatiefront verloopt niet mooi in 1
QRS-complex richting
- Duur = 0.6 en 0.10 s
- Amplitude = enkele mV
Q-top - Activering septum tussen ventrikels via
bundel van His en klein deel rechter ventrikel
- Negatieve top
- Depolarisatie beide ventrikels thv hartpunt
R-top - Positieve top

S-top - Depolarisatie laatste delen ventrikel => rond
anulus fibrosus (ventrikelbasis)
- Negatieve top
T-top - Repolarisatie ventrikels
- Positieve top



- Repolarisatie atria
o niet tot uiting in ECG
o atriumvezels repolariseren niet alle met dezelfde snelheid
o minder spiermassa in de atria

- cardiale aritmie
o abnormale verandering in de prikkelvorming of impulsgeleiding
o ouderen => aanleiding klinische problemen




8

,Algemene menselijke fysiologie


5) De pompfunctie

- Oorzaak:
o contractie van de spiercellen in de wand kunnen een druk opbouwen
o als deze druk de tegendruk in de uitstroomvaten overschrijdt gaan de
cellen zich verkorten doordat het hart bloed uitpompt

- moleculaire processen:
o wanneer de intracellulaire calciumconcentratie een drempelwaarde
overschrijdt => calcium gebonden aan troponine
o conformationele veranderingen in het tropomyosine
 maken bindingsplaatsen voor myosine en actine beschikbaar
o myosine hecht zich vervolgens aan actine => vorming crossbridges /
dwarsverbindingen
o verbruik van ATP: bewegende myosinekoppen brengen kracht en
verplaatsing teweeg


Intracellulaire Calsium Conformationele Bindingsplaatse Myosine Vorming
calciumconcentratie verandering n voor myosine crossbridges
overschrijdt een troponine tropomyosine en actine actine
drempelwaarde beschikbaar

- hartcontracties => enkelvoudige contracties => 1 enkele actiepotentiaal

- tijdens de diastole wordt het hart passief gevuld
o hart
 zuig-perspomp
 vullingslag
 persslag

o vullingslag
 matige zuigwerking van het hart op het bloed zelf
 druk op/ in het aderlijke stelsel
 druk in de thorax

o diastole = rustfase
 hartspiercellen ontspannen
 enige weerstand tegen vervorming gebeurt door elastische
structuren (in de cel als daarbuiten)




9

, Algemene menselijke fysiologie


o extracellulaire component (elastische componenten)
 netwerk van collagene vezels ingebed in een amorfe matrix tussen
de cardiomyocyten
 beperkt de rekking van het hart tijdens de diastolische vulling.
 Het veroorzaakt tijdens de diastolische vulling een geleidelijke
stijging van het druk in het hart

o intracellulaire component (elastische componenten)
 cytoskelet van de hartspiercel
 complex van minuscule buisjes en vezeltjes
 bij het hart in rust: alle organellen op hun plaats houdt
 bij contractie: de door myofilamenten geleverde kracht
overbrengt op de membraan en het extracellulair bindweefsel
 bij einde systole: sarcomeerlengte wordt teruggebracht naar een
rustlengte van +/- 2 nm
 + eiwitten
 Reuzeneiwit Titini
o Diastolische herstelkracht (restoring force) => Door
het terugveren van Titine, kan Titine bijdragen aan de
ontspanningsfase met de aanzuigwerkende kracht uit
te oefenen op het bloed.

o Bij een toenemende vulling van de diastole => Titine de
andere kant opwerken en een tegenkracht geven tegen
verdere vulling

o Intrathoracale druk => aanzuigende werking op het bloed

o Aanzuigende werking op het bloed = diastolische aanzuiging

o De grotere massa van linkerventrikel => linker ventrikel verzet zich meer
tegen vulling => minder rekbaar = lagere compliantie

o Einde diastole:
 Druk in het linker ventrikel > druk in het rechter ventrikel
 Atria en ventrikels vormen 1 holte
 AV-kleppen geopend
 SL-kleppen zijn dicht
 Het bloed stroomt het hart binnen
o Druk aderlijke stelsel > druk in het hart zelf
o Hoe groter dit drukverschil hoe sneller het hart vult




10
$19.74
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
fleurvandenberghe2

Get to know the seller

Seller avatar
fleurvandenberghe2 Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
1
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions