100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Answers

Werkgroep 4 Ondernemingsrecht

Rating
-
Sold
-
Pages
7
Uploaded on
12-07-2020
Written in
2018/2019

Werkgroep 4 Ondernemingsrecht. Inclusief uitdeelopdrachten. Rode tekst is het antwoord/toelichting van de docent.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
July 12, 2020
Number of pages
7
Written in
2018/2019
Type
Answers
Person
Unknown

Subjects

Content preview

Ondernemingsrecht 2018-2019_week 4_thuiswerkcasus



Casus 1
NV A en NV B zijn structuurvennootschappen. De vennootschappen hebben een belang in BV X. NV A
houdt 15% van de aandelen in BV X en NV B houdt 50% van de aandelen in BV X. De overige 35 % van de
aandelen wordt door BV X zelf gehouden.
Bij BV X dreigen door risicovolle beleidsbeslissingen grote verliezen. De besturen van NV A en NV B
komen daarover bijeen en besluiten voorlopig niet in te grijpen. De gedachte daarachter is dat de
beslissingen ook zeer winstgevend kunnen uitpakken en dat de crediteuren van BV X toch geen schade
leiden bij onverhoopt financieel onvermogen van BV X omdat NV A voor BV X een zogenaamde art. 403-
verklaring heeft afgegeven. Uiteindelijk gaat het mis en valt BV X om. De vordering van Leverancier P
blijft onbetaald. Ook de fiscus heeft een aanzienlijke vordering op BV X.

Vraag 1
Ziet u mogelijkheden voor leverancier P om zijn schade te verhalen bij NV A. Bespreek de grondslag van
de vordering en de kans op succes.

NV A heeft een 403 verklaring afgegeven en is hiermee aansprakelijk voor alle huidige en toekomstige
schulden, art. 2:403 BW. Op grond hiervan kan de leverancier P de NV aanspraken met een grote kans
op slagen.
Ook kan gekeken worden naar 2;11; De aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een
ander rechtspersoon rust tevens hoofdelijke aansprakelijkheid. Door wanprestatie van A werkt dus dus
indirect door op X.
403 geldt voor rechtshandelingen, hier is sprake van een rechtshandeling. De vordering van de
leverancier is een verplichting uit een rechtshandeling, dus NV A is aansprakelijk. 403 verklaring blijft
gelden totdat je hem intrekt, ook als jij heel weinig of geen aandelen meer hebt in BV X.

Vraag 2
Ziet u mogelijkheden voor leverancier P om zijn schade te verhalen bij NV B. Bespreek de grondslag van
de vordering en de kans op succes.

Er is geen sprake van een dochtermaatschappij, want dan moeten ze meer dan de helft van de stemmen
hebben, en ze hebben 50%. Aan 2:24 BW is dus niet voldaan. Er is wel sprake van een afhankelijke
maatschappij, zie art. 2:152 lid 1 sub a BW. Want ze hebben de helft van het kapitaal. De maatschappij is
dus afhankelijk. Leverancier kan op grond van 6:162 en het arrest Hurks of Compsi de NV B aanspreken.
Is het een dochtermaatschappij? Nee, art. 2:24a BW. Je moet meer dan de helft hebben. Dat is hier het
geval. Er kan maar over 65% gestemd worden op grond van artikel 2:228 lid 6 BW. Je telt die 35% niet
mee. 50% is hier dus meer dan de helft, NV B heeft overwegende zeggenschap. Het is dus toch een
dochtervennootschap.
Leverancier P kan NV B aanspreken op grond van het Hurks arrest en art. 6:162 BW.

Vraag 3
Ziet u mogelijkheden voor de fiscus om de schade te verhalen bij NV A. Bespreek de grondslag van de
vordering en de kans op succes.
De 403 verklaring geldt niet ten aanzien van de fiscus. 403 verklaring ziet alleen op rechtshandelingen
van de rechtspersoon, hieronder valt dus niet de belastingverplichting, want deze vloeit rechtstreeks
voort uit de wet. Ze zullen dus niet op grond van 403 NV A kunnen aanspreken.
Er is ook geen sprake van een dochtermaatschappij, afhankelijke maatschappij of een deelneming.
Wellicht kun je nog iets met een groepsmaatschappij proberen??

, Ondernemingsrecht 2018-2019_week 4_thuiswerkcasus

Geen rechtshandeling, maar een verplichting die voortvloeit uit de wet. Belastingplicht is geen
rechtshandeling, dus de 403 verklaring kan de fiscus zich niet op beroepen.


Casus 2
De aandelen van BV C zijn voor 40% in handen van structuur NV A, voor 50 % in handen van structuur
NV B en voor 10 % in handen van E, de enige bestuurder van A. BV C heeft op haar beurt 100% van de
aandelen van BV D. F is de enige bestuurder van B. C is bestuurder van D. De dames A en B zijn
bestuurders van BV C.

Vraag 1
Heeft de OR van BV C invloed op de benoeming van een commissaris bij NV A?
Er is sprake van een afhankelijke maatschappij, want NV A houdt 50% van de aandelen in BV C. OR heeft
wel invloed 25 WOR.
Structuurvennootschap heeft een verplichte raad van commissarissen. Art. 2:152 e.v.. 152 definitie
afhankelijke maatschappij.
153 en 154 wanneer je structuurvennootschap bent.
In 158 lid 6 wordt de OR van de grote NV bedoeld.
158 lid 11 BW. OR geldt ook voor de afhankelijke maatschappij, 152. Is BV C een afhankelijke
maatschappij? Nee, niet de helft van het geplaatst kapitaal. Ze hebben in casu 40% dus niet de helft en
dus ook geen invloed op de benoeming van een commissaris.


Vraag 2
Heeft de OR van BV D invloed op de benoeming van een commissaris bij NV B?
Een afhankelijke maatschappij van een afhankelijke maatschappij is ook een afhankelijke maatschappij,
dus ja de OR heeft hierover wat te zeggen.
Ja. Afhankelijke maatschappij van een afhankelijke maatschappij is ook een afhankelijke maatschappij,
152 sub a BW. BV D heeft dus wel invloed. 2;158 lid 6 en 11.

Vraag 3
Heeft de OR van BV C invloed op de benoeming van een bestuurder bij NV B?
Ja, denk het wel, vanwege afhankelijke maatschappij ?
Art. 2:162. Art. 2:132 BW. Het gaat om een structuurvennootschap. Art. 2:134a de ondernemingsraad
mag hun standpunt bekend maken, dit gaat om de OR van NV B. Geldt het hier ook voor andere
vennootschappen? 2:134a lid 2 onder OR wordt mede verstaan de ondernemingsraad van een
dochtermaatschappij. Is C een dochter van B, art. 24a? Nee, ze hebben niet meer dan de helft van de
stemrechten. Ze hebben dus geen invloed op de bestuursbenoeming.
We kunnen ook nog kijken in de WOR. Art. 30 WOR. Bestuurder in de WOR is niet hetzelfde als een
bestuurder in boek 2. Art. 1 sub e WOR. Mogelijk is er een adviesrecht op grond van art. 30 WOR als hij
leiding geeft aan de arbeid, maar dat valt niet af te leiden uit de casus.

Vraag 4
Heeft de OR van BV D invloed op de benoeming van een bestuurder bij NV A?
Nee, geen dochter of afhankelijke maatschappij (?)

Nee, geen dochter dus 134 gaat niet op. Ook niet afhankelijk. Je zou ook nog aan art. 30 WOR kunnen
denken.
$3.62
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
jantxx_1999 Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
103
Member since
5 year
Number of followers
79
Documents
56
Last sold
8 months ago

3.6

34 reviews

5
4
4
19
3
7
2
3
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions