samenvatting wiskunde in de praktijk kerninzichten hoofdstuk 1 2 3 wil oonk 4e editie 9789001080723
,samenvatting wiskunde in de praktijk kerninzichten hoofdstuk 1 2 3 wil oonk 4e editie 9789001080723
, samenvatting wiskunde in de praktijk kerninzichten hoofdstuk 1 2 3 wil oonk 4e editie 9789001080723
Hoofdstuk 1: Hele Getallen
Tellen en getalbegrip liggen aan de basis van reken en wiskunde activiteiten.
Hoe maakt het jonge kind kennis met getallen en leren tellen:
• Synchroon tellen
• Resultatief tellen
• Representeren
Synchroon tellen
Het tellen van een aantal voorwerpen waarbij het opzeggen van de telrij gelijk loopt met het
aanwijzen.
Dit kan goed met spelletjes als het racebaanspel. Als er verkeerd geteld wordt is dat geen probleem,
het is immers een spelletje. Gewoon opnieuw en weer verder.
Wat kan er fout gaan bij synchroon tellen:
• Sneller aanwijzen dan tellen
• Langzamer aanwijzen dan tellen
• Dubbel tellen en overslaan omdat voorwerpen bijvoorbeeld verspreid liggen en niet netjes
op volgorde.
Hoe kerninzicht synchroon tellen bij leerlingen herkennen:
• Bij het tellen van voorwerpen precies tegelijk een voorwerp aanwijzen en één
telwoord noemen
• Weten dat je alle voorwerpen moet tellen
• Voorwerpen ordenen om ze beter te kunnen tellen
• Bij aanwijzen geen voorwerp dubbel tellen of overslaan
• Bij het tellen van voorwerpen telwoorden correct en in goede volgorde opnoemen
(voor jongste kleuters t/m6 en oudste kleuters tot minimaal 10.
Resultatief tellen
Om een hoeveelheid te tellen is naast het synchroon tellen ook van belang dat je snapt dat het
telwoord bij het laatst getelde voorwerp het aantal weergeeft. Of wel, het tellen van voorwerpen
om te weten hoeveel het er zijn.
Wanneer een kind kleine gestructureerde hoeveelheden direct herkent (dobbelsteen) is er geen
sprake van resultatief tellen maar globale perceptie.
Ordinale of ordeningsfunctie: Het gaat om de volgorde (telgetal)
Kardinale of hoeveelheidsfunctie: aangeven van hoeveelheid (hoeveelheidsgetal)
Hiernaast kunnen getallen nog 3 andere functies hebben:
• Meetgetallen: getallen met een maat erachter (7 kilo, 3 centimeter)
• Naamgetallen: getallen die een naam aangeven (bus 15)
• Rekengetallen: getallen verwerkt in een som(5+3=8)
,samenvatting wiskunde in de praktijk kerninzichten hoofdstuk 1 2 3 wil oonk 4e editie 9789001080723
, samenvatting wiskunde in de praktijk kerninzichten hoofdstuk 1 2 3 wil oonk 4e editie 9789001080723
Hoofdstuk 1: Hele Getallen
Tellen en getalbegrip liggen aan de basis van reken en wiskunde activiteiten.
Hoe maakt het jonge kind kennis met getallen en leren tellen:
• Synchroon tellen
• Resultatief tellen
• Representeren
Synchroon tellen
Het tellen van een aantal voorwerpen waarbij het opzeggen van de telrij gelijk loopt met het
aanwijzen.
Dit kan goed met spelletjes als het racebaanspel. Als er verkeerd geteld wordt is dat geen probleem,
het is immers een spelletje. Gewoon opnieuw en weer verder.
Wat kan er fout gaan bij synchroon tellen:
• Sneller aanwijzen dan tellen
• Langzamer aanwijzen dan tellen
• Dubbel tellen en overslaan omdat voorwerpen bijvoorbeeld verspreid liggen en niet netjes
op volgorde.
Hoe kerninzicht synchroon tellen bij leerlingen herkennen:
• Bij het tellen van voorwerpen precies tegelijk een voorwerp aanwijzen en één
telwoord noemen
• Weten dat je alle voorwerpen moet tellen
• Voorwerpen ordenen om ze beter te kunnen tellen
• Bij aanwijzen geen voorwerp dubbel tellen of overslaan
• Bij het tellen van voorwerpen telwoorden correct en in goede volgorde opnoemen
(voor jongste kleuters t/m6 en oudste kleuters tot minimaal 10.
Resultatief tellen
Om een hoeveelheid te tellen is naast het synchroon tellen ook van belang dat je snapt dat het
telwoord bij het laatst getelde voorwerp het aantal weergeeft. Of wel, het tellen van voorwerpen
om te weten hoeveel het er zijn.
Wanneer een kind kleine gestructureerde hoeveelheden direct herkent (dobbelsteen) is er geen
sprake van resultatief tellen maar globale perceptie.
Ordinale of ordeningsfunctie: Het gaat om de volgorde (telgetal)
Kardinale of hoeveelheidsfunctie: aangeven van hoeveelheid (hoeveelheidsgetal)
Hiernaast kunnen getallen nog 3 andere functies hebben:
• Meetgetallen: getallen met een maat erachter (7 kilo, 3 centimeter)
• Naamgetallen: getallen die een naam aangeven (bus 15)
• Rekengetallen: getallen verwerkt in een som(5+3=8)
