Uit het college
● Detachement binnen het gezin is normaal en onvermijdelijk (Hall & Freud).
○ In de vroege adolescentie neemt het gevoel van steun en warmte van de ouders
af bij de adolescent.
○ In de late adolescentie nemen deze gevoelens weer toe.
● De ouder-kind relatie verandert.
○ Verticaal → horizontaal (gelijkwaardiger).
○ Asymmetrisch → symmetrisch (meer wederzijdse interacties).
○ Afhankelijk → onafhankelijk.
● Hall en Freud zien de slechte band tussen ouder en kind in de puberteit als een
universele ervaring, maar:
○ Verschillen tussen gezinnen (turbulente/ harmonieuze relaties).
○ Ontwikkelingsgeschiedenis van ouder-kind interactiepatronen en
relatiekwaliteit voor de adolescentie is belangrijk → The poor get poorer.
● De adolescentie kan gezien worden als een periode van storm en stress, want:
○ Toename van conflict.
○ Afname van warmte en steun.
○ Lastige periode voor ouders.
● Maar, het kan ook niet gezien worden als periode van storm en stress, want:
○ Geen universele ervaring (gemiddeld, grote variantie tussen individuen) →
cultuurafhankelijk.
○ Vaak kleine ruzies zonder invloed op de relatiekwaliteit.
● Autonomie-gerelateerde issues/ control issues → conflict.
○ Streven naar autonomie.
○ Maturational perspective: cognitieve ontwikkeling, twijfel over ouderlijke
legitimiteit van controle en nastreven van gelijkheid (egalitair).
○ Expectancy violation-realignment theory: verschillen in verwachtingen over
timing van transities in autonomie en zelfregulatie.
○ Social domain theory: de effectiviteit van het ouderlijk toezicht is afhankelijk
van het domein. Er is een verschil in perspectief van adolescent en ouder over
persoonlijke, verstandige, conventionele en morele issues.
, ○ Ouder-adolescent conflict → reorganisatie (realignment) van ouder-kind
relatie.
● Goede vorm van controle:
○ Monitoring.
○ Hoge steun/ betrokkenheid.
○ Gedragscontrole.
● Slechte vorm van controle:
○ Lage steun/ betrokkenheid.
○ Psychologische controle.
Artikel 1: Branje, S., Mastrotheodoros, S., & Laursen, B. (2021). Family Relationships
During Adolescence
● De ouder-adolescent relatie wordt gekenmerkt door drie communicatiekenmerken:
○ Nabijheid → relaties blijven nabij en ondersteunend maar uiten zich meer in
gesprekken dan fysiek contact.
■ Neemt af in de adolescentie, maar ouders blijven invloedrijk.
○ Conflict: zorgt voor autonomie en verandert relatiepatronen.
■ Frequentie daalt met leeftijd.
■ Conflicten draaien vaak om autonomie en verantwoordelijkheid.
■ Empathische adolescenten ervaren minder conflict.
■ Matig conflict in een goede relatie is gezonder dan geen conflict.
■ Explosieve of chronische conflicten leiden tot mentale problemen.
■ Flexibele emotionele expressie in conflict voorspelt betere aanpassing.
, ○ Ouderlijk toezicht: meestal afhankelijk van openheid van de adolescent, niet
ouderlijke controle.
■ Adolescenten onthullen meer bij minder ouderlijke controle.
■ Geheimhouding neemt toe met leeftijd (vooral bij jongens).
■ Positief gezinsklimaat zorgt voor meer openheid en minder
delinquentie.
■ Overmatige controle kan leiden tot delinquente vriendenkeuze.
● Moeders zijn vaak de emotionele vertrouwenspersoon, vaders meer autoriteit.
● Perceptieverschillen in gezinnen in de adolescentie zijn normaal, maar:
○ Grote verschillen in percepties voorspellen slechtere aanpassing.
○ Jongere en mannelijke adolescenten in individualistische culturen ervaren
vaker discrepanties.
● Conflict tussen ouders verslechtert de ouder-adolescent relatie.
● Soms proberen adolescenten te compenseren voor de slechte relatie tussen de ouders.
● Gezinsstructuren beïnvloeden ouder-adolescent relatie (minder warmte in
eenoudergezinnen) .
● Relaties broers en zussen:
○ Meestal warm, met laag conflict, maar variabel per geslacht en cultuur.
○ Goede band → betere aanpassing en minder probleemgedrag.
○ Machtsverschillen kunnen leiden tot psychologische problemen.
○ Relaties beïnvloeden ouderlijke opvoedstijl.
Artikel 2: Morris, A. S., Ratliff, E. L., Cosgrove, K. T., & Steinberg, L. (2021). We know
even more things: A decade review of parenting research
● Adolescentie: periode van erkenning en verandering in de relatie met ouders, waarbij
autonomie centraal staat.
● Conflicten ontstaan doordat ouders veiligheid en verantwoordelijkheid belangrijk
vinden, terwijl adolescenten autonomie waarderen.
● Open communicatie en verbondenheid dragen bij aan een betere gezinsdynamiek.
● De mentale gezondheid, stress en persoonlijkheid van zowel ouder als kind
beïnvloeden de relatie.
● Autoritatieve opvoeding: warm, ondersteunend en stimuleren van autonomie met
duidelijke verwachtingen en consistente discipline.