100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting problemen 1-4 Methode en Technieken

Rating
-
Sold
-
Pages
32
Uploaded on
18-03-2025
Written in
2024/2025

Dit document bevat een samenvatting van alle leerdoelen van het vak Methode en Technieken van jaar 2024/2025. Daarnaast zijn de aantekeningen uit werkgroepen ook hierin verwerkt. Ik had voor dit vak aan de hand van deze samenvatting een 9,1 gehaald.

Show more Read less
Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
March 18, 2025
Number of pages
32
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Methoden en technieken 1
Probleem 1
1. Wat zijn de basisprincipes & kenmerken van wetenschappelijk
onderzoek?
Wetenschappelijk onderzoek = systemisch en georganiseerde kennisvorm dat op
elk gebied kan worden toegepast, 2 principes:
1. Vindt plaats volgens wetenschappelijke methode
2. Draagt bij aan verzameling van wetenschappelijke kennis
Goed onderzoek leidt tot nieuwe + betere vragen, maar het beantwoordt ook
vragen.
 Kwantitatief onderzoek: onderzoekvragen worden met schijnexactheid
beantwoord
- Kracht = precisie, brede geldigheid
- Zwakte = oppervlakkigheid en versimpeling
 Kwalitatief onderzoek: gaat om verstehen = handelen vanuit het actor
perspectief leren begrijpen en emic perspectief = perspectief van
binnenuit
Kracht = diepte, contextualiteit, begrip
- Zwakte = particulariteit (gelden resultaten ook buiten groep?)
-> idealiter: combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Doel: mogelijke vertekeningen uit te schakelen
Wat is wetenschap?
 Op zoek naar de waarheid -> wat op één moment als waarheid gold, wordt
op een later moment weer veranderd
 Wetenschappelijke waarneming moet objectief zijn -> men neemt vaak
genoegen met een afgezwakte variant van objectiviteit: intersubjectiviteit -
> onderzoekers moeten onafhankelijk van elkaar tot hetzelfde subjectieve
oordeel kunnen komen
 Rationaliteit -> theorieën waarmee we fenomenen verklaren moeten
enigszins rationeel zijn, bepaalde regels volgen, uit logische redenaties zijn
opgebouwd, theorieën mogen niet onderling andere conclusies opleveren
 ‘meta’ doel -> omgeving beheersen
Wetenschapsopvattingen:
- Neopositivisme: idee = als men theorieën ontbindt in bouwstenen, en als
die bouwstenen worden vastgesteld waar te zijn, is men in staat om vast
te stellen hoe waarschijnlijk uitspraken op basis van die theorie zijn. ->
theorieën beetje bij beetje opbouwen
- Kritisch rationalisme: stelt dat absolute kennis niet bestaat -> men kan
nooit zeker zijn dat iets waar is. falsificationisme = kijken of een theorie
omver kan worden gefalsifieerd. Een niet-gefalsifieerde theorie is voorlopig
waar.

,Kenmerken:
1) Repliceerbaarheid: anderen moeten dezelfde resultaten krijgen als ze
hetzelfde onderzoek doen
2) Precisie: theoretische concepten moeten met precisie worden gedefinieerd,
zodat anderen die definities kunnen gebruiken om concepten te meten en
de theorie uit te testen.
3) Falsifieerbaarheid: een theorie moet geformuleerd worden dat het kan
worden weerlegd.
4) Spaarzaamheid: als er meerdere verklaringen voor een fenomeen zijn,
kiezen wetenschappers de eenvoudigste of logischerwijs de meest
economische verklaring. (Occam’s razor)
2 niveaus van wetenschappelijk onderzoek:
1) theoretisch = ontwikkelen abstracte concepten (theorieën ontwikkelen)
2) empirisch = testen concepten + hoe deze zich uiten in realiteit (testen
theorieën)
2. Wat is de functie van theorie in onderzoek?
Theorie = een bepaalde manier van kijken naar de werkelijkheid, hieruit haal je je
hypotheses en helpt om conclusies te kunnen trekken uit onderzoeksgegevens.
Definitie theorie volgens Decorte: een theorie bestaat uit een systematische en
consistente redenering die volgt uit een generalisering en abstrahering van
onderzoeksgegevens. De theorie draagt dan een mogelijke verklaring aan die in
zoveel mogelijk toetsbare termen is gevat.
Theorie = versimpeling van de werkelijkheid en voorspellingen
Model = representatie van de werkelijkheid
Functies theorie:
 Problemen verklaren: zonder theorie blijven uitkomsten van onderzoek op
een beschrijvend niveau hangen -> theorie geeft een logische interpretatie
op grond waarvan je kan zeggen: ‘zo zou het in elkaar kunnen zitten’
 Hulpmiddel bij het ontwikkelen van maatregelen om criminaliteit te
beheersen: richting waarin analyse van probleem gaat, bepaalt
grotendeels richting waarin oplossing wordt gezocht.
 Rol in proces dataverzameling: bepaalt waar we naar kijken en hoe we
naar bepaalde fenomenen kijken -> theorie is een bril waardoor bepaalde
zaken overbelicht worden en andere zaken wegvallen.
Wisselwerking tussen theorie en onderzoek: zonder theorie heeft onderzoek geen
focus en richting, maar theorie heeft onderzoek nodig om verder te kunnen
ontwikkelen
Construct = abstract concept om fenomeen te verkalren
- Niet-dimensie = gewicht
- Multi-dimensie = meerdere concepten (communicatie-skills)
Variabelen = meetbare representaties van abstracte constructen
Propositie = relatie tussen constructen -> dit wordt de hypothese
Hypothese = relatie tussen variabelen

,Soort theorieën dat op oorzaken van criminaliteit is gericht = etiologisch
Theorieën die verklaren welke functie criminaliteitsbestrijding heeft en welk
effect zij heeft op aard en omvang criminaliteit = sociale reactiebenaderingen
Criminologische theorieën onderscheiden op basis van verklaringsniveau:
1) Macro: probleem verklaren op maatschappelijk niveau -> leidt vaak tot
ecologische fout = onderzoekers verklaren bevindingen op het ene niveau
van toepassing op een ander niveau.
2) Meso: tussenin, bv: buurt, groep jeugdcriminelen, gang
3) Micro: concentreert zich op individu
- kwantitatief: vanuit buitenstaanderperspectief wordt over individu
gesproken
- kwalitatief: betekenisgeving/beweegredenen van actor zelf centraal
 Niveauprobleem doordat criminologie multidisciplinaire wetenschap is
Theorieën gaan uit van modellen:
 Consensusmodel = regels die in maatschappij gelden zijn vastgesteld in
democratisch proces -> criminaliteit is iets wat haaks staat op wat wij als
goed gedrag beschouwen
 Conflict model = regels die in maatschappij gelden zijn vastgesteld door de
winnaar van machtsstrijd -> criminaliteit wordt gepleegd als verzet
hiertegen
3. Wat zijn de stappen en keuzes voor het ontwerpen van
wetenschappelijk onderzoek?
In de empirische cyclus zien we het idee van Popper terug: de bestaande
denkbeelden handhaven we als voorlopig de ‘beste’
Spiraal van onderzoek: ieder onderzoek levert resultaten op, die weer voer zijn
voor nieuwe theorieën. Die theorieën moeten ook weer getoetst worden, etc. ->
we zijn dus nooit klaar met verklaren en blijven voortdurend op zoek.
Empirische cyclus:
o Theorie: cyclus begint met een observatie/idee -> iets wat men wilt
onderzoeken.
- Het gaat er in deze fase om dat er een afgebakend onderwerp dient te zijn
waar het onderzoek zich op richt.
- In theoriefase wordt d.m.v. literatuurstudie achterhaald wat er al bekend is
en waar het onderzoek een nuttige aanvulling zou kunnen geven ->
wetenschappelijke relevantie

o Inductie: van het algemene idee -> wordt onderzoeksvraag geformuleerd
(nog vaag)

o Deductie: al die vaagheden worden ingevuld
- Hoe gaan we al die vaagheden vaststellen? -> hypothese wordt gesteld
- Duidelijk moet worden hoe de constructen gemeten gaan worden, bij welk
resultaat de hypothese als bevestigd beschouwd kan worden, etc.

o Toetsing: uitvoering van het onderzoek in het veld

, - Gegevens worden verzameld en hypothese wordt getoetst
- Toetsingsprocedure heeft een aantal regels:
-> onderzoekers zijn inwisselbaar + onderzoeker mag geen invloed hebben
op uitkomsten -> d.m.v. standaardisatie = de onderzoekssituatie moet zo
veel mogelijk gestandaardiseerd worden, de omstandigheden moeten dus
elke keer hetzelfde zijn

o Evaluatie: resultaten worden tegen het licht van bestaande kennis
gehouden, er wordt gekeken over onderzoek van voldoende kwaliteit is
geweest en of de gegevens voldoende zeggingskracht hebben om
theorieën aan te passen -> evaluatie van theorieën gebeurd volgens 4
criteria:

- Absoluut: bij negatieve beoordeling op dit kenmerk moet de theorie
verworpen worden
-> logische consistentie = theorieën en resultaten dienen een logisch
geheel te vormen.
-> toetsbaarheid = theorieën dienen aan de werkelijkheid te kunnen
worden getoetst, als dit niet kan is er geen wetenschappelijke vooruitgang
mogelijk
- Relatief: zij dienen te kiezen tussen de ene of andere theorie, bij gelijke
verklaringskracht
-> parsimonie = als we de keuze hebben uit 2 theorieën, waarbij een op
eenvoudige wijze een fenomeen verklaart en de andere op complexe wijze,
kiezen we voor de eenvoudige
-> compatibiliteit = als we de keuze hebben uit 2 theorieën, waarbij 1
aansluit bij gangbare theorieën en de andere niet, geven we de voorkeur
aan de compatibele theorie.
Typen criminologisch onderzoek:
 Micro of macro
 Kwalitatief of kwantiatief
o kwalitatief = hoe en waarom een fenomeen plaatsvindt
o kwantitatief = hoeveelheid van een fenomeen
o mixed-methodes = kwalitatieve en kwantitatieve methodes combineren
 Verklarend of beschrijvend
o Beschrijvend = geeft een opsomming van het voorkomen van bepaalde
verschijnselen en brengt dit voorkomen in verband met andere
verschijnselen, maar geeft geen verklaring
o Verklarend = causaliteits- of experimenteel onderzoek -> verklaren van
fenomeen
 Confoundend: een derde variabele kan het verband tussen 2 andere
variabelen verklaren
 Verandering of statische kernmerken -> tijdfactor
o Longitudinaal onderzoek = waarin men door de tijd metingen verricht,
als we een vraag naar verandering moeten beantwoorden. Nadelen:
duur, vergt infrastructuur, onderzoekers blijven lange tijd bij 1
onderzoek verbonden, lange tijd wachten
 Prospectief = je loopt met onderzoekssubjecten in de tijd mee

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
merelzuidervaart Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
8 months
Number of followers
0
Documents
7
Last sold
1 week ago

3.6

5 reviews

5
1
4
3
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions