Vak pathologie
HOOFDSTUK 4: KANKER
4.1 INLEIDING
Kanker is een van de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland en België. Het is een
verzamelnaam voor verschillende kwaadaardige aandoeningen waarbij cellen ongeremd
delen. De meest voorkomende vormen zijn huidkanker, borstkanker, longkanker,
prostaatkanker en dikkedarmkanker. Samen vormen deze de meerderheid van alle
nieuwe kankerdiagnoses.
4.2 RISICOFACTOREN
Er zijn verschillende algemene risicofactoren voor het ontstaan van kanker:
Leeftijd: de helft van de kankerpatiënten is ouder dan 70 jaar, en jonger dan 30
komt zelden voor.
Erfelijke factoren.
Leefstijl: roken, te weinig bewegen, overmatig alcoholgebruik.
Overgewicht.
Blootstelling aan schadelijke stoffen: UV-straling, röntgenstraling, asbest,
radioactieve straling.
Infecties door bepaalde virussen of bacteriën (zoals HPV).
Overmatige UV-straling verhoogt het risico op huidkanker.
Overgewicht verhoogt risico op kanker, vooral bij langdurige ontstekingen.
Roken verhoogt het risico op veel soorten kanker.
4.3 ETIOLOGIE EN PATHOFYSIOLOGIE
Kanker ontstaat door fouten bij celdeling (mitose). Normaal worden foutieve cellen
afgebroken (apoptose), maar bij kanker blijven ze ongeremd delen.
Benigne tumoren: goedaardig, goed afgegrensd, groeien langzaam, geen uitzaaiingen.
Maligne tumoren: kwaadaardig, slechter afgegrensd, snelle groei, doorgroei in
omliggend weefsel, uitzaaiingen (metastasen) mogelijk.
Belangrijkste oorzaak: mutaties in het DNA. Deze kunnen:
Erfelijk zijn.
Door externe factoren ontstaan (bv. roken, UV-straling, asbest).
Of een combinatie van beide.
Specifieke genen spelen een rol:
Proto-oncogenen stimuleren celdeling.
Tumorsuppressorgenen remmen celdeling.
1
, Vak pathologie
Mutaties in deze genen verhogen het risico op kanker. Bij ongeveer 5% van de patiënten
speelt erfelijkheid een grote rol.
Tabel 4.1 - Verschil benigne en maligne tumoren
Kenmerk Benigne Maligne
Groei Langzaam Sneller
Goed Slecht
Afgrenzing
afgebakend afgebakend
Doorgroei in omliggend
Geen Wel
weefsel
Uitzaaiingen (metastasen) Geen Mogelijk
Tabel 4.2 - Naamgeving typen kanker
Naam Weefseltype Voorbeelden
Borstkanker, longkanker,
Carcinoom Epitheelweefsel
prostaatkanker
Sarcoom Bind- en spierweefsel Liposarcoom, rhabdomyosarcoom
Leukemie/ Bloed of lymfatisch
Leukemie, lymfoom
lymfoom weefsel
Figuur 4.1 - Nieuwe gevallen kanker 2019
Verdeling:
Huidkanker: 19,3%
Borstkanker: 12,7%
Longkanker: 11,7%
Prostaatkanker: 11,5%
Dikkedarmkanker: 10,9%
2
HOOFDSTUK 4: KANKER
4.1 INLEIDING
Kanker is een van de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland en België. Het is een
verzamelnaam voor verschillende kwaadaardige aandoeningen waarbij cellen ongeremd
delen. De meest voorkomende vormen zijn huidkanker, borstkanker, longkanker,
prostaatkanker en dikkedarmkanker. Samen vormen deze de meerderheid van alle
nieuwe kankerdiagnoses.
4.2 RISICOFACTOREN
Er zijn verschillende algemene risicofactoren voor het ontstaan van kanker:
Leeftijd: de helft van de kankerpatiënten is ouder dan 70 jaar, en jonger dan 30
komt zelden voor.
Erfelijke factoren.
Leefstijl: roken, te weinig bewegen, overmatig alcoholgebruik.
Overgewicht.
Blootstelling aan schadelijke stoffen: UV-straling, röntgenstraling, asbest,
radioactieve straling.
Infecties door bepaalde virussen of bacteriën (zoals HPV).
Overmatige UV-straling verhoogt het risico op huidkanker.
Overgewicht verhoogt risico op kanker, vooral bij langdurige ontstekingen.
Roken verhoogt het risico op veel soorten kanker.
4.3 ETIOLOGIE EN PATHOFYSIOLOGIE
Kanker ontstaat door fouten bij celdeling (mitose). Normaal worden foutieve cellen
afgebroken (apoptose), maar bij kanker blijven ze ongeremd delen.
Benigne tumoren: goedaardig, goed afgegrensd, groeien langzaam, geen uitzaaiingen.
Maligne tumoren: kwaadaardig, slechter afgegrensd, snelle groei, doorgroei in
omliggend weefsel, uitzaaiingen (metastasen) mogelijk.
Belangrijkste oorzaak: mutaties in het DNA. Deze kunnen:
Erfelijk zijn.
Door externe factoren ontstaan (bv. roken, UV-straling, asbest).
Of een combinatie van beide.
Specifieke genen spelen een rol:
Proto-oncogenen stimuleren celdeling.
Tumorsuppressorgenen remmen celdeling.
1
, Vak pathologie
Mutaties in deze genen verhogen het risico op kanker. Bij ongeveer 5% van de patiënten
speelt erfelijkheid een grote rol.
Tabel 4.1 - Verschil benigne en maligne tumoren
Kenmerk Benigne Maligne
Groei Langzaam Sneller
Goed Slecht
Afgrenzing
afgebakend afgebakend
Doorgroei in omliggend
Geen Wel
weefsel
Uitzaaiingen (metastasen) Geen Mogelijk
Tabel 4.2 - Naamgeving typen kanker
Naam Weefseltype Voorbeelden
Borstkanker, longkanker,
Carcinoom Epitheelweefsel
prostaatkanker
Sarcoom Bind- en spierweefsel Liposarcoom, rhabdomyosarcoom
Leukemie/ Bloed of lymfatisch
Leukemie, lymfoom
lymfoom weefsel
Figuur 4.1 - Nieuwe gevallen kanker 2019
Verdeling:
Huidkanker: 19,3%
Borstkanker: 12,7%
Longkanker: 11,7%
Prostaatkanker: 11,5%
Dikkedarmkanker: 10,9%
2