Methoden en technieken
Vastgoed en makelaardij jaar 1
(week 1)
Hoofdstuk 0
Er is altijd een reden voor onderzoek.
Alles om je heen heeft te maken met onderzoek.
Wat is onderzoek?
De zoektocht naar kennis en inzicht die tot de oplossing van vragen en problemen moet
leiden.
Kunnen alle vragen met onderzoek beantwoord worden?
Nee! Namelijk geen:
-normatieve vragen: rangorde, beste
Vb: wie is de beste gitarist?
-esthetische vragen: over mooi
Vb: wat is een mooi schilderij?
Onderzoek kan niet aangeven wat mooi is, wel nagaan wat mensen mooi vinden.
Naïeve kennis:
Gewoonte: “we doen het al jaren zo..”
Wishful thinking: “ik geloof dat het zo is, dus is het zo..”
Autoriteit: “ mark rutte zegt dat.. (of mening kerk, media)
Ideologie: “ik geloof in”
Intuitie: “zesde zintuig, gevoel”
Traditionele wetenschappelijke kennis is gebaseerd op:
Empirisme: waarnemen
Rationaliteit: nadenken
Wetmatigheid: ordening
Wetenschappelijk verantwoord:
Systematisch uitvoerbaar (transparant)
Gepubliceerd
Repliceerbaar
Met systematisch bedoelen we dat onderzoek een van te voren vastgelegd patroon volgt ->
de empirische cyclus.
Die bestaat uit:
1. Probleem
2. Opzet
3. Data verzameling
4. Data analyse
, 5. Conclusie
6. Rapportage
Onderzoek moet voldoen aan:
Replicatie eis:
-controleerbaar
-transparant
Publicatie eis:
-gepubliceerd
Twee soorten onderzoek:
Fundamenteel onderzoek
Wetenschap -> doel kennis verzamelen
Toegepast onderzoek
Praktijk = doel verzamelde kennis te gebruiken om praktijk problemen op te lossen.
Wanneer en kwalitatief en kwantitatief onderzoek wordt gebruikt -> mixed methods
Hoofdstuk 1
Stap 1 in de empirische cyclus
Analyseren van het probleem
Formuleren van onderzoeksvraag
Het beschrijven, analyseren en vaststellen van het probleem krijgt vorm in het schrijven van
de probleemstelling.
De probleemstelling is de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voorkomt.
Er is informatie nodig om het probleem te kunnen oplossen.
Wat is nodig voor een goede probleemstelling?
Verdiepen in onderwerp/ probleem/ thema.
Lezen van kwalitatief hoogwaardige informatie.
Inzicht -> achtergronden en context.
Een onderzoeksopzet begint altijd met een intro of inleiding, de aanleiding van het
onderzoek.
Schets achtergrond
Info al aanwezig? Zo ja welke?
Wat is er bekend over het onderwerp?
Voor wie is het probleem?
Wat is het probleem of vraag?
Waarom is het een probleem?
Probleem breed -> smal
Een goede probleemstelling beantwoord ook de vraag: is het onderzoek relevant/ zinvol?
, Relevantie:
Zinvol/ nuttig
Ter zake
Belangrijk -> bruikbaar
Het is niet de taak van een onderzoeker om een kant en klare oplossing aan te leveren. Taak
om info te leveren.
Beleidsvraag: antwoord op deze vraag is meestal een advies wat een bedrijf moet doen.
Na de probleemstelling volgt de doelstelling: de doelstelling is het antwoord op de vraag
waarom je het onderzoek doet, wat je ermee wilt bereiken en wie.
Zuiver wetenschappelijk onderzoek= kennis verzamelen.
Toegepast onderzoek= kennis verzamelen en toepassen.
Beide op wetenschappelijk verantwoorde wijze.
Eindrapport is adviesrapport.
Onderzoeksdoel
Praktijkdoel
Product
Probleemstelling + doelstelling -> centrale onderzoeksvraag.
Onderzoeksethiek: voordat je start afvragen of ethisch verantwoord is om onderzoek te
doen.
Vijf vragen:
Doen de respondenten vrijwillig aan het onderzoek mee?
Wordt er van tevoren duidelijk uitgelegd?
Gegevens vertrouwelijk verwerkt.
Uitkomsten geen nadelige gevolgen?
Onderzoek eerlijk en objectief uitgevoerd?
Onderzoeksvraag: is de vraag waar onderzoek antwoord op moet geven -> open vraag.
Probeer het af te bakenen:
-specifiek onderwerp
-kenmerken
-periode/ tijd
-plaats
Deelvragen
-helder geformuleerde deelvragen zorgen voor duidelijkheid in de aanpak van de
onderzoeksvraag.
-deelvragen zorgen voor een stapsgewijs en logische beantwoording van een
onderzoeksvraag.
-deelvragen leggen ook grotendeels de structuur van je onderzoek vast.
Vastgoed en makelaardij jaar 1
(week 1)
Hoofdstuk 0
Er is altijd een reden voor onderzoek.
Alles om je heen heeft te maken met onderzoek.
Wat is onderzoek?
De zoektocht naar kennis en inzicht die tot de oplossing van vragen en problemen moet
leiden.
Kunnen alle vragen met onderzoek beantwoord worden?
Nee! Namelijk geen:
-normatieve vragen: rangorde, beste
Vb: wie is de beste gitarist?
-esthetische vragen: over mooi
Vb: wat is een mooi schilderij?
Onderzoek kan niet aangeven wat mooi is, wel nagaan wat mensen mooi vinden.
Naïeve kennis:
Gewoonte: “we doen het al jaren zo..”
Wishful thinking: “ik geloof dat het zo is, dus is het zo..”
Autoriteit: “ mark rutte zegt dat.. (of mening kerk, media)
Ideologie: “ik geloof in”
Intuitie: “zesde zintuig, gevoel”
Traditionele wetenschappelijke kennis is gebaseerd op:
Empirisme: waarnemen
Rationaliteit: nadenken
Wetmatigheid: ordening
Wetenschappelijk verantwoord:
Systematisch uitvoerbaar (transparant)
Gepubliceerd
Repliceerbaar
Met systematisch bedoelen we dat onderzoek een van te voren vastgelegd patroon volgt ->
de empirische cyclus.
Die bestaat uit:
1. Probleem
2. Opzet
3. Data verzameling
4. Data analyse
, 5. Conclusie
6. Rapportage
Onderzoek moet voldoen aan:
Replicatie eis:
-controleerbaar
-transparant
Publicatie eis:
-gepubliceerd
Twee soorten onderzoek:
Fundamenteel onderzoek
Wetenschap -> doel kennis verzamelen
Toegepast onderzoek
Praktijk = doel verzamelde kennis te gebruiken om praktijk problemen op te lossen.
Wanneer en kwalitatief en kwantitatief onderzoek wordt gebruikt -> mixed methods
Hoofdstuk 1
Stap 1 in de empirische cyclus
Analyseren van het probleem
Formuleren van onderzoeksvraag
Het beschrijven, analyseren en vaststellen van het probleem krijgt vorm in het schrijven van
de probleemstelling.
De probleemstelling is de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voorkomt.
Er is informatie nodig om het probleem te kunnen oplossen.
Wat is nodig voor een goede probleemstelling?
Verdiepen in onderwerp/ probleem/ thema.
Lezen van kwalitatief hoogwaardige informatie.
Inzicht -> achtergronden en context.
Een onderzoeksopzet begint altijd met een intro of inleiding, de aanleiding van het
onderzoek.
Schets achtergrond
Info al aanwezig? Zo ja welke?
Wat is er bekend over het onderwerp?
Voor wie is het probleem?
Wat is het probleem of vraag?
Waarom is het een probleem?
Probleem breed -> smal
Een goede probleemstelling beantwoord ook de vraag: is het onderzoek relevant/ zinvol?
, Relevantie:
Zinvol/ nuttig
Ter zake
Belangrijk -> bruikbaar
Het is niet de taak van een onderzoeker om een kant en klare oplossing aan te leveren. Taak
om info te leveren.
Beleidsvraag: antwoord op deze vraag is meestal een advies wat een bedrijf moet doen.
Na de probleemstelling volgt de doelstelling: de doelstelling is het antwoord op de vraag
waarom je het onderzoek doet, wat je ermee wilt bereiken en wie.
Zuiver wetenschappelijk onderzoek= kennis verzamelen.
Toegepast onderzoek= kennis verzamelen en toepassen.
Beide op wetenschappelijk verantwoorde wijze.
Eindrapport is adviesrapport.
Onderzoeksdoel
Praktijkdoel
Product
Probleemstelling + doelstelling -> centrale onderzoeksvraag.
Onderzoeksethiek: voordat je start afvragen of ethisch verantwoord is om onderzoek te
doen.
Vijf vragen:
Doen de respondenten vrijwillig aan het onderzoek mee?
Wordt er van tevoren duidelijk uitgelegd?
Gegevens vertrouwelijk verwerkt.
Uitkomsten geen nadelige gevolgen?
Onderzoek eerlijk en objectief uitgevoerd?
Onderzoeksvraag: is de vraag waar onderzoek antwoord op moet geven -> open vraag.
Probeer het af te bakenen:
-specifiek onderwerp
-kenmerken
-periode/ tijd
-plaats
Deelvragen
-helder geformuleerde deelvragen zorgen voor duidelijkheid in de aanpak van de
onderzoeksvraag.
-deelvragen zorgen voor een stapsgewijs en logische beantwoording van een
onderzoeksvraag.
-deelvragen leggen ook grotendeels de structuur van je onderzoek vast.
