KERN WEEK 1 VERBINTENISSENRECHT
Van materiaal privaatrecht naar formeel privaatrecht
● Materiaal privaatrecht: Inhoudelijke regels
● Formeel privaatrecht: Ziet op de effectuering van die regels. Denk aan de regels als er een
verbintenis niet wordt nagekomen.
Verbintenis = vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer personen op grond waarvan de ene
partij (schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij (schuldeiser) is
gerechtigd.
3 manieren waarop een verbintenis kan ontstaan > art. 6:1BW
1. Volgens de wet
2. Door het ongeschreven recht, bijvoorbeeld door doen of nalaten in strijd met maatschappelijk
verkeer
3. Past in het stelsel van de wet > HR Quint/Te Poel
Rechtsfeit = een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt
Rechtshandeling is gericht op het totstandbrenging van een rechtsgevolg.
- Daarvoor is er een wil en een verklaring nodig, die geopenbaard dient te zijn > art. 3:33BW. Er
hoeft niet altijd een rechtsgevolg tot stand te komen, bijvoorbeeld niet bij Onrechtmatige Daad
(hierna OD) want hier is er wel de wil tot de gedraging, maar niet per se tot het gevolg
(bijvoorbeeld de boete). Dus wil en verklaring ex. art 3:33BW komen niet overeen dus geen
rechtshandeling.
- Rechtmatige daden: bijvoorbeeld onverschuldigde betaling ex art. 6:203BW aangezien er bij
perongeluk geld overmaken dan een rechtsgevolg ontstaat, namelijk dat ik dat geld moet
terugbetalen. Dan nog is er geen rechtshandeling want er is geen wil van de persoon die
perongeluk geld overmaakte, en er is ook geen onrechtmatige gedraging.
Natuurlijke verbintenis > art. 6:3BW – rechtens niet afdwingbaar.
Gronden waarop een natuurlijke verbintenis kan ontstaan:
- Gentleman agreement
- Dringende morele verplichting > HR Goudse Bouwmeester
KERN WEEK 2 VERBINTENISSENRECHT
Art. 3:33BW stelt dat de wil en verklaring overeen dienen te komen voor het totstandkomen van een
rechtshandeling. Verklaring is vormvrij > art. 3:37BW. Voor het totstandkomen van een overeenkomst
dient de wil en de verklaring van het aanbod en de wil en de verklaring van de aanvaarding overeen te
komen.
STAPPENPLAN!! totstandkoming van de overeenkomst
1. Noem de definitie van een overeenkomst > art. 6:213BW
2. Werk aanbod en aanvaarding uit > art. 6:217BW (HR Hofland/Hennis)
3. Werk wil en verklaring uit > art. 3:33 BW jo. 3:37BW (soms art/ 3:34BW)
Als het ‘misgaat’ tussen partijen (dat gaat het altijd op het tentamen)
4. Werk het gerechtvaardigd vertrouwen uit > art. 3:35 BW (HR Eelman/Hin) > art. 3:11BW ‘ten
goede trouw’
5. Werk beroep op redelijkheid en billijkheid uit > art. 6:248BW (HR Westoff/Spronsen) Dit kan
de werking van art. 3:35BW ontnemen.
Let op: art. 3:35BW > 3:34BW
Werking redelijkheid en billijkheid:
- Aanvullend (HR Haviltex)
- Derogerend (HR Saladin/HBU)
, KERN WEEK 3 VERBINTENISSENRECHT
- Nietigheid van rechtswege is wanneer een overeenkomst nooit heeft bestaan wegens
wilsontbreken (Zie o.a. art. 3:39, 3:40 BW). Dus sowieso nietig, van rechtswege.
- Vernietigbaarheid is wanneer een overeenkomst wel heeft ontstaan en gelding heeft/had,
maar dankzij het beroep op wilsgebrek vernietigd wordt. Dus vernietigbaar, kan met
terugwerkende kracht.
Als je een rechtshandeling vernietigd heeft het volgens de wet helemaal nooit bestaan. Art. 3:53 lid 1
BW. Verbintenissen uit die rechtshandelingen komen dan te vervallen. Dus ook verrichte prestaties
worden teruggedraaid. De wet ziet het dan als een onverschuldigde betaling art. 6:203 lid 1 BW.
Wilsgebreken
Er is een verschil tussen wilsontbreken en wilsgebrek
- Wilsontbreken (art. 3:33-35 BW): Er is geen wil, althans niet één die strookt met de gedane
verklaring.
- Wilsgebrek: Men heeft wel een rechtsgevolg gerichte wil gehad, welke zich door een
verklaring heeft geopenbaard, echter deze wil is op gebrekkige wijze gevormd.
Gronden voor vernietiging overeenkomst:
- Wilsgebreken
- Handelingsonbekwamen
De wet kent slechts vier smaken wilsgebreken
1. Bedreiging
2. Bedrog
3. Misbruik van omstandigheden
4. Dwaling
Art. 3:44 lid 1 BW zegt dat een rechtshandeling vernietigbaar is als het ontstaan is door bedreiging,
bedrog en misbruik van omstandigheden.
Art. 6:228 lid 1 BW gaat over vernietigbaarheid bij dwaling.
Geslaagd beroep op wilsgebrek is niet meteen schadevergoeding, tenzij onrechtmatige daad of
wanprestatie. Om een beroep te doen op wilsgebrek hoef je niet een nadeel geleden te hebben.
Bedreiging is het boze broertje van misbruik van omstandigheden en bedrog is dit van dwaling. Dat
heeft een gevolg. Vaak kan dit tot samenloop leiden. Dus op 1 casus kunnen zowel bedrog en dwaling
van toepassing zijn. De eiser kan kiezen! Echter moeten de verschillen wel duidelijk zijn als jij er zelf
naar kijkt:
● Het verschil tussen bedrog en dwaling is opzet; bedrog wordt opzettelijk gedaan,
dwaling niet. Als je bijvoorbeeld kunt aantonen dat de verkoper de koper expres heeft misleid,
zou je je als eiser beroepen op bedrog. Als je weet dat het per ongeluk ging, of als je het niet
goed kan bewijzen dat het expres was, is dwaling handiger.
● Het verschil tussen bedreiging en misbruik van omstandigheden is het creëren van de
omstandigheden. Bedreiging zorgt voor nieuwe (nadelige) omstandigheden waarin de
wederpartij een rechtshandeling doet, maar misbruik van omstandigheden betekent natuurlijk
dat er al omstandigheden ontstaan waarin de wederpartij een rechtshandeling doet; je maakt
hier misbruik van.
Van materiaal privaatrecht naar formeel privaatrecht
● Materiaal privaatrecht: Inhoudelijke regels
● Formeel privaatrecht: Ziet op de effectuering van die regels. Denk aan de regels als er een
verbintenis niet wordt nagekomen.
Verbintenis = vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer personen op grond waarvan de ene
partij (schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij (schuldeiser) is
gerechtigd.
3 manieren waarop een verbintenis kan ontstaan > art. 6:1BW
1. Volgens de wet
2. Door het ongeschreven recht, bijvoorbeeld door doen of nalaten in strijd met maatschappelijk
verkeer
3. Past in het stelsel van de wet > HR Quint/Te Poel
Rechtsfeit = een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt
Rechtshandeling is gericht op het totstandbrenging van een rechtsgevolg.
- Daarvoor is er een wil en een verklaring nodig, die geopenbaard dient te zijn > art. 3:33BW. Er
hoeft niet altijd een rechtsgevolg tot stand te komen, bijvoorbeeld niet bij Onrechtmatige Daad
(hierna OD) want hier is er wel de wil tot de gedraging, maar niet per se tot het gevolg
(bijvoorbeeld de boete). Dus wil en verklaring ex. art 3:33BW komen niet overeen dus geen
rechtshandeling.
- Rechtmatige daden: bijvoorbeeld onverschuldigde betaling ex art. 6:203BW aangezien er bij
perongeluk geld overmaken dan een rechtsgevolg ontstaat, namelijk dat ik dat geld moet
terugbetalen. Dan nog is er geen rechtshandeling want er is geen wil van de persoon die
perongeluk geld overmaakte, en er is ook geen onrechtmatige gedraging.
Natuurlijke verbintenis > art. 6:3BW – rechtens niet afdwingbaar.
Gronden waarop een natuurlijke verbintenis kan ontstaan:
- Gentleman agreement
- Dringende morele verplichting > HR Goudse Bouwmeester
KERN WEEK 2 VERBINTENISSENRECHT
Art. 3:33BW stelt dat de wil en verklaring overeen dienen te komen voor het totstandkomen van een
rechtshandeling. Verklaring is vormvrij > art. 3:37BW. Voor het totstandkomen van een overeenkomst
dient de wil en de verklaring van het aanbod en de wil en de verklaring van de aanvaarding overeen te
komen.
STAPPENPLAN!! totstandkoming van de overeenkomst
1. Noem de definitie van een overeenkomst > art. 6:213BW
2. Werk aanbod en aanvaarding uit > art. 6:217BW (HR Hofland/Hennis)
3. Werk wil en verklaring uit > art. 3:33 BW jo. 3:37BW (soms art/ 3:34BW)
Als het ‘misgaat’ tussen partijen (dat gaat het altijd op het tentamen)
4. Werk het gerechtvaardigd vertrouwen uit > art. 3:35 BW (HR Eelman/Hin) > art. 3:11BW ‘ten
goede trouw’
5. Werk beroep op redelijkheid en billijkheid uit > art. 6:248BW (HR Westoff/Spronsen) Dit kan
de werking van art. 3:35BW ontnemen.
Let op: art. 3:35BW > 3:34BW
Werking redelijkheid en billijkheid:
- Aanvullend (HR Haviltex)
- Derogerend (HR Saladin/HBU)
, KERN WEEK 3 VERBINTENISSENRECHT
- Nietigheid van rechtswege is wanneer een overeenkomst nooit heeft bestaan wegens
wilsontbreken (Zie o.a. art. 3:39, 3:40 BW). Dus sowieso nietig, van rechtswege.
- Vernietigbaarheid is wanneer een overeenkomst wel heeft ontstaan en gelding heeft/had,
maar dankzij het beroep op wilsgebrek vernietigd wordt. Dus vernietigbaar, kan met
terugwerkende kracht.
Als je een rechtshandeling vernietigd heeft het volgens de wet helemaal nooit bestaan. Art. 3:53 lid 1
BW. Verbintenissen uit die rechtshandelingen komen dan te vervallen. Dus ook verrichte prestaties
worden teruggedraaid. De wet ziet het dan als een onverschuldigde betaling art. 6:203 lid 1 BW.
Wilsgebreken
Er is een verschil tussen wilsontbreken en wilsgebrek
- Wilsontbreken (art. 3:33-35 BW): Er is geen wil, althans niet één die strookt met de gedane
verklaring.
- Wilsgebrek: Men heeft wel een rechtsgevolg gerichte wil gehad, welke zich door een
verklaring heeft geopenbaard, echter deze wil is op gebrekkige wijze gevormd.
Gronden voor vernietiging overeenkomst:
- Wilsgebreken
- Handelingsonbekwamen
De wet kent slechts vier smaken wilsgebreken
1. Bedreiging
2. Bedrog
3. Misbruik van omstandigheden
4. Dwaling
Art. 3:44 lid 1 BW zegt dat een rechtshandeling vernietigbaar is als het ontstaan is door bedreiging,
bedrog en misbruik van omstandigheden.
Art. 6:228 lid 1 BW gaat over vernietigbaarheid bij dwaling.
Geslaagd beroep op wilsgebrek is niet meteen schadevergoeding, tenzij onrechtmatige daad of
wanprestatie. Om een beroep te doen op wilsgebrek hoef je niet een nadeel geleden te hebben.
Bedreiging is het boze broertje van misbruik van omstandigheden en bedrog is dit van dwaling. Dat
heeft een gevolg. Vaak kan dit tot samenloop leiden. Dus op 1 casus kunnen zowel bedrog en dwaling
van toepassing zijn. De eiser kan kiezen! Echter moeten de verschillen wel duidelijk zijn als jij er zelf
naar kijkt:
● Het verschil tussen bedrog en dwaling is opzet; bedrog wordt opzettelijk gedaan,
dwaling niet. Als je bijvoorbeeld kunt aantonen dat de verkoper de koper expres heeft misleid,
zou je je als eiser beroepen op bedrog. Als je weet dat het per ongeluk ging, of als je het niet
goed kan bewijzen dat het expres was, is dwaling handiger.
● Het verschil tussen bedreiging en misbruik van omstandigheden is het creëren van de
omstandigheden. Bedreiging zorgt voor nieuwe (nadelige) omstandigheden waarin de
wederpartij een rechtshandeling doet, maar misbruik van omstandigheden betekent natuurlijk
dat er al omstandigheden ontstaan waarin de wederpartij een rechtshandeling doet; je maakt
hier misbruik van.