Nierlijden – nefrologie
Functies van onze nier:
- Verwijderen van overtollig vocht en afvalstoffen
- Uitscheiding Kalium
- Behoud van zuur-base evenwicht & zout en vochtbalans
- Aanmaak van hormonen
EPO (Erythropoëtine)= hormoon dat productie RBC stimuleert
Renine (Bloeddrukregeling via RAAS)
Aanmaak
actief vit
D
(Behoud
botweefsel door regulatie Ca/P door activatie van vit D en
excretie v teveel aan P)
Diëtetisch onderzoek
1) Oorzaken (voor nierlijden)
Hypertensie
Diabetes Mellitus (diabetische nefropathie)
Nierstenen
Medicatie (nefrotixische geneesmiddelen)
Systeemziekten (Lupus erythematosus)
Chronische pyelonefritis (Ontsteking vd nierbekken)
Polycystische nieren (Erfelijke aandoening waarbij grote cysten aanwezig
zijn in één of beide nieren)
2) Complicaties/ Gevolgen (die voorkomen bij nierlijden)
1
, Kans op verhoogd cardiovasculair risico (HVZ)
Dyslipidemie: Storing in de lipiden/vetten ih bloed
Hypertensie: Verhoogde bloeddruk en verstoring in het
mineraalmetabolisme. (Nieren spelen een sleutelrol id regulatie vd bloeddruk
door vocht- en zoutbalans en RAAS)
Hyperkaliëmie: Nieren zijn verantwoordelijk voor uitscheiding kalium,
bij nierfalen stapelt kalium zich op. (Hoge kaliumspiegels kunnen
ernstige gevolgen hebben voor de hartfunctie, bij deze patiënten
moet kaliumrijke voeding w vermeden + medicatie innemen om
kaliumspiegels onder controle te krijgen.)
Renale anemie (Bloedarmoede id nieren)
Door verminderde productie van EPO
(Gevolgen: vermoeidheid, bleekheid, verminderde
inspanningstolerantie, verhoogd risico hvz omdat hart harder moet
werken om zuurstof door lichaam te krijgen.)
Renale osteodystrofie (Storing in botstructuur en -sterkte door nierlijden)
1) Daling van eGFR (glomerulaire filtratiesnelheid)= door
verminderde nierfunctie kan fosfaat niet meer goed w
uitgescheiden
2) Fosfaatretentie: verhoogd fosfaatgehalte leidt tot een verlaging
vh calciumgehalte (P/Ca moeten evenwicht bewaren)
3) Stimulatie vd bijschildklieren: Lage Ca en hoge P stimuleren
bijschildklier om meer parathormoon aan te maken, dit verhoogt
de Ca-spiegel door Caopname in darmen te verhogen + Ca uit
botten vrijmaken
4) Door nierlijden minder activatie v vitD, essentieel voor Ca-
absorptie id darmen (dus ook hierdoor laag calciumgehalte)
Dit zorgt voor verhoogde botresorptie, zwakker, brozer, botpijn en
skeletafwijkjingen.
3) Soort nieraandoeningen
Kans op onherstelbare schade thv glomeruli en tubuli= CNI, ANI,
Nefrotisch syndroom (chronisch nierlijden, daling v filtratiesnelheid =
ophoping afvalstoffen in bloed, proteïnurie (lekkage v eiwitten in urine =
veroorzaakt oedeem))
Terminale/ preterminale NI
Preterminale: specifieke nefrologische dieetadviezen
Terminale: nierfunctievervangende therapie (hemodialyse,
niertransplantatie)
4) Classificatie NI
4.1) Biochemie
2
Functies van onze nier:
- Verwijderen van overtollig vocht en afvalstoffen
- Uitscheiding Kalium
- Behoud van zuur-base evenwicht & zout en vochtbalans
- Aanmaak van hormonen
EPO (Erythropoëtine)= hormoon dat productie RBC stimuleert
Renine (Bloeddrukregeling via RAAS)
Aanmaak
actief vit
D
(Behoud
botweefsel door regulatie Ca/P door activatie van vit D en
excretie v teveel aan P)
Diëtetisch onderzoek
1) Oorzaken (voor nierlijden)
Hypertensie
Diabetes Mellitus (diabetische nefropathie)
Nierstenen
Medicatie (nefrotixische geneesmiddelen)
Systeemziekten (Lupus erythematosus)
Chronische pyelonefritis (Ontsteking vd nierbekken)
Polycystische nieren (Erfelijke aandoening waarbij grote cysten aanwezig
zijn in één of beide nieren)
2) Complicaties/ Gevolgen (die voorkomen bij nierlijden)
1
, Kans op verhoogd cardiovasculair risico (HVZ)
Dyslipidemie: Storing in de lipiden/vetten ih bloed
Hypertensie: Verhoogde bloeddruk en verstoring in het
mineraalmetabolisme. (Nieren spelen een sleutelrol id regulatie vd bloeddruk
door vocht- en zoutbalans en RAAS)
Hyperkaliëmie: Nieren zijn verantwoordelijk voor uitscheiding kalium,
bij nierfalen stapelt kalium zich op. (Hoge kaliumspiegels kunnen
ernstige gevolgen hebben voor de hartfunctie, bij deze patiënten
moet kaliumrijke voeding w vermeden + medicatie innemen om
kaliumspiegels onder controle te krijgen.)
Renale anemie (Bloedarmoede id nieren)
Door verminderde productie van EPO
(Gevolgen: vermoeidheid, bleekheid, verminderde
inspanningstolerantie, verhoogd risico hvz omdat hart harder moet
werken om zuurstof door lichaam te krijgen.)
Renale osteodystrofie (Storing in botstructuur en -sterkte door nierlijden)
1) Daling van eGFR (glomerulaire filtratiesnelheid)= door
verminderde nierfunctie kan fosfaat niet meer goed w
uitgescheiden
2) Fosfaatretentie: verhoogd fosfaatgehalte leidt tot een verlaging
vh calciumgehalte (P/Ca moeten evenwicht bewaren)
3) Stimulatie vd bijschildklieren: Lage Ca en hoge P stimuleren
bijschildklier om meer parathormoon aan te maken, dit verhoogt
de Ca-spiegel door Caopname in darmen te verhogen + Ca uit
botten vrijmaken
4) Door nierlijden minder activatie v vitD, essentieel voor Ca-
absorptie id darmen (dus ook hierdoor laag calciumgehalte)
Dit zorgt voor verhoogde botresorptie, zwakker, brozer, botpijn en
skeletafwijkjingen.
3) Soort nieraandoeningen
Kans op onherstelbare schade thv glomeruli en tubuli= CNI, ANI,
Nefrotisch syndroom (chronisch nierlijden, daling v filtratiesnelheid =
ophoping afvalstoffen in bloed, proteïnurie (lekkage v eiwitten in urine =
veroorzaakt oedeem))
Terminale/ preterminale NI
Preterminale: specifieke nefrologische dieetadviezen
Terminale: nierfunctievervangende therapie (hemodialyse,
niertransplantatie)
4) Classificatie NI
4.1) Biochemie
2