Sociale wetenschappen
SAMMENVATTING GEZOND KUNNEN KIEZEN A
MEREL GERRITSEN (STUDENT)
,Inhoudsopgave
De hersenen...........................................................................................................................................2
De DIO kan de verschillende functies van de hersenen uitleggen......................................................2
De DIO kan uitleggen hoe de verschillende hersenfuncties met elkaar samenwerken......................6
De DIO kan benoemen welke delen van de hersenen van belang zijn bij het sturen van (eet) gedrag
............................................................................................................................................................9
Zenuwbanen...........................................................................................................................................9
De DIO is in staat de organisatie van het zenuwstelsel uit te leggen..................................................9
De DIO kan benoemen waar neuronen voor dienen en welke verschillende soorten neuronen er
zijn....................................................................................................................................................11
De DIO kan uitleggen wat plasticiteit is en is in staat het belang van plasticiteit uit te leggen.........12
Beleving van de zintuigen.....................................................................................................................12
De DIO kan uitleggen hoe de hersenen omgaan met informatie vanuit de zintuigen......................12
De DIO weet wat zintuigperceptie is en kan de belangrijkste kenmerken die daarbij horen
benoemen........................................................................................................................................13
De DIO kan het verschil tussen perceptie en sensatie benoemen en kan hierbij voorbeelden
noemen die te maken hebben met voeding.....................................................................................13
Geheugen.............................................................................................................................................15
De DIO kan de 3 essentiële functies van het geheugen uitleggen....................................................15
De DIO kan het verschil tussen de soorten geheugen uitleggen.......................................................15
De DIO kan uitleggen hoe herinneringen in het geheugen worden gevormd..................................17
Genen en gedrag..................................................................................................................................20
De DIO kan het verband tussen genen en gedrag uitleggen en kan daarbij voorbeelden noemen
met betrekking tot voedingsgedrag..................................................................................................20
De DIO heeft kennis van de begrippen Nature en Nurture en kan binnen deze begrippen
voorbeelden noemen met voeding..................................................................................................22
Voedselverleiding.................................................................................................................................22
De DIO kan de meervoudigesysteembenadering van honger en eten uitleggen..............................22
De DIO kan analyseren hoe een sociale situatie ons (voeding) gedrag beïnvloed............................23
De DIO weet op welke manieren de consument in de supermarkt wordt beïnvloed tot het doen
van aankopen...................................................................................................................................24
De DIO kent de factoren die van invloed zijn op ons aankoopgedrag van zowel gezonde als
ongezonde producten......................................................................................................................24
De DIO kan de strategieën om mensen te helpen verleidingen te weerstaan uitleggen..................26
Pagina 1 van 28
, De hersenen
De DIO kan de verschillende functies van de hersenen uitleggen
Hersenen
De hersenen zijn opgedeeld uit drie lagen:
- Hersenstam (reptielenbrein)
- Limbische systeem
- De cerebrale cortex
Hersenstam (reptielenbrein)
- Elk reptiel heeft dit brein (vandaar de naam)
- Verbindt het ruggenmerg met de hersenen
- Verbindt verschillende hersen gebieden
- Reguleert vitale functies
- Heeft invloed op de werkzaamheid van coördinatie van motorische bewegingen
- Bepaalt het algemene niveau van alertheid
- Bestuurt het waarschuwingssysteem
De hersenstam bestaat uit de onderdelen medulla, formatio reticularis, pons, thalamus en
cerebellum. Waarvan de medulla, formatio reticularis en de pons in de hersenstam liggen en de
thalamus en cerebellum er aan grenzen.
1. Medulla (oblongata):
- Regelt de elementaire lichaamsfuncties (zoals ademhaling,
bloeddruk en hartslag) worden gereguleerd.
- Stuurt inwendige organen aan.
2. Pons (letterlijke vertaling brug):
- Zitten zenuwbanen gehuisvest die de slaap- en droomcyclus reguleren.
- Verbindt de hersenstam met de kleine hersenen (cerebellum).
3. Formatio reticularis:
- Kern van de hersenstam
- Hersenen wakker en alert houden
- Toezicht houden op de binnenkomende stroom sensorische informatie.
- Aandacht richten op nieuwe of belangrijke signalen.
Thalamus (koppelstation):
- Regelt binnenkomende sensorische en motorische verkeer in de hersenen
o Je kan motorische impulsen binnenkrijgen van bijvoorbeeld je evenwichtsorgaan.
- Ontvangt informatie van alle zintuigen (behalve van het reukorgaan) en geleidt deze
informatie naar de juiste verwerkingsbanen in de gehele hersenen.
- Slecht begrepen rol bij het richten van de concentratie.
Cerebellum (de kleine hersenen):
- Zorgen voor de coördinatie en ons evenwicht.
- Helpen bij reeksen handelingen in de juiste volgorde houden.
- Finetuner van al deze activiteiten
- Speelt net een grote rol bij onze gedachten en gevoelens.
- Betrokken bij de elementaire vormen van leren (zoals klassieke conditionering).
Pagina 2 van 28