Samenvatting Hoofdstuk 8
Urinewegstelsel
Thomas More
o.b.v.
Anatomie en fysiologie - 5e druk
Ludo Gregoire
+ oefentoets 40 oefenvragen en antwoorden
+ lijst 40 kernbegrippen met uitleg
+ 7 handige weblinks
+ visuals
, Samenvatting Hoofdstuk 8 Urinewegstelsel Anatomie en fysiologie 5e druk Ludo Gregoire
Hoofdstuk 8 - Urinewegstelsel......................................................................................................................................................3
Het nefron............................................................................................................................................ 4
Werking van de nier............................................................................................................................. 4
Regeling van water- en zoutenuitscheiding......................................................................................... 5
Antidiuretisch hormoon = ADH............................................................................................................ 5
RAAS of renine-angiotensine-aldosteronsysteem................................................................................ 5
Natriuretische peptiden....................................................................................................................... 5
Regeling zuurgraad.............................................................................................................................. 5
Urine.................................................................................................................................................... 6
Transport, opslag en verwijdering van urine........................................................................................ 6
Mictie of urinelozing............................................................................................................................. 7
Oefentoets 40 oefenvragen en antwoorden..................................................................................................................................8
Hoofdstuk 1: Anatomie van de nieren................................................................................................. 8
Hoofdstuk 2: Het nefron en urinevorming............................................................................................ 8
Hoofdstuk 3: Regulatie van de nierfunctie........................................................................................... 8
Hoofdstuk 4: Urine en urinewegen...................................................................................................... 8
Antwoorden................................................................................................................................................................................... 9
Lijst 40 kernbegrippen met uitleg..............................................................................................................................................11
7 handige weblinks...................................................................................................................................................................... 12
, Samenvatting Hoofdstuk 8 Urinewegstelsel Anatomie en fysiologie 5e druk Ludo Gregoire
Hoofdstuk 8 - Urinewegstelsel
Nieren = renes
= boonvormige organen, liggen in achterste buikwand ter weerszijden van
wervelkolom ⟶ worden beschemd door thorax.
- Linkernier ligt tegen diafragma
- Centrum van holle zijde = nierhilum (nierpoort) ⟶ plaats waar bv,
zenuwtakken en lymfevaten de nier in- en uitgaan en waar urineleider
begint
- Boven op nieren: bijnieren (glandulae suprarenales); hormoonklieren
Omgeven door perirenaal vet (steunvet), hierrond stevig bindweefselmantel (fascia
renalis)
⟶ functie steunvet: 昀椀 xeren en beschermen tegen schokken, stoten en springen
Bouw van de nier
Nierkapsel: buitenste dun, stevig bindweefselkapsel
Cortex (schors) = gespikkeld weefselgebied, ligt direct onder
nierkapsel
Medulla (merg) = tussen en binnen de cortex
- Mergpiramiden: merggebieden in vorm van
stompe kegels
- Mergstralen: strepen in mergpiramiden
- Nierpapil: top van mergpiramide,
- Calix (nierkelk): nierpapil monden 3-6 mergpiramiden
in holte uit
- Pyelum of pelvis (nierbekken): calix die uitmond in een
grote centrale holte
⟶ Pyelum vernauwt naar mediaal en gaat over in ureter.
Doorbloeding van de nier
A.renalis (nierslagader): korte, wijde
aftakking van aorta abdominalis ⟶ vertakt thv nierhilum in
kleine arteriën
Interlobaire arteriën: aftakkingen langs randen
mergpiramiden naar oppervlakkige schorslaag
Arteriae arcuatae (boogarteriën): aftakkingen die in boog
lopen over basis piramiden ⟶ vertakking hiervan
interlobulaire arteriën; dingen merg- en schorsweefsel binnen
Arteriële portale circulatie = interlobulaire arteriën geven
talloze arteriolen af die het schors en merg vormen.
V. Renalis (nierader): verenigen zich aantal venen samen,
mondt uit in v. cava inferior