School & Pedagogische psychologie
Les 1: inleiding kinderen & jongeren met gedrags- en emotionele problemen …………………
1. Inleiding
2. Wat zijn gedrags- en emotionele problemen?
2.1 Terminologie
Gedrags- en emotionele problemen
= alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon of abnormaal gedragen of die zichtbaar
ongewone of abnormale reacties vertonen, en dat afgezien van de ernst, de oorzaak of de
context van het gedrag of de emotie.
Ernstige problemen = problemen worden ernstiger naarmate ze langdurig of blijvend
worden, in combinatie voorkomen met andere problemen en/of een ernstig lijden tot gevolg
hebben bij het kind en/of de directe omgeving.
2.2 Aandachtspunten bij het definiëren van gedrags- en emotionele problemen
➢ Ontwikkelingsperspectief
○ weten wanneer gedrag of emoties wel/niet aanwezig zijn aan de leeftijd
➢ Continuümgedachte
○ geen kwalitatief verschil in gedrag, maar wel verschil in ernst, intensiteit en
chroniciteit. Kinderen met gedrags- en emotionele problemen vertonen deze
gedragingen frequenter, intenser, langduriger en in verschillende situaties.
➢ Context
○ bekijken van gedrag en emoties van kinderen in de situatie waarin ze zich
voordoen
○ de setting, activiteiten en de pedagogische aanpak hebben een grote impact
op het gedrag van een kind.
, ➢ Informant
○ wie beoordeelt het gedrag van het kind?
3. Classificatie van gedrags- en emotionele problemen
Doel classificatie = gemeenschappelijke taal
⇒ Verwijzen naar de dezelfde gedragskenmerken wanneer we spreken van
aandachtsproblemen.
2 soorten classificatiesystemen:
1. Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
2. Empirisch-statische classificatiesystemen
3.1. Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
➔ DSM-5: Diagnostic and statistical manual of mental disorders of the american
psychiatric association
➔ Overzicht van alle in de westerse wereld erkende klinische geestelijke gezondheid
stoornissen en andere aandoeningen die een reden voor zorg kunnen zijn.
➔ Stoornissen worden geoperationaliseerd door middel van criteria
◆ bv. voor adhd zijn er 5 criteria en je moet aanvinken of dit aanwezig is of niet,
als je 4 van de 5 vinkjes hebt, krijg je NIET de diagnose adhd.
➔ Nadelen:
◆ soms teveel los gezien van omgeving en context van het kind
◆ valide voor andere culturen?
Maar opgelet voor labels en stigmatisering
→ DSM 5 geeft een gemeenschappelijke taal voor hulpverleners. Deze taal gebruik je niet
altijd naar de cliënt toe. Elke cliënt en zijn systeem is uniek, dat vereist maatwerk.
4. Epidemiologisch onderzoek naar gedrags- en emotionele problemen kinderen & jongeren
= Systematische studie naar
● Prevalentie (het voorkomen van een bepaald moment in de tijd)
● Verspreiding in een bepaalde bevolkingsgroep
● Factoren die het voorkomen en de verspreiding beïnvloeden
Uit onderzoek blijkt:
❖ Prevalentie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen & jongeren ligt hoog.
❖ Gedrags- en emotionele problemen hangen nauw samen met:
■ Geslacht: prevalentiecijfers liggen bij jongens hoger dan bij meisjes.
(dubbel zoveel bij jongens dan meisjes, jongens meer externe
problemen, meisjes meer interne problemen, bv. depressie)
, ■ Leeftijd: jonge kinderen laten andere gedragsproblemen zien dan
oudere kinderen
■ SES: Prevalentie van gedragsproblemen is hoger bij kinderen uit
zwakke sociale milieus
❖ Gedragsproblemen van kinderen zijn vrij stabiel
❖ Zijn er nu meer gedragsproblemen dan vroeger
■ moeilijk te beantwoorden
■ tijden niet vergelijken door testmateriaal, onderzoek…
5. Etiologie van gedrags- en emotionele problemen
= Verklaringsmodellen voor gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en jongeren.
● Hoe zien verklaringsmodellen eruit?
○ Waarom is het belangrijk om gedrags- en emotionele problemen bij kinderen
grondig te onderzoeken?
■ Problemen zijn divers: frequentie,ernst,duur…
■ Als je kinderen met deze problemen goed wil
begeleiden, moet je eerst begrijpen waarom
sommige kinderen deze problemen ontwikkelen
en anderen niet.
Ontwikkelingspsychopathologie = De wetenschappelijke studie naar het ontstaan en het
beloop van psychische stoornissen. Problemen waarvoor men hulp komt zoeken zijn het
product van een lange voorgeschiedenis, waarvan verschillende factoren elkaar
beïnvloeden.
Aandacht voor het grensgebied: niet-klinische voorlopers van psychopathologie
Niet altijd wachten tot iets psychopathologisch is, maar
sneller kunnen ingrijpen.
Het is moeilijker om iets te behandelen dat al langer
bestaat, dan vroegtijdig ingrijpen en meer dingen recht te
trekken.
Uitgangspunten van verklaringsmodellen voor psychopathologie:
➔ Multicausaliteit van gedragsproblemen
◆ Er zijn altijd meerdere factoren die een gedragsprobleem veroorzaken.
➔ Operationalisering in termen van risicofactoren en protectieve factoren
, ➔ Cumulatiehypothese: de kans op ontwikkeling of bestendiging van
gedragsproblemen wordt groter naarmate er meer risico- en minder protectieve
factoren aanwezig zijn.
Deze factoren zijn te situeren in:
1) Factoren in het kind temperament, intelligentie, gezondheid…
2) Factoren in het gezin opvoeding, relatiepatroon, stabiliteit in het gezin…
3) Factoren in de bredere omgeving sociaal netwerk, school, cultuur, SES …
Opmerkingen:
➔ De aanwezigheid van een groot aantal risicofactoren is niet altijd schadelijk voor de
ontwikkeling van kinderen tenminste wanneer er compenserende protectieve
factoren in het kind, gezin of bredere omgeving zijn.
◆ chronic adversities: chronisch negatieve levensomstandigheden
(bv. kindermishandeling)
➔ Veranderbaarheid van risico- en protectieve factoren:
◆ sommige zijn niet meer te veranderen (bv. factoren tijdens de zwangerschap)
◆ andere factoren zijn wel veranderbaar (bv. sociale netwerkgroep, zelfbeeld…)
➔ idee dat problemen multi gedetermineerd worden is algemeen aanvaard
→ Antwoord: C
Les 1: inleiding kinderen & jongeren met gedrags- en emotionele problemen …………………
1. Inleiding
2. Wat zijn gedrags- en emotionele problemen?
2.1 Terminologie
Gedrags- en emotionele problemen
= alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon of abnormaal gedragen of die zichtbaar
ongewone of abnormale reacties vertonen, en dat afgezien van de ernst, de oorzaak of de
context van het gedrag of de emotie.
Ernstige problemen = problemen worden ernstiger naarmate ze langdurig of blijvend
worden, in combinatie voorkomen met andere problemen en/of een ernstig lijden tot gevolg
hebben bij het kind en/of de directe omgeving.
2.2 Aandachtspunten bij het definiëren van gedrags- en emotionele problemen
➢ Ontwikkelingsperspectief
○ weten wanneer gedrag of emoties wel/niet aanwezig zijn aan de leeftijd
➢ Continuümgedachte
○ geen kwalitatief verschil in gedrag, maar wel verschil in ernst, intensiteit en
chroniciteit. Kinderen met gedrags- en emotionele problemen vertonen deze
gedragingen frequenter, intenser, langduriger en in verschillende situaties.
➢ Context
○ bekijken van gedrag en emoties van kinderen in de situatie waarin ze zich
voordoen
○ de setting, activiteiten en de pedagogische aanpak hebben een grote impact
op het gedrag van een kind.
, ➢ Informant
○ wie beoordeelt het gedrag van het kind?
3. Classificatie van gedrags- en emotionele problemen
Doel classificatie = gemeenschappelijke taal
⇒ Verwijzen naar de dezelfde gedragskenmerken wanneer we spreken van
aandachtsproblemen.
2 soorten classificatiesystemen:
1. Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
2. Empirisch-statische classificatiesystemen
3.1. Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
➔ DSM-5: Diagnostic and statistical manual of mental disorders of the american
psychiatric association
➔ Overzicht van alle in de westerse wereld erkende klinische geestelijke gezondheid
stoornissen en andere aandoeningen die een reden voor zorg kunnen zijn.
➔ Stoornissen worden geoperationaliseerd door middel van criteria
◆ bv. voor adhd zijn er 5 criteria en je moet aanvinken of dit aanwezig is of niet,
als je 4 van de 5 vinkjes hebt, krijg je NIET de diagnose adhd.
➔ Nadelen:
◆ soms teveel los gezien van omgeving en context van het kind
◆ valide voor andere culturen?
Maar opgelet voor labels en stigmatisering
→ DSM 5 geeft een gemeenschappelijke taal voor hulpverleners. Deze taal gebruik je niet
altijd naar de cliënt toe. Elke cliënt en zijn systeem is uniek, dat vereist maatwerk.
4. Epidemiologisch onderzoek naar gedrags- en emotionele problemen kinderen & jongeren
= Systematische studie naar
● Prevalentie (het voorkomen van een bepaald moment in de tijd)
● Verspreiding in een bepaalde bevolkingsgroep
● Factoren die het voorkomen en de verspreiding beïnvloeden
Uit onderzoek blijkt:
❖ Prevalentie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen & jongeren ligt hoog.
❖ Gedrags- en emotionele problemen hangen nauw samen met:
■ Geslacht: prevalentiecijfers liggen bij jongens hoger dan bij meisjes.
(dubbel zoveel bij jongens dan meisjes, jongens meer externe
problemen, meisjes meer interne problemen, bv. depressie)
, ■ Leeftijd: jonge kinderen laten andere gedragsproblemen zien dan
oudere kinderen
■ SES: Prevalentie van gedragsproblemen is hoger bij kinderen uit
zwakke sociale milieus
❖ Gedragsproblemen van kinderen zijn vrij stabiel
❖ Zijn er nu meer gedragsproblemen dan vroeger
■ moeilijk te beantwoorden
■ tijden niet vergelijken door testmateriaal, onderzoek…
5. Etiologie van gedrags- en emotionele problemen
= Verklaringsmodellen voor gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en jongeren.
● Hoe zien verklaringsmodellen eruit?
○ Waarom is het belangrijk om gedrags- en emotionele problemen bij kinderen
grondig te onderzoeken?
■ Problemen zijn divers: frequentie,ernst,duur…
■ Als je kinderen met deze problemen goed wil
begeleiden, moet je eerst begrijpen waarom
sommige kinderen deze problemen ontwikkelen
en anderen niet.
Ontwikkelingspsychopathologie = De wetenschappelijke studie naar het ontstaan en het
beloop van psychische stoornissen. Problemen waarvoor men hulp komt zoeken zijn het
product van een lange voorgeschiedenis, waarvan verschillende factoren elkaar
beïnvloeden.
Aandacht voor het grensgebied: niet-klinische voorlopers van psychopathologie
Niet altijd wachten tot iets psychopathologisch is, maar
sneller kunnen ingrijpen.
Het is moeilijker om iets te behandelen dat al langer
bestaat, dan vroegtijdig ingrijpen en meer dingen recht te
trekken.
Uitgangspunten van verklaringsmodellen voor psychopathologie:
➔ Multicausaliteit van gedragsproblemen
◆ Er zijn altijd meerdere factoren die een gedragsprobleem veroorzaken.
➔ Operationalisering in termen van risicofactoren en protectieve factoren
, ➔ Cumulatiehypothese: de kans op ontwikkeling of bestendiging van
gedragsproblemen wordt groter naarmate er meer risico- en minder protectieve
factoren aanwezig zijn.
Deze factoren zijn te situeren in:
1) Factoren in het kind temperament, intelligentie, gezondheid…
2) Factoren in het gezin opvoeding, relatiepatroon, stabiliteit in het gezin…
3) Factoren in de bredere omgeving sociaal netwerk, school, cultuur, SES …
Opmerkingen:
➔ De aanwezigheid van een groot aantal risicofactoren is niet altijd schadelijk voor de
ontwikkeling van kinderen tenminste wanneer er compenserende protectieve
factoren in het kind, gezin of bredere omgeving zijn.
◆ chronic adversities: chronisch negatieve levensomstandigheden
(bv. kindermishandeling)
➔ Veranderbaarheid van risico- en protectieve factoren:
◆ sommige zijn niet meer te veranderen (bv. factoren tijdens de zwangerschap)
◆ andere factoren zijn wel veranderbaar (bv. sociale netwerkgroep, zelfbeeld…)
➔ idee dat problemen multi gedetermineerd worden is algemeen aanvaard
→ Antwoord: C