Week 1:
EHRM 27 november 2008 NJ 2009, 14 (Salduz)
Rechtsbijstand bestaat uit 2 elementen:
- Consultatiebijstand dat je recht hebt om voorafgaand aan het eerste politieverhoor een
advocaat te raadplegen.
- Verhoor bijstand dat de raadsman tijdens het politieverhoor fysiek aanwezig mag zijn
en bepaalde interventies mag plegen. Maar in principe moet tijdens het verhoor de
raadsman zijn mond dicht houden.
Beleid opnames van geluid en/of beeld: in bepaalde strafzaken moet het verhoor
audiovisueel opgenomen worden. Alleen in sommige zaken is het aanvullend, maar soms is
het ook voor spek en bonen en dan kost het veel tijd en geld. Dat wordt iedere keer
afgewogen.
EHRM 28 mei 2019 Applicatienummer 23192/15 (Van de Kolk v. Nederland)
Als in strijd met de regels geen bijstand bij het eerste politieverhoor is verleend, betekent dat
niet automatisch dat artikel 6 EVRM geschonden is. Je moet de procedure dan als geheel
bezien. Het moet in zijn totaliteit gaan om een fair trial. Uitganspunt is dus dat de procedure
in zijn geheel eerlijk moet zijn.
, Week 2:
EHRM 25 februari 1993 NJ 1993, 485 (Funke) (m.nt. Kn)
In douane zaak werd verdachte verplicht om documenten uit te leveren aan de overheid. Die
documenten zouden belastende informatie kunnen bevatten en dat zou kunnen leiden tot
helpen aan je eigen veroordeling. Punt was dat het onzeker was of de documenten waar om
gevraagd werd, wel bestonden. Verdachte zei van niet.
Schending van artikel 6 EVRM op twee voorwaarden:
Er is sprake van een criminal charge
Het is onzeker of de documenten waarom gevraagd wordt daadwerkelijk bestaan
EHRM 17 december 1996 NJ 1997, 699 (Saunders) (m.nt. Kn)
Verklaringen (extra gevoelig, omdat zwijgrecht geldt) die in de controlefase (dus géén
criminal charge) onder dwang zijn afgelegd, zijn rechtmatig verkregen, maar mogen niet
in een latere strafprocedure worden gebruikt.
Die bescherming geldt alleen bij het zwijgrecht (verklaringen dus): geldt niet voor
materiaal dat onder dwang wordt verkregen, maar dat onafhankelijk van de wil van
verdachte bestaat. Bij materieel dat ontstaat onafhankelijk van de wil van verdachte valt
niet onder nemo tenetur-beginsel. Zwijgrecht en dus verklaringen vallen wel onder nemo
tenetur.
HR 1 november 2016 NJ 2017, 84 (Dynamische verkeerscontroles) (m.nt. Keulen)
Verkeerscontroles (controlebevoegdheid) uitoefenen met doel strafbare feiten op te sporen
en niet alleen nagaan of ze wel voldoen aan verkeersvoorschriften.
Indien uitoefening controlebevoegdheden mede uitgeoefend ter controle van naleving
WVW rechtmatig handelen.
Indien uitsluitend voor opsporing onrechtmatig handelen
Indien uitgeoefend tegen een verdachte: niet bezwaarlijk maar diens rechten moeten wel
gerespecteerd worden (zwijgrecht)
Indien selectie van te controleren personen in strijd is met discriminatieverbod
onrechtmatig handelen.
Rechtsgevolg niet gerechtvaardigd onderscheid afhankelijk van de omstandigheden
van het geval.
HR 9 oktober 2018 NJ 2019, 24 (Project MOE-lander) (m.nt. Reijntjes)
Verdachte reed in een bestelbus met Bulgaars kenteken en werd gevraagd naar een geldig
rijbewijs in het kader van een project waarbij ‘aandacht wordt gevraagd om voertuigen te
controleren uit Midden- en Oost-Europa’.
Oordeel hof: geen sprake van discriminatoir optreden van de politie omdat het niet gaat om
controle van de persoon, maar van het voertuig.
HR: Hier wordt in aanmerking genomen dat bij de verkeerscontrole kennelijk als
selectiecriterium is gehanteerd of een kenteken afkomstig is uit een bepaalde groep landen,
en met die wijze van controleren indirect onderscheid gemaakt kan worden naar nationaliteit
of afkomst van de inzittenden van dat voertuig wel discriminatoir karakter. Maatregelen
waarbij op grond van nationaliteit onderscheid wordt gemaakt, kunnen onder
omstandigheden gerechtvaardigd zijn, maar het hof heeft daar geen overwegingen aan
gewijd.
HR 6 november 2018 NJ 2018, 446 (Stelselmatige observatie?)
Oordeel hof: de controlebevoegdheden zijn uitsluitend aangewend ten behoeve van
opsporingsactiviteiten, hetgeen détournement de pouvoir oplevert fout
HR: Zolang een controlebevoegdheid ex WVW 1994, uitgevoerd door een daartoe bevoegde
opsporingsambtenaar, mede is uitgeoefend ter controle van de naleving van de bij of
krachtens de WVW 1994 vastgestelde voorschriften, is die uitoefening in beginsel
rechtmatig.