Kenmerkend Aspect: De wetenschappelijke revolutie
In de oudheid ontstond de belangstelling voor de wetenschap. Mensen geloven niet langer
alleen maar in goden, maar willen zelf onderzoek doen naar verschijnselen. Dit stopt in de
Middeleeuwen. Later, tijdens de Renaissance komen deze wetenschappelijke onderzoeken
weer terug en worden verder uitgebreid. De wetenschap wordt weer opnieuw opgestart en
beleeft een wedergeboorte.(in bron altijd link naar Oudheid) In de Regenten en Vorsten is er
zelf sprake van een wetenschappelijke revolutie. Er komen zó veel nieuwe uitvindingen dat
we dus spreken van een revolutie. Er komt een nieuwe manier van onderzoek bij: het
trekken van conclusies op basis van zintuiglijke waarneming: OER-principe.
In de Republiek is er gewetensvrijheid. Dat betekent dat je mag zeggen en geloven wat je
zelf wil. Dit trok veel wetenschappers aan. Hierdoor wordt de Republiek hét centrum voor de
wetenschap in de 17e eeuw. Omdat de wetenschap in Frankrijk in dienst van de koning
stond (ter verheerlijking van zijn absolute macht kma2) trokken veel Fransen ook naar de
Republiek. De wetenschap gaat de schepping van God verklaren in het Boeck der Nature.
HIerin staan allerlei natuurwetten beschreven. Er zijn nu dus 2 heilige boeken: de Bijbel en
het Boeck der Nature.
Kernbegrippen:
OER-principe: observeren, experimenteren, redeneren
Gewetensvrijheid: Je mag geloven wat je zelf wil.
Boeck der Nature: een boek waar in staat geschreven wat de natuurwetten zijn
VOGGP:
Verschijnsel:
Ontwikkeling: De wetenschappelijke revolutie
Gebeurtenis:
Gedachte: OER-principe
Persoon: Huygens, Bacon, Van Leeuwenhoek