Hersenen en gedrag
H1. ‘What are the origins of brain and behavior?’
Neurowetenschap is het veld van de brein stoornissen en kijkt naar de anatomie, de chemie,
fysica, processen en invloeden van het brein. Neurowetenschap kan inzichten geven over
individuele verschillen, seksualiteit, cognitief functioneren, sociaal gedrag etc.
Waarom hersenen en gedrag bestuderen
- Het brein wordt onderzocht om de menselijkheid te begrijpen (cultureel, religieus
etc.). Het vertelt waarom wij de enige soort zijn die zo erg anders is in gedrag.
- We bestuderen het brein om de plaats in de biologie ervan te vinden. (hoe evolueert
het brein).
- Verschillende gedragsstoornissen kunnen uitgelegd en geholpen worden als we meer
weten over het brein. Het kan veranderingen in fysieke, mentale en emotioneel
toestanden uitleggen naarmate we ouder worden.
- Er kan meer begrip getoond worden als we meer over stoornissen weten en de
verscheidenheid tussen de mensen.
- Het brein bestuderen kan inzichten geven in andere werkvelden.
Zenuwstelsel
Neuronen zijn er om informatie over te brengen naar elkaar en naar spieren en organen. (86
miljard). Glia cellen helpen bij het functioneren van de neuronen. (85 miljard).
Neuronen zenden elektrische en chemische signalen om te communiceren met de rest van
het lichaam (meeste gaat via de ruggengraat). De ruggengraat stuurt zenuw vezels door naar
spieren en organen en krijgt vezels terug van sensor receptoren.
Het voorbrein (cerebrum) heeft twee bijna gelijk delen (hemispheres). De belangrijkste
structuur in het cerebrum is de cortex en is verantwoordelijk voor ons bewuste gedrag. De
cortex omhult de hersenstam (brainstem) en is verantwoordelijk voor ons onbewuste gedrag.
Het dominante gedeelte van de hersenstam is de cerebullum en gaat over leren en het
coördineren van onze bewegingen. Het voorbrein en hersenstam kunnen niet los van elkaar
functioneren.
Gedrag
Het gedrag van dieren verschilt enorm en geeft daarom aan dat er verschillende functies zijn
in het brein. Dieren kunnen gedrag produceren zonder daar enige ervaring van te hebben en
dieren kunnen leren door ervaring en door oefening.
,Het brein kan gedrag produceren maar ook veranderen.
Mensen leren doordat neuronen nieuwe connecties met elkaar maken.
Volgens Tononi wordt bewustzijn uitgeschakeld als we slapen en weer aangezet als we
wakker worden.
Evolutie van het brein
1. Eerst was er een zenuwstelsel en spieren om mee te bewegen
2. Het zenuwstelsel werd complexer en het brein bestuurd het gedrag
3. De brein is complex op het niveau van nu
Evolutie van het zenuwstelsel
1. Neuronen en spieren
2. Een neuronensysteem
3. Bilaterale symmetrie (spiegelend lichaam)
4. Segmentatie (allemaal segmenten)
5. Ganglia (basis brein en functies)
6. Ruggengraat
7. Het brein
Primaten
De maat van het brein van een primaat is gelijk aan de unieke gedragskenmerken. De meeste
primaten zijn sociale dieren. Onze hominine voorouder is de australopithecus.
Daaruit kwam de Homo habilis en is de eerste mensen soort. Vanuit daar kwam de homo
erectus die vanuit Afrika naar Europa en Azië trokken. Dit werden de Homo sapiens.
Neanderthalers (homo erectus) zouden volgens onderzoekers heel erg op de mensen van nu
lijken, qua genen, emoties en kenmerken.
Brein complexiteit
Kan worden verdeeld in grootte, hoeveelheid cellen en organisatie.
Jerrison dacht dat als het lichaam twee keer vergroot dat het brein 2/3 van het
lichaamsgewicht toeneemt. Hij bedacht ook de encephalization quotient.
Het tellen van het aantal brein cellen kan ook een indicatie geven van de capaciteit. Het
tellen hiervan geeft aan dat het aantal neuronen constant blijft aan het EQ
,Het onderzoeken van de genomen van de mens is moeilijk, door mutaties veranderen de
genomen en kunnen dus de verandering in grote van het brein hebben veroorzaakt. Maar
omdat de genen met apen voor 96% overeenkomen is moeilijk te bepalen hoe deze grootte
is ontstaan.
Brein en intelligentie
Veel factoren hebben invloed op de grote van het brein. Zo hebben mannen een groter brein
omdat ze ook iets groter zijn dan vrouwen, maar vrouwen ontwikkelen zich eerder. Het
hebben van neurologische stoornissen kunnen het brein verkleinen en naarmate je ouder
wordt ga je cellen missen. Ook is het meten van het brein moeilijk, je kan niet makkelijk er
een liniaal naast leggen en het gewicht of volume bepalen wordt ook lastig.
Spearman dacht dat hij een manier had gevonden om intelligentie te meten door ‘g’ te
gebruiken. Maar g varieert en allerlei factoren bepalen je uitkomst (interesse, motivatie,
gezondheid etc).
Gardner bedacht dat je verschillende soorten intelligenties hebt, verbaal, muzikaal etc.
Intelligentie gaat waarschijnlijk om (het aantal) verbindingen tussen de verschillende
hersengebieden.
Hoe kon ons brein zo groot worden
- Leefwijze
Fruit (is meer complex dan gras)
Gebruik van vuur om te koken
Sociale groepsgrootte
- Efficiënte koeling
Bloedcirculatie
- Neotenie
Proces waarbij de jeugdige stadia van volwassen voorgangers kenmerken worden van
nakomelingen. (we lijken redelijk op apen – voorouders)
Begrippen
Traumatic brain injury (TBI):
Een wond van het brein wat veroorzaakt wordt door een klap of een hersenschudding.
Concussion:
, Verandering in het functioneren van het brein door schokken of klappen op het hoofd en kan
tot totale brein beschadiging leiden. Symptomen zijn geheugen verlies, bewustzijn, zicht,
coördinatie.
Neuroethiek:
Behandelt problemen gerelateerd aan diversiteit, gelijkheid en inclusies.
Czs:
Brein en ruggengraat
Perifeer zenuwstelsel:
Proces van zenuwstelsel dat buiten het brein en de ruggengraat om werkt.
Embodied behavior/ belichaamd gedrag:
Een theorie die zegt dat onze gedachtes en bewegingen onafscheidelijk zijn.
Locked-in syndroom:
Een staat waarin een persoon bewust is maar het is niet mogelijk om te bewegen. Bewustzijn
kan bestaan ook al is beweging niet mogelijk.
Minimale bewuste staat (MCS):
Hij kon kleine opdrachtjes doen en met kleine woorden/zinnen communiceren maar kan
zichzelf geen eten geven. (hersenstam beschadiging)
Deep brain stimulatie (DBS):
Er werden voor 12 uur lang elektrische stimulaties gegeven aan het brein. Hij kon nu zelf
eten, beter communiceren etc.
Persistent vegetative state (PVS):
De mensen leven maar het is voor hun niet mogelijk om te communiceren en laten geen
vorm van cognitief functioneren zien. Wanneer de breinactiviteit gemeten werd als er
gevraagd werd om iets in te beelden ging het brein aan de gang.
Plasticiteit:
De mogelijkheid van het brein om te veranderen in antwoord op een lerende ervaring.
De psyche:
Niet materialistisch entiteit dat onafhankelijk is van het lichaam maar wel verantwoordelijk
voor bewustzijn, perceptie, plezier, pijn, herinnering en redenering.
Mendelian genetics:
Leden van een soort heb een soortgelijk genotype en zijn geneigd om redelijk hetzeflde
gedrag of kenmerken te vertonen.
H1. ‘What are the origins of brain and behavior?’
Neurowetenschap is het veld van de brein stoornissen en kijkt naar de anatomie, de chemie,
fysica, processen en invloeden van het brein. Neurowetenschap kan inzichten geven over
individuele verschillen, seksualiteit, cognitief functioneren, sociaal gedrag etc.
Waarom hersenen en gedrag bestuderen
- Het brein wordt onderzocht om de menselijkheid te begrijpen (cultureel, religieus
etc.). Het vertelt waarom wij de enige soort zijn die zo erg anders is in gedrag.
- We bestuderen het brein om de plaats in de biologie ervan te vinden. (hoe evolueert
het brein).
- Verschillende gedragsstoornissen kunnen uitgelegd en geholpen worden als we meer
weten over het brein. Het kan veranderingen in fysieke, mentale en emotioneel
toestanden uitleggen naarmate we ouder worden.
- Er kan meer begrip getoond worden als we meer over stoornissen weten en de
verscheidenheid tussen de mensen.
- Het brein bestuderen kan inzichten geven in andere werkvelden.
Zenuwstelsel
Neuronen zijn er om informatie over te brengen naar elkaar en naar spieren en organen. (86
miljard). Glia cellen helpen bij het functioneren van de neuronen. (85 miljard).
Neuronen zenden elektrische en chemische signalen om te communiceren met de rest van
het lichaam (meeste gaat via de ruggengraat). De ruggengraat stuurt zenuw vezels door naar
spieren en organen en krijgt vezels terug van sensor receptoren.
Het voorbrein (cerebrum) heeft twee bijna gelijk delen (hemispheres). De belangrijkste
structuur in het cerebrum is de cortex en is verantwoordelijk voor ons bewuste gedrag. De
cortex omhult de hersenstam (brainstem) en is verantwoordelijk voor ons onbewuste gedrag.
Het dominante gedeelte van de hersenstam is de cerebullum en gaat over leren en het
coördineren van onze bewegingen. Het voorbrein en hersenstam kunnen niet los van elkaar
functioneren.
Gedrag
Het gedrag van dieren verschilt enorm en geeft daarom aan dat er verschillende functies zijn
in het brein. Dieren kunnen gedrag produceren zonder daar enige ervaring van te hebben en
dieren kunnen leren door ervaring en door oefening.
,Het brein kan gedrag produceren maar ook veranderen.
Mensen leren doordat neuronen nieuwe connecties met elkaar maken.
Volgens Tononi wordt bewustzijn uitgeschakeld als we slapen en weer aangezet als we
wakker worden.
Evolutie van het brein
1. Eerst was er een zenuwstelsel en spieren om mee te bewegen
2. Het zenuwstelsel werd complexer en het brein bestuurd het gedrag
3. De brein is complex op het niveau van nu
Evolutie van het zenuwstelsel
1. Neuronen en spieren
2. Een neuronensysteem
3. Bilaterale symmetrie (spiegelend lichaam)
4. Segmentatie (allemaal segmenten)
5. Ganglia (basis brein en functies)
6. Ruggengraat
7. Het brein
Primaten
De maat van het brein van een primaat is gelijk aan de unieke gedragskenmerken. De meeste
primaten zijn sociale dieren. Onze hominine voorouder is de australopithecus.
Daaruit kwam de Homo habilis en is de eerste mensen soort. Vanuit daar kwam de homo
erectus die vanuit Afrika naar Europa en Azië trokken. Dit werden de Homo sapiens.
Neanderthalers (homo erectus) zouden volgens onderzoekers heel erg op de mensen van nu
lijken, qua genen, emoties en kenmerken.
Brein complexiteit
Kan worden verdeeld in grootte, hoeveelheid cellen en organisatie.
Jerrison dacht dat als het lichaam twee keer vergroot dat het brein 2/3 van het
lichaamsgewicht toeneemt. Hij bedacht ook de encephalization quotient.
Het tellen van het aantal brein cellen kan ook een indicatie geven van de capaciteit. Het
tellen hiervan geeft aan dat het aantal neuronen constant blijft aan het EQ
,Het onderzoeken van de genomen van de mens is moeilijk, door mutaties veranderen de
genomen en kunnen dus de verandering in grote van het brein hebben veroorzaakt. Maar
omdat de genen met apen voor 96% overeenkomen is moeilijk te bepalen hoe deze grootte
is ontstaan.
Brein en intelligentie
Veel factoren hebben invloed op de grote van het brein. Zo hebben mannen een groter brein
omdat ze ook iets groter zijn dan vrouwen, maar vrouwen ontwikkelen zich eerder. Het
hebben van neurologische stoornissen kunnen het brein verkleinen en naarmate je ouder
wordt ga je cellen missen. Ook is het meten van het brein moeilijk, je kan niet makkelijk er
een liniaal naast leggen en het gewicht of volume bepalen wordt ook lastig.
Spearman dacht dat hij een manier had gevonden om intelligentie te meten door ‘g’ te
gebruiken. Maar g varieert en allerlei factoren bepalen je uitkomst (interesse, motivatie,
gezondheid etc).
Gardner bedacht dat je verschillende soorten intelligenties hebt, verbaal, muzikaal etc.
Intelligentie gaat waarschijnlijk om (het aantal) verbindingen tussen de verschillende
hersengebieden.
Hoe kon ons brein zo groot worden
- Leefwijze
Fruit (is meer complex dan gras)
Gebruik van vuur om te koken
Sociale groepsgrootte
- Efficiënte koeling
Bloedcirculatie
- Neotenie
Proces waarbij de jeugdige stadia van volwassen voorgangers kenmerken worden van
nakomelingen. (we lijken redelijk op apen – voorouders)
Begrippen
Traumatic brain injury (TBI):
Een wond van het brein wat veroorzaakt wordt door een klap of een hersenschudding.
Concussion:
, Verandering in het functioneren van het brein door schokken of klappen op het hoofd en kan
tot totale brein beschadiging leiden. Symptomen zijn geheugen verlies, bewustzijn, zicht,
coördinatie.
Neuroethiek:
Behandelt problemen gerelateerd aan diversiteit, gelijkheid en inclusies.
Czs:
Brein en ruggengraat
Perifeer zenuwstelsel:
Proces van zenuwstelsel dat buiten het brein en de ruggengraat om werkt.
Embodied behavior/ belichaamd gedrag:
Een theorie die zegt dat onze gedachtes en bewegingen onafscheidelijk zijn.
Locked-in syndroom:
Een staat waarin een persoon bewust is maar het is niet mogelijk om te bewegen. Bewustzijn
kan bestaan ook al is beweging niet mogelijk.
Minimale bewuste staat (MCS):
Hij kon kleine opdrachtjes doen en met kleine woorden/zinnen communiceren maar kan
zichzelf geen eten geven. (hersenstam beschadiging)
Deep brain stimulatie (DBS):
Er werden voor 12 uur lang elektrische stimulaties gegeven aan het brein. Hij kon nu zelf
eten, beter communiceren etc.
Persistent vegetative state (PVS):
De mensen leven maar het is voor hun niet mogelijk om te communiceren en laten geen
vorm van cognitief functioneren zien. Wanneer de breinactiviteit gemeten werd als er
gevraagd werd om iets in te beelden ging het brein aan de gang.
Plasticiteit:
De mogelijkheid van het brein om te veranderen in antwoord op een lerende ervaring.
De psyche:
Niet materialistisch entiteit dat onafhankelijk is van het lichaam maar wel verantwoordelijk
voor bewustzijn, perceptie, plezier, pijn, herinnering en redenering.
Mendelian genetics:
Leden van een soort heb een soortgelijk genotype en zijn geneigd om redelijk hetzeflde
gedrag of kenmerken te vertonen.