SEQUENTIESTRATIGRAFIE 2
SEQUENTIESTRATIGRAFIE EN SEISMIEK
Seismologie = studie van de verspreiding van elastische golven doorheen de ondergrond van de Aarde
(ontstaan bij aardbevingen of gecontroleerde bronnen (land/zee))
Geluidsgolven worden gedeeltelijk weerkaatste wanneer ze een grens tegen komen tussen
pakketten met een verschillende densiteit of sonische snelheid (sterk contrast – sterke
reflectie).
Two-way travel time → afstand tot de reflectie
SEISMISCHE PROFIELEN
CONFORMITEITEN
seismische reflectoren:
• continue: horizontale lagen
• clinofromen: gekantelde lagen
= grens tussen twee gesteente- of sedimentlichamen met een verschillende akoestische impedantie
prominente reflectoren reflecteren belangrijke veranderingen in lithologie (groter dan
lithostratigrafische grenzen), gelinkt aan bekken-schaal veranderingen in afzettingsomgeving
vaak chronostratigrafische opp. eerder dan louter lithostratigrafische grenzen
kunnen worden in verband gebracht met het sequentiestratigrafisch model
zijn typisch isochroon (maar let op voor over-simplificatie: transgressies en regressies gebeuren
niet ogenblikkellijk, maar vergen ook een zekere tijd)
1
,clinoformen: hellende oppervlakken die lagenpakketten afbakenen op seismische profielen
hellingshoek vermindert aan hun top en basis
patroon: progradationele geometrie van de sedimentpakketten (flooding surfaces hellen lichts
bekkenwaarts)
ONCONFORMITEITEN:
• Toplap: de beëindiging van clinoforms tegen een bovenliggend lager hoekoppervlak.
• Downlap: de beëindiging van clinoforms tegen een onderliggend lager hoekoppervlak.
• Onlap: de beëindiging van laag-hoekreflectoren tegen een steiler oppervlak.
• Offlap: patroon van stratale pakketten die omhoog en naar buiten in het bekken opbouwen
• Erosie-afkapping: eenvoudig als de hoek met gekruiste bedden hoog is
ONLAP | LAPOUT (2 TYPES)
Marine onlap Coastal onlap
• deeper marine pelagic sediments transgressive coastal to shallow marine strata
onlapping onto shallow marine high onlap onto the basin-margin (subaerial or shelf)
energy sediments. area of non-deposition, and onto the trangressive
• During transgression, when deep-water ravinement surfaces.
transgressive strata onlap onto the
maximum regressive surface
2
, DOWNLAP | BASELAP
= formed by prograding (moving forward) clinoforms → marking the base of the depositional unit
if a HST is formed of clinoforms, whose toes run tangentially into the MFS; or if delta or beach is
prograding over shallow marine strata.
MFS: ‘tenen’ op seismogrammen van overliggende HST clinoformen
TOPLAP
= form when marginal marine clinoforms are abandoned
Succeeded by either non-marine sedimentation/ shallow marine bypass / erosion: sea level
rise/fall
As a sequence boundary is traced from proximal (unconformity) to more distal (correlative
conformity) settings, the type of seismic reflector termination underlying the boundary will change
from erosional truncaIon to toplap
Wanneer de sequentie grens lateraal wordt gevolgd op het seismogram in distale richting, zal de
reflector steeds minder duidelijk geprononceerd worden omdat de erosionele truncatie en de
verandering in lithologie gradueel minder en minder worden, totdat de onconformiteit een
correlaIeve conformiteit is geworden
Naarmate we dit doen, i.e., de SB traceren van de onconformiteit in proximale zones naar de
correlatieve conformiteit in distale zones, zal het type van reflectoruiteinde die onder de SB ligt
veranderen van erosionele truncatie naar toplap
3
SEQUENTIESTRATIGRAFIE EN SEISMIEK
Seismologie = studie van de verspreiding van elastische golven doorheen de ondergrond van de Aarde
(ontstaan bij aardbevingen of gecontroleerde bronnen (land/zee))
Geluidsgolven worden gedeeltelijk weerkaatste wanneer ze een grens tegen komen tussen
pakketten met een verschillende densiteit of sonische snelheid (sterk contrast – sterke
reflectie).
Two-way travel time → afstand tot de reflectie
SEISMISCHE PROFIELEN
CONFORMITEITEN
seismische reflectoren:
• continue: horizontale lagen
• clinofromen: gekantelde lagen
= grens tussen twee gesteente- of sedimentlichamen met een verschillende akoestische impedantie
prominente reflectoren reflecteren belangrijke veranderingen in lithologie (groter dan
lithostratigrafische grenzen), gelinkt aan bekken-schaal veranderingen in afzettingsomgeving
vaak chronostratigrafische opp. eerder dan louter lithostratigrafische grenzen
kunnen worden in verband gebracht met het sequentiestratigrafisch model
zijn typisch isochroon (maar let op voor over-simplificatie: transgressies en regressies gebeuren
niet ogenblikkellijk, maar vergen ook een zekere tijd)
1
,clinoformen: hellende oppervlakken die lagenpakketten afbakenen op seismische profielen
hellingshoek vermindert aan hun top en basis
patroon: progradationele geometrie van de sedimentpakketten (flooding surfaces hellen lichts
bekkenwaarts)
ONCONFORMITEITEN:
• Toplap: de beëindiging van clinoforms tegen een bovenliggend lager hoekoppervlak.
• Downlap: de beëindiging van clinoforms tegen een onderliggend lager hoekoppervlak.
• Onlap: de beëindiging van laag-hoekreflectoren tegen een steiler oppervlak.
• Offlap: patroon van stratale pakketten die omhoog en naar buiten in het bekken opbouwen
• Erosie-afkapping: eenvoudig als de hoek met gekruiste bedden hoog is
ONLAP | LAPOUT (2 TYPES)
Marine onlap Coastal onlap
• deeper marine pelagic sediments transgressive coastal to shallow marine strata
onlapping onto shallow marine high onlap onto the basin-margin (subaerial or shelf)
energy sediments. area of non-deposition, and onto the trangressive
• During transgression, when deep-water ravinement surfaces.
transgressive strata onlap onto the
maximum regressive surface
2
, DOWNLAP | BASELAP
= formed by prograding (moving forward) clinoforms → marking the base of the depositional unit
if a HST is formed of clinoforms, whose toes run tangentially into the MFS; or if delta or beach is
prograding over shallow marine strata.
MFS: ‘tenen’ op seismogrammen van overliggende HST clinoformen
TOPLAP
= form when marginal marine clinoforms are abandoned
Succeeded by either non-marine sedimentation/ shallow marine bypass / erosion: sea level
rise/fall
As a sequence boundary is traced from proximal (unconformity) to more distal (correlative
conformity) settings, the type of seismic reflector termination underlying the boundary will change
from erosional truncaIon to toplap
Wanneer de sequentie grens lateraal wordt gevolgd op het seismogram in distale richting, zal de
reflector steeds minder duidelijk geprononceerd worden omdat de erosionele truncatie en de
verandering in lithologie gradueel minder en minder worden, totdat de onconformiteit een
correlaIeve conformiteit is geworden
Naarmate we dit doen, i.e., de SB traceren van de onconformiteit in proximale zones naar de
correlatieve conformiteit in distale zones, zal het type van reflectoruiteinde die onder de SB ligt
veranderen van erosionele truncatie naar toplap
3
