Week 1: process management
Hoorcollege
Effectiviteit = de uitkomsten van het transformatieproces (kwaliteit,
snelheid, betrouwbaarheid, flexibiliteit)
Efficiency = benodigde inputs in het transformatieproces (kosten)
Proces en lay-out keuze
Proces typen: volume vs variatie
- Fixed position layout = product op vaste plaats. Medewerkers,
machines, gereedschappen gaan naar product.
- Functional (/process) layout = soortgelijke capacity resources
(middelen) gegroepeerd. Gegroepeerd op functie (zaag, schilder).
- Cell layout = capacity resources voor bepaalde productfamilie in 1
cel. Deze kunnen een heel product maken van begin tot eind.
Gegroepeerd op product, niet perse op volgorde.
- Product layout = dedicated resources opgesteld in volgorde
bepaald product. geordend op stapjes, op volgorde van
productieproces.
Trade off: van fixed naar product steeds minder variabele kosten,
kortere doorlooptijden maar ook minder flexibiliteit.
Doorlooptijd: Little’s law
, Gemiddelde voorraad of work in process (WIP) = gemiddelde
doorloopsnelheid x gemiddelde doorlooptijd.
- Doorlooptijd afleiden uit de wachtrij door de order/klant aantreft bij
aankomst aanname: first come first served.
- Om de gemiddelde doorlooptijd in een stationair systeem te bepalen
- Om de doorlooptijd te bepalen in een systeem dat leeg start en leeg
eindigt.
- Verticale afstand geeft aan de voorraad, hoeveel wachtenden.
- Horizontale afstand geeft de tijd die elke unit heeft doorgebracht in
het proces, de doorlooptijd.
- De helling van de twee grafieken geeft de doorloopsnelheid.
Voorraad is een schuld, is nadelig.
Doorlooptijd = voorraadkosten / kostprijs verkopen
Voorraadomloopsnelheid = 1 / doorlooptijd
Voorraadkosten per stuk = jaarlijkse voorraadkosten / jaarlijkse
voorraadomloopsnelheid
Werkcollege
Verschil tussen wachtrij en ontkoppelpunt:
- Wachtrij is als product door proces loopt moet die soms wachten op
andere componenten of machine is nog bezig of we moeten wachten
tot maandagochtend..
o wel gekoppeld aan een order
o onbewuste voorraad, geen driehoek
- Ontkoppelpunt: een proces staat stil omdat wij willen dat deze stil
staat, bijv bij personalisatie besluiten we de standaard model op de
slaan in de opslag en later als de specialisatie bekend is pakken we
het er weer bij, we weten het doel nog niet. Het bewust
ontkoppelen van de voorraad, het houden van een buffer.
o vrije voorraad, bestemming nog niet gekoppeld aan een order
o doorstroming behoeft een expliciete beslissing, is een
voorraadpunt.
Ontkoppelpunt wel tekenen in grondvorm, wachtrij niet.
,Type ontkoppelpunten
- seriegroottevoorraad: toelevering of afname vindt batchgewijs
plaats
o bijv aanvullen tot vast niveau, bestellen in honderdtallen
- veiligheidsvoorraad: buffer tegen onzekerheid in toelevering of
afname
- anticipatievoorraad (bijv seizoensvoorraad): buffer tegen
(voorspelbare) hogere afname in de toekomst
vaak 2 ontkoppelpunten in 1 case, serie en veiligheid gaan vaak
samen.
Wachtrij
De productieorder die bewerkingen na het ontkoppelpunt aanstuurt is
vooraf wel bekend.
Type wachttijden
- stapelwachttijd: ontstaat doordat het bedienende proces een
aantal units gelijktijdig in bewerking wil nemen
o bijv ovenproces in bakker, je bakt in 1 brood per keer
- perronwachttijd: ontstaat doordat er slechts op bepaalde vaste
momenten bediening mogelijk is, terwijl de capaciteit van de
bediener geen belemmering vormt.
o bijv wachten op een trein
- assemblagewachttijd: nog niet alle onderdelen compleet, dus je
kan nog niet verder. Ontstaat wanneer de voortgang van de
processtappen afhankelijk is van meerdere units.
o bijv wachten op items voor zelfde assembly
- loketwachttijd: ontstaat wanneer de bewerkings- of
bedieningsintensiteit van het proces tijdelijk niet overeenkomt met
de intensiteit waarmee items arriveren.
o bijv wachten bij kassa, wachten voor hoogbezette machine of
kassa
Niet elk ontkoppelpunt is gelinkt aan een klant, kan ook een
productieontkoppelpunt zijn omdat je zelf een bepaalde hoeveelheid in
voorraad wil houden.
Klantorderontkoppelpunt (KOOP): de aansturing van de bewerkingen
na het ontkoppelpunt is gebaseerd op klantenorders. Hier liggen
producten/onderdelen te wachten tot ze worden toegewezen aan een
klantorder.
- Make to stock = supermarkt, FEBO
, - Assemble to order = pas assembleren als het wordt besteld bijv
broodje ben
- Make to order = beginnen pas met maken als jij besteld bijv
dominos, restaurants
- Resource to order = pas inkopen als klantorder binnen komt
Na KOOP is er geen ontkoppelpunt meer, je product heeft op dat moment
al een doel, je hebt dan alleen nog maar wachtrijen. Dus geen driehoeken
meer!
Elk proces heeft 1 KOOP
Als je produceert op voorraad, dan is het KOOP achter in de grondvorm.
Stroomafwaartse krachten = trekken KOOP naar rechts. Redenen om een
groter gedeelte van het proces op basis van planning uit te voeren
(voorraadgestuurd, voorspellingen).
Stroomopwaartse krachten = trekken KOOP naar links. Redenen om een
groter gedeelte van het proces op basis van klantenorders uit te voeren.
Extra stof
Operationeel management = effectief laten aansluiten van vraag en
aanbod.
Proces prestaties:
- Voorraad: het aantal stroomgrootheden dat is opgenomen in het
proces. Ook wel onderhanden werk genoemd.
- Doorlooptijd (flow time): hoelang het duurt voor de stroomeenheid
door hele proces is, inclusief wachttijd. Met name bij make-to-order
belangrijk, pas beginnen als order binnen is, dus gevoelig voor
vertraging.
- Doorloopsnelheid (flow rate): snelheid waarmee proces output kan
leveren. Maximale snelheid is de capaciteit.
Hoge voorraad zorgt voor hoge doorlooptijd. Korte doorlooptijd
zorgt voor korte levertijd, extra verkoop en hogere prijzen.