WEEK 1
Typen communicatie
Face-to-face communication= interactie tussen 2 of meer personen die face-to-face met elkaar
praten
● Bewustzijn van alle betrokken personen = je kan niet- niet communiceren
● Wederzijdse co-orientatie
● Direct
● Onderhandeling van de betekenis: je kan om verklaringen vragen (wat bedoel je
daarmee?)
● Wederkerigheid (informatie wisselen tussen de communicator en de ontvanger
● Proces (is er constant iets gaande)
● Gebaseerd op gemeenschappelijke codes, aanwijzingen, symbolen en
communicatieregels
● Multifunctioneel (kan ook andere functies hebben dan alleen informatie verspreiding
● Non verbaal en verbaal
Computer mediated communication= communication tussen mensen alleen dan met de hulp
van computer technologie → human communication, dmv computer
Dimensies of CM communicatie:
● Mode: tekst, audio, visueel
● synchroon/ asynchroon: op het moment zelf/ een latere reactie
● Dyadisch (2 personen) of groep
● Anoniem of niet anoniem
● Werkgerelateerd of privé
Human-machine communication: proces van message exchange tussen mensen en machines
en try to make sense of it.
● Je krijgt relaties met ze
● Je gedraagt sociaal naar ze
● Embedded in verschillende lagen van social context
○ Micro level (persoonlijk niveau)
○ Meso level (organisations niveau)
○ Macro level (society niveau)
Mass communication= verspreiden van informatie naar een groot publiek dmv de media
● Public: Iedereen heeft toegang
● Technologische mediator: altijd een medium in between zoals televisie of radio
● Indirect
● One sided
● Gespreid publiek: publiek is overal maar je kan ze niet zien
,Technologie= een manier om een taak uit de voeren met behulp van technische processen,
methoden of kennis
Emerging technology/opkomende technologieën
● Radicale nieuwheid: het kan gebaseerd zijn op iets dat al bestaat (wifi en radio)
● Groeit relatief snel (bvb smartphones)
● Samenhang: het vormt zich tot 1 geheel en op een bepaald moment krijgt het een
gemeenschappelijke naam (zoals sociale media)
● Mogelijkheid om een prominent impact te hebben op sociaal-economische domeinen:
het verandert hoe wij leven
● Onzekerheid en meerdere interpretaties mogelijk in de opkomst fase → moet in de juiste
tijd opkomen, anders slaat het niet aan
The hype cycle for opkomende technologieën
Fase 1: technology trigger
→ er is een nieuwe technologie ontdekt
Fase 2: peak of inflated expectations
→ we verwachten veel te veel van de nieuwe technologie (AI saves the world)
Fase 3: trough of disillusionment
→ we hebben totaal geen verwachtingen, de technologie raakt uit de mode en
vermindert de aandacht sterk
Fase 4: slope of enlightenment
→ brengt onze focus terug naar realiteit en begint de technologie weer langzaam op te
komen, maar nu met realistischere verwachtingen
Fase 5: plateau of productivity:
→ is de technologie volwassen geworden en wordt deze breed geaccepteerd en
toegepast. De technologie begint nu op grote schaal commercieel rendabel te worden. De
, meeste bedrijven en gebruikers begrijpen nu hoe de technologie effectief kan worden gebruikt
en geïntegree
Crucial technological changes/cruciale technologische veranderingen= in der loop der tijd waren
er een paar cruciale veranderingen in de technologie
● De computing power wordt verhoogd (Nokia naar iphone)
● Mobiele connectie: overal is wifi en we kunnen technologie overal toepassen
● Dataification: we vertalen onze informatie in netwerkinformatie (AI is voorbeeld van)
● Miniaturisatie: camera’s, microfoons en sensors worden zo klein, bijna onzichtbaar
● Progressie in AI en machine learning
● Cloud computing
Innovaties= een nieuwe methode, nieuw idee, product, etc. (vernieuwend)
Wat maakt een innovatie succesvol:
● Relatief voordeel: moet een voordeel geven
● Compatibiliteit: moet niet totaal nieuw zijn maar aansluiten op wat al is gedaan ervoor
● Complexiteit: makkelijk om te leren
● Uitprobeerheid: je wilt het proberen
● Waarneembaarheid: je wilt het checken om te zien of het voor jou ook succesvol is
Gebruikers van innovaties:
Mensen passen zich met verschillende snelheden aan deze innovaties aan.
Een zijn een paar typologieën van verschillende adopters:
● Innovaters (2,5%): eerst bij de apple store
● Early adopters (13,5%): bereid om risico te nemen
● Early majority (34%)
● Late majority (34%)
● Laggards (16%): passen zich alleen aan als het nodig is, op het laatste moment.
Afforandances of digital information: geven de mogelijkheid om iets te doen.
Er is een enorme groei geweest:
● Storability: je kan alles bewaren op een USB (verwijderd iets, kan terug halen)
● Replicability: kunnen alles kopieren met CTR C
● Searchability: kunnen alles met CTR F zoeken
● Distributabilty: kunnen alles in mappen stoppen
Typen communicatie
Face-to-face communication= interactie tussen 2 of meer personen die face-to-face met elkaar
praten
● Bewustzijn van alle betrokken personen = je kan niet- niet communiceren
● Wederzijdse co-orientatie
● Direct
● Onderhandeling van de betekenis: je kan om verklaringen vragen (wat bedoel je
daarmee?)
● Wederkerigheid (informatie wisselen tussen de communicator en de ontvanger
● Proces (is er constant iets gaande)
● Gebaseerd op gemeenschappelijke codes, aanwijzingen, symbolen en
communicatieregels
● Multifunctioneel (kan ook andere functies hebben dan alleen informatie verspreiding
● Non verbaal en verbaal
Computer mediated communication= communication tussen mensen alleen dan met de hulp
van computer technologie → human communication, dmv computer
Dimensies of CM communicatie:
● Mode: tekst, audio, visueel
● synchroon/ asynchroon: op het moment zelf/ een latere reactie
● Dyadisch (2 personen) of groep
● Anoniem of niet anoniem
● Werkgerelateerd of privé
Human-machine communication: proces van message exchange tussen mensen en machines
en try to make sense of it.
● Je krijgt relaties met ze
● Je gedraagt sociaal naar ze
● Embedded in verschillende lagen van social context
○ Micro level (persoonlijk niveau)
○ Meso level (organisations niveau)
○ Macro level (society niveau)
Mass communication= verspreiden van informatie naar een groot publiek dmv de media
● Public: Iedereen heeft toegang
● Technologische mediator: altijd een medium in between zoals televisie of radio
● Indirect
● One sided
● Gespreid publiek: publiek is overal maar je kan ze niet zien
,Technologie= een manier om een taak uit de voeren met behulp van technische processen,
methoden of kennis
Emerging technology/opkomende technologieën
● Radicale nieuwheid: het kan gebaseerd zijn op iets dat al bestaat (wifi en radio)
● Groeit relatief snel (bvb smartphones)
● Samenhang: het vormt zich tot 1 geheel en op een bepaald moment krijgt het een
gemeenschappelijke naam (zoals sociale media)
● Mogelijkheid om een prominent impact te hebben op sociaal-economische domeinen:
het verandert hoe wij leven
● Onzekerheid en meerdere interpretaties mogelijk in de opkomst fase → moet in de juiste
tijd opkomen, anders slaat het niet aan
The hype cycle for opkomende technologieën
Fase 1: technology trigger
→ er is een nieuwe technologie ontdekt
Fase 2: peak of inflated expectations
→ we verwachten veel te veel van de nieuwe technologie (AI saves the world)
Fase 3: trough of disillusionment
→ we hebben totaal geen verwachtingen, de technologie raakt uit de mode en
vermindert de aandacht sterk
Fase 4: slope of enlightenment
→ brengt onze focus terug naar realiteit en begint de technologie weer langzaam op te
komen, maar nu met realistischere verwachtingen
Fase 5: plateau of productivity:
→ is de technologie volwassen geworden en wordt deze breed geaccepteerd en
toegepast. De technologie begint nu op grote schaal commercieel rendabel te worden. De
, meeste bedrijven en gebruikers begrijpen nu hoe de technologie effectief kan worden gebruikt
en geïntegree
Crucial technological changes/cruciale technologische veranderingen= in der loop der tijd waren
er een paar cruciale veranderingen in de technologie
● De computing power wordt verhoogd (Nokia naar iphone)
● Mobiele connectie: overal is wifi en we kunnen technologie overal toepassen
● Dataification: we vertalen onze informatie in netwerkinformatie (AI is voorbeeld van)
● Miniaturisatie: camera’s, microfoons en sensors worden zo klein, bijna onzichtbaar
● Progressie in AI en machine learning
● Cloud computing
Innovaties= een nieuwe methode, nieuw idee, product, etc. (vernieuwend)
Wat maakt een innovatie succesvol:
● Relatief voordeel: moet een voordeel geven
● Compatibiliteit: moet niet totaal nieuw zijn maar aansluiten op wat al is gedaan ervoor
● Complexiteit: makkelijk om te leren
● Uitprobeerheid: je wilt het proberen
● Waarneembaarheid: je wilt het checken om te zien of het voor jou ook succesvol is
Gebruikers van innovaties:
Mensen passen zich met verschillende snelheden aan deze innovaties aan.
Een zijn een paar typologieën van verschillende adopters:
● Innovaters (2,5%): eerst bij de apple store
● Early adopters (13,5%): bereid om risico te nemen
● Early majority (34%)
● Late majority (34%)
● Laggards (16%): passen zich alleen aan als het nodig is, op het laatste moment.
Afforandances of digital information: geven de mogelijkheid om iets te doen.
Er is een enorme groei geweest:
● Storability: je kan alles bewaren op een USB (verwijderd iets, kan terug halen)
● Replicability: kunnen alles kopieren met CTR C
● Searchability: kunnen alles met CTR F zoeken
● Distributabilty: kunnen alles in mappen stoppen