15e eeuw:
- kleine nomadische groepen die leefden van jacht en verzamelen
- hoogontwikkelde culturen, zoals rijk van Inca’s in de Andes
begin kolonisatie:
- rijkere culturen wekten hebzucht van kolonisator (Spanje) → 1532 val van Incarijk
- geen interesse voor kleine groepen inheemsen
→ woongebied intact, behoud identiteit en cultuur
16e en 17e eeuw:
- heel Zuid-Amerika gekoloniseerd
→ koloniën moesten grondstoffen leveren = exploitatiekoloniën
→ oorspronkelijke bewoners in dienst nieuwe machthebbers
→ tweederangsburgers
na (de-)kolonisatie:
- inheemse bevolking nog steeds gediscrimineerd
- verlies bestaansmiddelen door wegen, mijnen en landbouw
Inheemsen zijn een groep met veel grote culturele verschillen. De meeste inheemsen wonen
in de Andes. In Zuid-Amerika zijn er steeds meer mensen die zich als inheems identificeren.
In Bolivia, Peru en Ecuador zijn er veel inheemsen bekend. In Brazilië wonen ze in bossen en
zijn ze goed verborgen waardoor niet elke inheemse groep bekend is.
jaren ’50:
- meer aandacht en herwaardering van inheemse cultuur = indigenismo
jaren ’90:
- inheemsen komen op voor eigen politieke, culturele en economische zelfstandigheid
→ eis voor meer zeggenschap over woongebieden en behoud van cultuur,
bereiken door decentralisatie macht of meer autonomie (demonstraties)
Herwaardering van inheemse waarden (Bolivia) (Evo Morales):
● hervormingen om positie inheemse bevolking te verbeteren
● erfgoed herwaarderen
● koloniale invloed uitwisselen
, Begrippen
inheemse bevolking:
nakomelingen van de volkeren met een eigen cultuur die een land volledig of gedeeltelijk
bewoonden in de tijd dat personen van een andere cultuur of etnische oorsprong daar
arriveerden.
iscriminatie:
d
het achterstellen van mensen, omdat ze bijvoorbeeld een andere godsdienst of huidskleur of
andere gewoonten hebben.
c ultureel verschil:
verschil tussen volken wat betreft normen, waarden en tradities.
ecentralisatie:
d
het geven van meer macht aan lagere overheden, zoals provincies en gemeenten