Er zijn twee soorten synapsen, elektrische en chemische.
- Elektrische: de stroom stroomt door connexons, gespecialiseerde membraankanalen die
twee cellen verbind met gap junctions.
- Chemische: De cellen in de synaps hebben contact door middel van neurotransmitters die in
de postsynaptische synaps zorgen voor een secundaire stroom flow. Het vrijgeven van de
neurotransmitters door het presynaptische neuron wordt getriggered door een Ca2+ influx
door voltage-gated kanalen. Hierdoor fuseren de synaptische vesicles met het
plasmamembraan en komt de inhoud (de neurotransmitters) vrij.
Er zijn twee soorten neurotransmitter-receptoren: een soort waarbij het receptormolecuul
ook een ion-kanaal is en een soort waarbij de receptor en het ion-kanaal aparte entiteiten
zijn.
Two Classes of Synapses
Zoals hierboven genoemd zijn er twee soorten synapsen, elektrisch en chemisch. Ze kunnen uit
elkaar gehouden worden door de structuur en de mechanismen waarmee zij signalen doorgeven van
het presynaptisch (upstream) naar het postsynaptisch (downstream) element.
Electrische synapsen
- Directe, passieve flow van elektrische stroming van een neuron naar de andere.
- De bron van deze stroom is het potentiaalverschil die lokaal gegenereerd wordt door het
presynaptische actiepotentiaal.
- Stroom flow loopt via gap junctions, waar de membranen van de communicerende
neuronen heel dicht bij elkaar zitten en aan elkaar gelinkt worden. deze gap junctions
bevatten een uniek ion-kanaal: connexon. Hierdoor kan de stroom vloeien.
Chemische synapsen
- De ruimte tussen het pre- en postsynaptische membraan is veel groter dan bij elektrische
synapsen en heet een synaptic cleft.
- Er bevinden zich kleine membraan-gebonden organellen die synaptic vesicles heten in het
presynaptische terminaal. Deze zijn gevuld met neurotransmitters die vrijgegeven worden en
binden op speciale receptoren op het postsynaptische membraan.
Signaling Transmission at Electrical Synapses
Er zijn 21 verschillende connexin genen die tot expressie komen in verschillende celtypen. Alle
connexins hebben 4 transmembrane delen. 6 connexin subunits vormen samen een connexon
kanaal, deze bevinden zich in het pre- en postsynaptische neuron. Deze twee kanalen worden met
elkaar verbonden en hierdoor kan de elektrische stroming vloeien. De poriën zijn veel groter dan die