Statisitiek I – SPSS Guide
Week 1
Beschrijvende statistieken
Frequentietabellen: je ziet hoe vaak een bepaalde score voorkomt in de
dataset. Tevens is het gemiddelde aangegeven onder aan de tabel
Beschrijvende tabellen: geeft een samenvatting van de statistieken zoals
het gemiddelde, de standaarddeviatie, minimum en maximum
Frequencies gebruik je voor tellingen en percentages en
Descriptives gebruik je voor statistische samenvattingen van de
data
Valid percent bij Frequencies geeft het percentage weer van de
groep dat een enquête ook daadwerkelijk heeft
ingevuld/daadwerkelijk heeft mee gedaan aan het onderzoek.
Anders worden de ‘missings’ meegenomen in de berekening van
deze percentages
Analyze > Descriptive Statstics > Frequencies…/Descriptives…
Meetniveaus en grafieken
Kwantitatieve ratio variabelen kunnen het best worden weergegeven in
een histogram. Daarbij zijn er veel mogelijke waarden en de volgorde van
de categorieën is van belang. In een staafdiagram krijg je een meer
onoverzichtelijke weergave, omdat voor elke waarneming een aparte staaf
wordt gemaakt
Nominale variabelen kunnen dan juist wel weer beter grafisch worden
weergegeven in een staafdiagram, omdat de volgorde van de categorieën
niet van belang is
Het aanmaken van een nieuwe variabele
Transform > Compute Variable
- Target Variable: naam van de nieuwe variabele
- Numeric Expression: uit welke oude variabelen moet de nieuwe
variabele bestaan?
- (… + …) / x
- Geen output, maar wel het commando runnen! Anders wordt de
nieuwe variabele niet aangemaakt en is deze niet zichtbaar in de
Variable View
Aanmaken van een variabele waarbij je het aantal scores op een
bepaald antwoord wil meten / het tellen van variabelen
Transform > Count values within cases
- Target Variable: naam van de nieuwe variabele
- Numeric Variables: uit welke oude variabelen moet de nieuwe
variabele bestaan?
- Define Values: stel je wil meten hoe vaak ‘ja’ is ingevuld en ‘ja’ is 1,
dan vul je 1 in bij Values. Klik op Add
, Week 2
Boxplotten
Graphs > Boxplot… > Simple > Summaries of separate variables >
Boxes represent
Benoem vervolgens het minimum, maximum, de range, de mediaan,
Q1, Q3, en de kwartielafstand. Benoem daarbij ook de uitschieters
(bolletjes) en eventuele extreme waarden (sterretjes)
Het opvragen van grafieken - Histogram
Graphs > Histogram > Display normal curve
Of
Analyze > Descriptive statistics > Frequencies > Charts >
Histogram > Show normal curve
Variabelen kunnen normaal verdeeld zijn, waarbij ze uni modaal,
klokvormig en symmetrisch zijn maar er is ook een kans dat ze niet perfect
normaal zijn verdeeld. In dat geval kan de curve linksscheef (negatief
scheef) zijn verdeeld, waarbij de staart links ligt, maar hij kan ook
rechtsscheef (positief scheef) zijn. Ten slotte kan een curve ook bimodaal,
of multimodaal zijn. Dan zijn er 2 of meer pieken
Skewness berekenen
Analyze > Descriptive Statistics > Frequencies > Statistics >
Skewness > Display frequency tables
Of
Analyze > Descriptive Statistics > Descriptives > Options >
Skewness
Skewness zegt iets over de scheefheid van de verdeling. Een positieve
waarde betekent dat de staart bij de hogere waarden ligt en de verdeling
positief scheef is. Een negatieve waarde betekent dat de staart bij de
lagere waarden ligt en de verdeling dus negatief scheef is. Een waarde van
0 betekent dat er sprake is van een normale verdeling
Het maken van dichotome variabele en het hercoderen van
variabelen en waarden, bijvoorbeeld naar een ander meetniveau
Transform > Recode into different variables
- Name & label: naam van de nieuwe variabele
- Old & new values
Week 1
Beschrijvende statistieken
Frequentietabellen: je ziet hoe vaak een bepaalde score voorkomt in de
dataset. Tevens is het gemiddelde aangegeven onder aan de tabel
Beschrijvende tabellen: geeft een samenvatting van de statistieken zoals
het gemiddelde, de standaarddeviatie, minimum en maximum
Frequencies gebruik je voor tellingen en percentages en
Descriptives gebruik je voor statistische samenvattingen van de
data
Valid percent bij Frequencies geeft het percentage weer van de
groep dat een enquête ook daadwerkelijk heeft
ingevuld/daadwerkelijk heeft mee gedaan aan het onderzoek.
Anders worden de ‘missings’ meegenomen in de berekening van
deze percentages
Analyze > Descriptive Statstics > Frequencies…/Descriptives…
Meetniveaus en grafieken
Kwantitatieve ratio variabelen kunnen het best worden weergegeven in
een histogram. Daarbij zijn er veel mogelijke waarden en de volgorde van
de categorieën is van belang. In een staafdiagram krijg je een meer
onoverzichtelijke weergave, omdat voor elke waarneming een aparte staaf
wordt gemaakt
Nominale variabelen kunnen dan juist wel weer beter grafisch worden
weergegeven in een staafdiagram, omdat de volgorde van de categorieën
niet van belang is
Het aanmaken van een nieuwe variabele
Transform > Compute Variable
- Target Variable: naam van de nieuwe variabele
- Numeric Expression: uit welke oude variabelen moet de nieuwe
variabele bestaan?
- (… + …) / x
- Geen output, maar wel het commando runnen! Anders wordt de
nieuwe variabele niet aangemaakt en is deze niet zichtbaar in de
Variable View
Aanmaken van een variabele waarbij je het aantal scores op een
bepaald antwoord wil meten / het tellen van variabelen
Transform > Count values within cases
- Target Variable: naam van de nieuwe variabele
- Numeric Variables: uit welke oude variabelen moet de nieuwe
variabele bestaan?
- Define Values: stel je wil meten hoe vaak ‘ja’ is ingevuld en ‘ja’ is 1,
dan vul je 1 in bij Values. Klik op Add
, Week 2
Boxplotten
Graphs > Boxplot… > Simple > Summaries of separate variables >
Boxes represent
Benoem vervolgens het minimum, maximum, de range, de mediaan,
Q1, Q3, en de kwartielafstand. Benoem daarbij ook de uitschieters
(bolletjes) en eventuele extreme waarden (sterretjes)
Het opvragen van grafieken - Histogram
Graphs > Histogram > Display normal curve
Of
Analyze > Descriptive statistics > Frequencies > Charts >
Histogram > Show normal curve
Variabelen kunnen normaal verdeeld zijn, waarbij ze uni modaal,
klokvormig en symmetrisch zijn maar er is ook een kans dat ze niet perfect
normaal zijn verdeeld. In dat geval kan de curve linksscheef (negatief
scheef) zijn verdeeld, waarbij de staart links ligt, maar hij kan ook
rechtsscheef (positief scheef) zijn. Ten slotte kan een curve ook bimodaal,
of multimodaal zijn. Dan zijn er 2 of meer pieken
Skewness berekenen
Analyze > Descriptive Statistics > Frequencies > Statistics >
Skewness > Display frequency tables
Of
Analyze > Descriptive Statistics > Descriptives > Options >
Skewness
Skewness zegt iets over de scheefheid van de verdeling. Een positieve
waarde betekent dat de staart bij de hogere waarden ligt en de verdeling
positief scheef is. Een negatieve waarde betekent dat de staart bij de
lagere waarden ligt en de verdeling dus negatief scheef is. Een waarde van
0 betekent dat er sprake is van een normale verdeling
Het maken van dichotome variabele en het hercoderen van
variabelen en waarden, bijvoorbeeld naar een ander meetniveau
Transform > Recode into different variables
- Name & label: naam van de nieuwe variabele
- Old & new values