Beperking: een evoluerend concept dat ontstaat uit de wisselwerking tussen mensen met
beperkingen en de barrieres opgelegd door de omgeving die een volwaardige en effectieve
deelname aan de samenleving belemmeren (Ensie et al., z.d.).
Deugd: een voortreffelijk houdingsaspect (VanDale, z.d.).
Morele Waarden: persoonlijke en professionele beginselen omgezet naar morele doelen
(Becker, 2023).
Normatieve theorieën: theorie die aangeeft wat we zouden moeten of mogen doen; geeft
perspectief en argumentatie voor een handelingsgrond (Van Rijn, 2023).
Normen: gedragsregels op basis van ethische overwegingen (Becker, 2023).
Publieke moraal: wat in de samenleving als juist, acceptabel en richtinggevend wordt
beschouwd (Heyndrickx, 2024).
Waarde: Respect voor fysieke integriteit (Becker, 2023).
Mensenrechtenmodel: een wijze van kijken tegen de rechten van het individu in de
samenleving. In dit geval een model waarbij eenieder gelijke rechten heeft, ongeacht
context (van Ieperen-Schelhaas 2023).
TEACCH: ‘Treatment and Education of Autistic and related Communication en Handicapped
Children’. Een interventieprogramma met als doel om de individuele vaardigheden van een
leerling te stimuleren door de educatieve omgeving te structureren (Apon, z.d.).
,Voorwoord
‘Filmpje vastgebonden Brandon zorg voor grote opschudding’
Het was ergens rond 2010 dat er op het nieuws een filmpje rond ging dat voor veel
opschudding zorgde. Het betrof de zeer zwaar geestelijk gehandicapte Brandon van 19 jaar
die dagelijks meerdere uren aan de muur werd gefixeerd. De reacties laten zich raden: grote
verontwaardiging, want ‘zoiets doe je toch niet’. ‘Onmenselijk, mensonterend en onnodig’.
Dit beeld en deze reacties zijn mij altijd bijgebleven. De reacties waren zó overweldigend dat
ik mij altijd heb afgevraagd waar deze vandaan kwamen (AD.nl, 2016).
Ik vermoed ‘gewoon’ uit het enkele beeld van de jongen die op het bed was vastgebonden.
Een filmpje van enkele seconden waarin hij wild om zich heen sloeg. Zijn handen waren
ingezwachteld in dikke stof en op zijn hoofd een grote rode helm. Er waren vier begeleiders
voor nodig om hem op zijn bed vastgebonden te krijgen.
De reacties naar de zorg verlenende instantie waren niet mals, want dit moest toch beter
kunnen? Wat waren de alternatieven? Hadden ze daar niet over nagedacht ofzo?
‘Nemen wij deze maatregelen niet, verwondt deze jongen zich zodanig dat hij niet meer
stopt met bloeden. Het is dít of wachten tot hij zichzelf doodslaat tegen de muur’.
Het verschil tussen de publieke opinie en de rauwe werkelijkheid vind ik fascinerend. Dat
ene beeld van die vastgebonden jongen is velen bijgebleven. Maar er is een verschil tussen
de werkelijkheid en de publieke opinie. Zelfs met de zwaarste medicijnen was het niet
mogelijk om deze jongen een normaal leven te laten leiden. En ja, deze maatregelen wáren
noodzakelijk. Die zorgprofessionals waren toch ook niet gek?
Dit is een extreem voorbeeld van een moreel vraagstuk waarmee ik deze module wil
beginnen. Een voorbeeld van een situatie waarin veel mensen zich afvroegen of dat
urenlang vastbinden wel moreel verantwoord was. Dit morele handelen is binnen Social
Work (SPH) bijna dagelijkse kost. Vrijheidsbeperking is een onderwerp dat de gemoederen
altijd wel bezig zal houden in het werkveld. Want wat mag wel en wat niet? Wat is de
context precies en wat zegt de wet? Is de wet wel sluitend op dit gebied? Waarschijnlijk niet.
, En dat komt meen ik omdat individuele contexten nu eenmaal uniek zijn en daar kun je geen
wetten en regel voor schrijven.
Ik wil het daarom gaan hebben over vrijheidsbeperking in relatie tot mijn dagelijkse praktijk.
Ik werk bij gehandicapteninstelling ‘X’. Hier worden minden validen begeleid met indicaties
van licht tot zeer zwaar. Bij lichte indicaties kan een cliënt over het algemeen een ‘normaal’
leven leiden waarbij een redelijke mate van zelfredzaamheid bestaat. Enkel bij complexere
keuzes moet de cliënt begeleid worden. Zwaardere indicaties zijn logischerwijze meer
intensieve hulp nodig. Van eten tot aankleden.
In deze praktijk krijgen wij ook te maken met vrijheidsbeperking. Er zijn nu eenmaal cliënten
die geestelijk ernstig in de war zijn en een gevaar voor zichzelf en de omgeving kunnen
zorgen. En dat komt ook voor bij minderjarigen.
Mag en kan fixatie dan eigenlijk wel bij minderjarigen?