Hoofdstuk 8: het zenuwweefsel
Inleiding
Zenuwweefsel = samenhangend communicatienet
= een primair weefsel
Functies
1. Prikkels opvangen
2. Prikkels integreren (wat ermee doen?)
3. Prikkels vervoeren
4. Prikkels afgeven
5. Organiseren en coördineren van lichaamsfuncties
Anatomisch opdeling
- Centraal zenuwstelsel (czs): hersenen + ruggenmerg
- Perifere zenuwstelsel (pzs): alle zenuwvezels + zenuwcel ophopingen
- cellichamen op andere plaats dan vezels
witte stof
geen cellichamen
veel vezels met neuroglia
grijze stof
cellichamen en neuroglia
Eigenschappen
- prikkelbaar
- reageren via verandering van
potentiaal
onderdelen vh het zenuwstelsel
- neuronen
- neuroglia
- zenuwvezels
onderdelen van een neuron
volgens de weg die de prikkel aflegt
1. dendrieten opvangen van prikkels
2. cellichamen of perikaryon celstofwisselingscentrum
3. axon geleiden van de zenuwimpulsen
4. telodendria
= de uitlopers om prikkels over te dragen
1
, - voor de overdracht van de prikkel naar andere neuronen
- : elektrische sinaps gapjunctions
- : chemische sinaps zonder fysisch contact
receptoren: Kanalen
verbonden met G-proteïne
Verbonden met G-proteïne en met A2
- Soorten neurotransmitters: AZ, amines, (di) peptiden
Opdeling van zenuwcellen naar gelang functie:
A. Sensorische neuron ontvangen de prikkels
B. Motorische neuron beïnvloeden de effectoren
C. Schakelneuronen verbinding met de andere neuronen
Opdeling van zenuwcellen naar gelang de vorm en grootte:
A. Multipolaie neuron axon: meerdere dendrieten
B. Bipolaire neuron axon: een dendriet
C. Pseudo-unipolaire neuron een uitloper + splitsing in een T-vorm
1. Dendrieten
= vergroten gevoelig celoppervlak
- Proximale deel
Nissl-substantie + mitochondriën
- geen golgi
- talrijke neurofilamenten en -tubuli
- kort en boomvormig vertakken
- bedekt met gemmulae (uitsteeksels)
2. Perikaryon (cellichamen)
= kern + cytoplasma
- Kern
groot, rond en blazig
ijl chromtine + duidelijke nucleus
centraal gelegen
tweekernig bij sympatische en sensorische ganglia
fijn verdeelde chromatine -> continue aanmaak eiwitten
- RER
sterk ontwikkeld
parallelle cisternen + veel vrije ribosomen (in rozetten)
RER + ribosomen = Nissl-substantie = basofiel
2
Inleiding
Zenuwweefsel = samenhangend communicatienet
= een primair weefsel
Functies
1. Prikkels opvangen
2. Prikkels integreren (wat ermee doen?)
3. Prikkels vervoeren
4. Prikkels afgeven
5. Organiseren en coördineren van lichaamsfuncties
Anatomisch opdeling
- Centraal zenuwstelsel (czs): hersenen + ruggenmerg
- Perifere zenuwstelsel (pzs): alle zenuwvezels + zenuwcel ophopingen
- cellichamen op andere plaats dan vezels
witte stof
geen cellichamen
veel vezels met neuroglia
grijze stof
cellichamen en neuroglia
Eigenschappen
- prikkelbaar
- reageren via verandering van
potentiaal
onderdelen vh het zenuwstelsel
- neuronen
- neuroglia
- zenuwvezels
onderdelen van een neuron
volgens de weg die de prikkel aflegt
1. dendrieten opvangen van prikkels
2. cellichamen of perikaryon celstofwisselingscentrum
3. axon geleiden van de zenuwimpulsen
4. telodendria
= de uitlopers om prikkels over te dragen
1
, - voor de overdracht van de prikkel naar andere neuronen
- : elektrische sinaps gapjunctions
- : chemische sinaps zonder fysisch contact
receptoren: Kanalen
verbonden met G-proteïne
Verbonden met G-proteïne en met A2
- Soorten neurotransmitters: AZ, amines, (di) peptiden
Opdeling van zenuwcellen naar gelang functie:
A. Sensorische neuron ontvangen de prikkels
B. Motorische neuron beïnvloeden de effectoren
C. Schakelneuronen verbinding met de andere neuronen
Opdeling van zenuwcellen naar gelang de vorm en grootte:
A. Multipolaie neuron axon: meerdere dendrieten
B. Bipolaire neuron axon: een dendriet
C. Pseudo-unipolaire neuron een uitloper + splitsing in een T-vorm
1. Dendrieten
= vergroten gevoelig celoppervlak
- Proximale deel
Nissl-substantie + mitochondriën
- geen golgi
- talrijke neurofilamenten en -tubuli
- kort en boomvormig vertakken
- bedekt met gemmulae (uitsteeksels)
2. Perikaryon (cellichamen)
= kern + cytoplasma
- Kern
groot, rond en blazig
ijl chromtine + duidelijke nucleus
centraal gelegen
tweekernig bij sympatische en sensorische ganglia
fijn verdeelde chromatine -> continue aanmaak eiwitten
- RER
sterk ontwikkeld
parallelle cisternen + veel vrije ribosomen (in rozetten)
RER + ribosomen = Nissl-substantie = basofiel
2