25 veel voorkomende tentamenvragen met antwoorden
o.b.v. Bedrijfseconomie in de praktijk Joost Bakker
5e editie 2021
Moeilijke versie - niet voor beginners
,Inhoud
Oefentoets NCOI Bedrijfseconomie 2025....................................................1
25 veel voorkomende tentamenvragen met antwoorden........................1
Inleiding in bedrijfseconomie...................................................................3
Financiering..............................................................................................3
Kosten en kostprijsberekening..................................................................4
Investeringsanalyse.................................................................................4
Budgettering en planning.........................................................................4
Financiële verslaglegging.........................................................................5
Liquiditeit en rentabiliteit.........................................................................5
Break-evenanalyse...................................................................................5
Werkkapitaalbeheer.................................................................................6
Risico en verzekering...............................................................................6
Kostenstructuren......................................................................................6
Strategisch management.........................................................................7
, Inleiding in bedrijfseconomie
1. Wat is het primaire doel van bedrijfseconomie en hoe verschilt
dit van algemene economie?
Antwoord: Het primaire doel van bedrijfseconomie is het ondersteunen
van besluitvorming binnen een organisatie om winstgevendheid en
continuïteit te waarborgen. Algemene economie richt zich daarentegen op
de werking van markten, macro-economische trends en relaties tussen
landen.
2. Noem en beschrijf kort de vier kerngebieden van
bedrijfseconomie.
Antwoord:
1. Financiering: Het aantrekken en beheren van kapitaal.
2. Investeringen: Beslissingen over kapitaalgoederen.
3. Kostenbeheersing: Het bewaken van kosten en efficiëntie.
4. Resultaatbepaling: Analyse van winst, verlies en prestaties.
Financiering
3. Wat is het verschil tussen eigen vermogen en vreemd
vermogen? Geef een concreet voorbeeld van elk.
Antwoord:
Eigen vermogen: Kapitaal ingebracht door de eigenaar(s), zoals
aandelenkapitaal.
Vreemd vermogen: Kapitaal geleend van externe partijen, zoals een
lening bij de bank.
4. Hoe bereken je de solvabiliteit van een bedrijf en wat zegt dit
over de financiële gezondheid?
Antwoord:
Formule: Solvabiliteit = (Eigen vermogen / Totale vermogen) ×
100%
Een hoge solvabiliteit (> 40%) betekent dat een bedrijf financieel gezond
is en minder afhankelijk van schulden.