PW1
Thema 1 Reguliere observatie
Reguliere observatie: observatie zonder aanleiding, gebruik je om een
kind te volgen in de ontwikkeling.
Kindvolgsysteem: informatiesysteem waarin je gegevens vastlegt over
de ontwikkeling, mogelijkheden en behoeften van kinderen.
Doel:
1. Zoveel mogelijk info verzamelen
2. Inspelen op behoeften van het kind
3. Ouders informeren
4. Inzicht geven in het welbevinden van de groep
Longitudinale observatie: volg je een kind gedurende een lange
periode.
Cross-sectional observatie: observeer meerdere kinderen tegelijk bij
hetzelfde onderdeel.
Je observeert de kinderen op verschillende gebieden:
1. Zelfredzaamheid: is het vermogen om zelfstandig dagelijkse
handelingen uit te voeren
2. Weerbaarheid: is het vermogen van een kind om voor zichzelf op te
komen en hoe het zich handhaaft in de groep.
3. Creativiteit: de manier waarop een kind experimenteert met dingen
en hoe het ontdekt op welke manier het om kan gaan met materiaal
en omgeving.
4. Taalontwikkeling: kijk naar woordenschat en zinsbouw, en led op
uitspraak van bepaalde klanken
5. Spelgedrag: manier waarop een kind met andere kinderen omgaat
6. Ontwikkeling van de motoriek: kijk naar grove en fijne motoriek van
het kind. Grove motoriek: grote bewegingen, Fijne motoriek: kleinere
bewegingen.
4 Observatie methoden
1. Focus op kinderen: informatie over welbevinden van de kinderen
Werkwijze: 1x per jaar gedurende enkele weken voer je observaties
uit. uitkomst bespreek je in het team.
Welbevinden: is de mate waarin je je op lichamelijk, geestelijk,
lichamelijk en sociaal gebied goed voelt.
2. Werken aan welbevinden: informatie op over het welbevinden
van kinderen in een groep.
Werkwijze: observatieformulieren en vragenlijsten.
3. Ontwikkeling volgmodel: longitudinaal observatiesysteem voor
het volgen van het gedrag en ontwikkeling van kinderen van 0 tot 13
, jaar. Kinderopvang en school, SBO. Allerlei aspecten van de
ontwikkeling.
Werkwijze: OVM is een continu observatie proces. Allerlei situaties,
lessen en activiteiten. Noteert veranderingen.
4. Ontluiking volg systeem baby’s en peuters: volgen de
ontwikkeling en het functioneren van jonge kinderen. Tijdig
signaleren van problemen. Van 0 tot 4 jaar.
Werkwijze: kijkt naar gebieden zoals: sociaal emotionele
ontwikkeling, zelfredzaamheid, speel en leer ontwikkeling enz.
5. ABC schema: ongewenst gedrag, het staat voor: De gebeurtenis
die de aanleiding is, gedrag en gevolg.
Werkwijze: voert het ABC schema in
6. Observeren met KIJK!: ontwikkeling van 0 tot 12 jaar in kaart
brengen en een daarbij horend ontwikkelingsgericht
activiteitenaanbod ontwerpen. Je observeert kinderen tijdens
activiteiten. Verwerkt ze 2x per jaar digitaal.
- Basisgegevens: is een kind vrij van emotionele belemmeringen?,
is het nieuwsgierig, ondernemend en onderzoekend?
Ontwikkelingsvoorsprong: wil zeggen een voorsprong van een halfjaar
op wat er verwacht mag worden. Ontwikkelingsachterstand is een
achterstand van een halfjaar op wat er verwacht mag worden.
Thema 10 Achterstanden en stoornissen
ontwikkelingsachterstand: als meerdere gebieden achterlopen
ontwikkelingsstoornis: lichamelijke of psychische aandoening waardoor de
ontwikkeling anders verloopt.
Motoriek:
- Moeite met knippen en plakken
- Slordig of heel langzaam schrijven
Spraak en taal
- niet brabbelen of laat verdwijnen van brabbelen
- geen imitatie of nadoen van de uitspraak
Sociale vaardigheden
- moeizaam contact met leeftijdsgenootjes
- afhankelijkheid
Leervermogen
- bang zijn om fouten te maken
- boosheid
- verdriet en teleurstelling omdat het vaak niet lukt
Groei
Thema 1 Reguliere observatie
Reguliere observatie: observatie zonder aanleiding, gebruik je om een
kind te volgen in de ontwikkeling.
Kindvolgsysteem: informatiesysteem waarin je gegevens vastlegt over
de ontwikkeling, mogelijkheden en behoeften van kinderen.
Doel:
1. Zoveel mogelijk info verzamelen
2. Inspelen op behoeften van het kind
3. Ouders informeren
4. Inzicht geven in het welbevinden van de groep
Longitudinale observatie: volg je een kind gedurende een lange
periode.
Cross-sectional observatie: observeer meerdere kinderen tegelijk bij
hetzelfde onderdeel.
Je observeert de kinderen op verschillende gebieden:
1. Zelfredzaamheid: is het vermogen om zelfstandig dagelijkse
handelingen uit te voeren
2. Weerbaarheid: is het vermogen van een kind om voor zichzelf op te
komen en hoe het zich handhaaft in de groep.
3. Creativiteit: de manier waarop een kind experimenteert met dingen
en hoe het ontdekt op welke manier het om kan gaan met materiaal
en omgeving.
4. Taalontwikkeling: kijk naar woordenschat en zinsbouw, en led op
uitspraak van bepaalde klanken
5. Spelgedrag: manier waarop een kind met andere kinderen omgaat
6. Ontwikkeling van de motoriek: kijk naar grove en fijne motoriek van
het kind. Grove motoriek: grote bewegingen, Fijne motoriek: kleinere
bewegingen.
4 Observatie methoden
1. Focus op kinderen: informatie over welbevinden van de kinderen
Werkwijze: 1x per jaar gedurende enkele weken voer je observaties
uit. uitkomst bespreek je in het team.
Welbevinden: is de mate waarin je je op lichamelijk, geestelijk,
lichamelijk en sociaal gebied goed voelt.
2. Werken aan welbevinden: informatie op over het welbevinden
van kinderen in een groep.
Werkwijze: observatieformulieren en vragenlijsten.
3. Ontwikkeling volgmodel: longitudinaal observatiesysteem voor
het volgen van het gedrag en ontwikkeling van kinderen van 0 tot 13
, jaar. Kinderopvang en school, SBO. Allerlei aspecten van de
ontwikkeling.
Werkwijze: OVM is een continu observatie proces. Allerlei situaties,
lessen en activiteiten. Noteert veranderingen.
4. Ontluiking volg systeem baby’s en peuters: volgen de
ontwikkeling en het functioneren van jonge kinderen. Tijdig
signaleren van problemen. Van 0 tot 4 jaar.
Werkwijze: kijkt naar gebieden zoals: sociaal emotionele
ontwikkeling, zelfredzaamheid, speel en leer ontwikkeling enz.
5. ABC schema: ongewenst gedrag, het staat voor: De gebeurtenis
die de aanleiding is, gedrag en gevolg.
Werkwijze: voert het ABC schema in
6. Observeren met KIJK!: ontwikkeling van 0 tot 12 jaar in kaart
brengen en een daarbij horend ontwikkelingsgericht
activiteitenaanbod ontwerpen. Je observeert kinderen tijdens
activiteiten. Verwerkt ze 2x per jaar digitaal.
- Basisgegevens: is een kind vrij van emotionele belemmeringen?,
is het nieuwsgierig, ondernemend en onderzoekend?
Ontwikkelingsvoorsprong: wil zeggen een voorsprong van een halfjaar
op wat er verwacht mag worden. Ontwikkelingsachterstand is een
achterstand van een halfjaar op wat er verwacht mag worden.
Thema 10 Achterstanden en stoornissen
ontwikkelingsachterstand: als meerdere gebieden achterlopen
ontwikkelingsstoornis: lichamelijke of psychische aandoening waardoor de
ontwikkeling anders verloopt.
Motoriek:
- Moeite met knippen en plakken
- Slordig of heel langzaam schrijven
Spraak en taal
- niet brabbelen of laat verdwijnen van brabbelen
- geen imitatie of nadoen van de uitspraak
Sociale vaardigheden
- moeizaam contact met leeftijdsgenootjes
- afhankelijkheid
Leervermogen
- bang zijn om fouten te maken
- boosheid
- verdriet en teleurstelling omdat het vaak niet lukt
Groei
