100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Tentamen (uitwerkingen)

Financiële markten en instellingen: Oplossing Examenvragen en Quiz en Extra Oefeningen

Beoordeling
4.3
(9)
Verkocht
16
Pagina's
64
Geüpload op
11-01-2020
Geschreven in
2019/2020

Dit document bevat de oplossing van alle 20 examenvragen FMI gepost op Canvas voor het academiejaar . De theorievragen uit deel 1 van het examen (Prof. Gielens) komen uit deze vragen. Ook vind je de meeste oplossingen van de Quizvragen die belangrijk zijn voor het examen. Extra oefeningen zijn basisoefeningen over Obligaties, Forward Rente, Spot Rates ,Equity en Derivaten Opm: Je zal eerst een uitgebreid antwoord terugvinden om zo de antwoord goed te verstaan, dan vind je een korter antwoord voor op het examen (enkel bij te lange antwoorden).

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
11 januari 2020
Aantal pagina's
64
Geschreven in
2019/2020
Type
Tentamen (uitwerkingen)
Bevat
Onbekend

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Lijst van mogelijke examenvragen: januari 2020



1. Mario Draghi, zijn opvolgster Christine Lagarde en de ECB hebben de doelstelling de inflatie
terug naar, maar licht onder, 2% te brengen. Ze doen dit door de geldhoeveelheid gigantisch
uit te breiden. Immers M.v = P. Q. Een van de middelen die ze hiervoor gebruikten was ook
de sterke verlaging van de rente. Maar als je de rente sterk verlaagt, rem je de aangroei van
geld af en dus schieten ze wat in de eigen voet. Leg deze stelling uit.
2. Tegenwoordig, met de opkomst van alle fintech spelers en alle nieuwe technologieën, hoor
je wel eens volgende stelling: “Banking is necessary, banks (as we know them today) are
not”. Bespreek deze stelling en gebruik de argumenten uit de cursus.
3. Bespreek de standaard instrumenten die de ECB ter beschikking heeft om de
geldhoeveelheid te beïnvloeden. Welke zijn dit? Leg bondig uit hoe ze werken. Duid aan
welke instrumenten actief, dan wel passief; direct of indirect zijn.
4. Waarom is regulatie van het banksysteem noodzakelijk en kan die regulering tot adverse
effecten leiden??
5. Wat is een depositogarantiestelsel; Wat is het nut van zo een stelsel? Werkt dit stelsel
perfect en wat als het door de overheid gegarandeerd wordt ? Gebruik ook de Doom loop in
je antwoord.
6. Bespreek volgende concepten: Basel III; SSM; SREP.
7. Bespreek SSM en SRM. Wat is het verschil in doelstelling tussen beide.
8. Welke type van transacties staan op de off balance van een bank geboekt? Is het belangrijk
naar die off balance te kijken wanneer je een kredietanalyse maakt van een bank? Motiveer
je antwoord.
9. Dit is de balans van het Belgische bankwezen




Bespreek aan de hand van deze balans de risico’s die inherent zijn aan bankieren. Gebruik
waar nodig ook de belangrijkste producten aan actief en passief zijde in je antwoord. Leg
deze producten bondig uit.

10. Bespreek de volgende termen: pensioenfondsen, venture capitalists en ICB’s.

,11. Leg uit: een repurchase agreement is een transactie die eigenlijk korte termijn rente tegen
lange termijn rente uitspeelt en waarbij er vanuit gegaan wordt dat de obligatiekoersen
tussen begin en einde van de transactie best niet “teveel” bewegen. Teken ook het
flowschema van een repo.

12. Zou het logisch zijn dat een subordinate obligatie een zelfde rating zou krijgen al de senior
uitgifte van hetzelfde bedrijf? Leg in je antwoord alle termen (subordinate, senior, rating)
uit. Wat zou je verwachten over de rente van deze twee obligaties? Welke zou logischerwijze
het hoogste moeten zijn?

13. Welke elementen bepalen de hoogte van de rente waartegen een obligatie naar de markt
wordt gebracht. Som ze op en bespreek ze.

14. Wat zijn een spot rente, een obligatie coupon, een swap rente en een forward rente?
Bespreek elk van deze concepten en wat zijn de verschillen tussen de verschillende
vergoedingen? Welke gebruik je om een discount factor te maken?

15. Wanneer ik mijn spot rentecurve ken, kan ik altijd een swaprente berekenen via “no
arbitrage” en “actuele waarde berekeningen”. Klopt dit? Hoe gaat dit dan in zijn werk? (hint:
wat is een swap? Wat ken je wanneer je de spotcurve hebt?)

16. Een bank heeft een lening verkocht zodat ze een vaste renteopbrengst van 5% krijgt. De bank
swapt die vaste rente onmiddellijk na het afsluiten van de lening weg via een swap. De vaste
swaprente staat op 4%. We gaan ervan uit dat het leningsbedrag constant op 100 blijft en
dat de rente jaarlijks betaald wordt. Geef grafisch de jaarlijkse renteflows weer die
overblijven voor de bank.

17. Neem twee spotrentecurves. De ene is veel steiler dan de andere zoals in onderstaande tabel
wordt weergegeven:


Jaar 1 Jaar 2
Curve 1 1% 2%
Curve 2 1% 4%

Leg uit waarom forward rente 1 jaar binnen 1 jaar volgens curve 1 veel lager zal liggen dan
volgens curve 2. Leg ook uit waarom 100 euro die je ontvangt op jaar 2 vandaag minder
waard is volgens curve 2 dan volgens curve 1.

18. Het is een marktgebruik om de een obligatieprijs te berekenen met een yield. Eigenlijk is de
actuele waarde van elke flow (coupon of kapitaal) die uit de obligatie voortkomt fout

, berekend op deze wijze. Waarom is dat? Hoe verandert je antwoord wanneer de rentcurve
vlak zou zijn (dus de rente is constant voor elke looptijd).



19. Er zijn twee verschillende bedrijven : een met een rating BBB en de andere met een rating A.
Het bedrijf met de laagste rating heeft al vaak obligaties uitgegeven en je kan voor hen dan
ook gemakkelijk een discount factor functie (alle discount factoren voor alle looptijden)
berekenen. Het bedrijf met de betere kredietkwaliteit wil nu ook een obligatie uitgeven op 5
jaar. Je moet voor dat bedrijf de coupon uitrekenen die ze zouden moeten betalen wanneer
ze aan pari willen uitgeven. Je gebruikt de discount factor functie van het lager gerate bedrijf
want de twee bedrijven zijn operationeel in hetzelfde land en in de zelfde sector. Welke
redeneerfout maak je? Moet de coupon van het A-bedrijf lager of hoger zijn dan de coupon
van het BBB-bedrijf?

20. Bespreek twee aspecten van de volgende stelling: informatie- asymmetrie staat centraal in
het landschap van financiële instellingen en geeft er vorm aan”.

,
,
,
,
,
$15.58
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 16 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Beoordelingen van geverifieerde kopers

7 van 9 beoordelingen worden weergegeven
2 jaar geleden

4 jaar geleden

4 jaar geleden

4 jaar geleden

4 jaar geleden

5 jaar geleden

4 jaar geleden

4.3

9 beoordelingen

5
4
4
4
3
1
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
daamstaar Vrije Universiteit Brussel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
128
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
89
Documenten
1
Laatst verkocht
6 maanden geleden

4.1

24 beoordelingen

5
11
4
9
3
2
2
0
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen