Samenvatting Polijsten en slijpen

Instrumenteren polijsten

Intrinsieke verkleuring: in de tand. Bijv. door een val. Bloeding in de pulpa.
Blauw/grijzige verkleuring in het element. Kan niet weg gepolijst worden

Extrensieke verkleuring: verkleuring op het element. Bijv. door roken, rode wijn,
zwarte thee/koffie. (koffie met melk geeft geen aanslag omdat melk bindt). Zit het er
niet te lang kan het verwijderd worden, als het er te lang zit wordt het een intrinsieke
verkleuring

3 redenen om te polijsten:
1. Glad oppervlak van de gebitselementen
2. Esthetisch oogpunt, verwijderen van extrinsieke verkleuringen
3. Als stimulans voor de patiënt

Materialen om te polijsten: polijsthoekstuk, verschillende cupjes (borsteltje, cupje
voor tussen de elementen in, normaal cupje, cupje voor tussen de fissuren),
polijstpasta (puimsteen, krijt, cleanpolish; grof, superpolish; minder grof)

Hoofdbestandsdelen polijstpasta: schuur-of slijpmiddeln, water en glycerine

Voorafgaand aan een sealant nooit met een oliehoudende polijstpasta polijsten,
maar met een soort poeder

Abrasivitiet; rda= relative dentin abrasion

(schema)

Selectief polijsten:
 Na plaque kleuring voor cariësdiagnostiek
 Na gebitsreiniging
 Alleen polijsten daar waar nodig is!

De techniek van het polijsten:
 Gemodificeerde pengreep
 Afsteunen
 Systematiek
 Laag toerental, 500-4000
 Lichte druk, korte intermitterende bewegingen
 Speekselzuiger
 Bril en mondmasker

Systematiek polijsten:
 Per kwadrant
 Distaal van de laatste molaar tot de mediaanlijn
 Oraal en vestibulair hebben dezelfde systematiek



Warmteontwikkeling: