100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Katern 2 vraag en aanbod

Rating
-
Sold
-
Pages
16
Uploaded on
07-09-2024
Written in
2024/2025

Alles wat je moet leren voor het schoolexamen en centraal examen economie van katern 2 vraag en aanbod. Boek: Pincode Het is een samenvatting van beide hoofdstukken van katern 2.

Level
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Uploaded on
September 7, 2024
Number of pages
16
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Katern 2




KATERN 2 VRAAG
EN AANBOD

,Katern 2



Hoofdstuk 1: Markt en vraag
1.1 De vraag in de markt

Markt: geheel van vraag en aanbod van een product of dienst.
Vraag  hoeveelheid producten die kopers/klanten/consumenten willen kopen.
Aanbod  hoeveelheid producten die verkopers/producenten willen verkopen.

Concrete markt  markt met een vaste en concrete ontmoetingsplaats waar vragers en aanbieders
elkaar ontmoeten zoals een winkel, rommelmarkt, kaasmarkt, postzegelmarkt, bloemenveiling en de
wekelijkse fruit- en groentemarkt.
Abstracte markt  markt zonder concrete ontmoetingsplaats waar vragers en aanbieders elkaar
ontmoeten zoals huizenmarkt, arbeidsmarkt, goudmarkt, oliemarkt en aandelenbeurs.

Het verschil tussen concrete markt en abstracte markt vervaagt door de komst van internetmarkten
zoals Marktplaats en Amazon  internetmarkten hebben kenmerken van een concrete markt maar
vragers en aanbieders ontmoeten elkaar niet fysiek (in levenden lijve) en niet op hetzelfde moment dus
zijn het abstracte markten.

Betalingsbereidheid  het maximale bedrag dat een koper wil betalen voor een product.
Voor verkopers/producenten is naast de betalingsbereidheid ook de afzet en de omzet belangrijk.
Afzet  het aantal verkochte producten  is zelfde als qv
Omzet  het verkochte producten (afzet = qv) x de prijs per product.


Individuele vraaglijn/vraagcurve  geeft het verband aan tussen de prijs (p) van een product en de
gevraagde hoeveelheid (qv) van 1 consument/koper.

Voorbeeld vraagfunctie  voorbeeld qv = -1,5p + 750
 qv = gevraagde hoeveelheid van een product
 p = prijs van een product
 750 is de gevraagde hoeveelheid die niet van prijs afhangt.
 -1,5  a is de gevraagde hoeveelheid die wel van prijs afhangt
o Negatief getal  als prijs stijgt, daalt de vraag naar het product.
o Er is negatief verband tussen prijs en vraag  dalende lijn.

Zo teken je de individuele vraaglijn/vraagcurve van een consument:

1. Noteer de vraagformule  qv = -1,5p + 750
2. Bereken qv als p = 0  qv = -1,5 . 0 + 750  qv = 750
3. Bereken p als qv = 0  0 = -1,5p +750  -750 = -1,5p  p = -750 : -1,5 = 500
 Dit is de maximale prijs die de consument wil betalen.
4. Teken de snijpunten  op de x-as de qv en op de y-as de p  (qv, p) (750,0) en (0,500)
5. Teken de vraaglijn.




Collectieve vraaglijn/vraagcurve  geeft het verband aan tussen de prijs (p) van een product en de
gevraagde hoeveelheid (Qv) van meerdere consumenten/kopers.

 Bij de collectieve vraaglijn/vraagcurve gebruik je de hoofdletter Q dus Qv.
 Je tekent de collectieve vraaglijn/vraagcurve door bij 2 prijzen de collectieve vraag te berekenen
door alle vraag van de consumenten/kopers bij elkaar optellen.
 Zie voorbeeld blz. 13
 Zie vraag 8

, Katern 2




1.2 De vraag verandert

Niet alleen de prijs heeft invloed op de collectieve vraag.
Dit zijn de 5 vraagfactoren die de collectieve vraag bepalen.

1. Prijs
 Als de prijs daalt, dan neemt de vraag toe.
 Als de prijs stijgt, dan neemt de vraag af.

2. Het inkomen van consumenten  als mensen een hoger inkomen hebben en dus meer
te besteden hebben, zullen de betalingsbereidheid en de vraag toenemen.
Bij een lager inkomen neemt de vraag en betalingsbereidheid af.
3. De prijs van andere goederen zoals substitutiegoederen en complementaire
goederen.
 Substitutiegoederen  producten die andere producten kunnen
vervangen  voorbeelden zijn koffie/thee en tablet/laptop.
 Als het ene product goedkoper wordt (tablet), zal de vraag naar dit
product (tablet) stijgen en de vraag naar het andere product dalen
(laptop).
 Als het ene product duurder wordt (tablet), zal de vraag naar dit
product ( tablet) dalen en de vraag naar het andere product stijgen
(laptop).
 Complementaire goederen  zijn goederen of diensten die elkaar
aanvullen  voorbeelden zijn telefoons/abonnementen en printers/inkt.
 Als het ene product (inkt) duurder wordt, zal de vraag naar beide
producten (inkt en printers) dalen.
 Als het ene product (inkt) goedkoper wordt, zal de vraag naar beide
producten (inkt en printers) stijgen.
4. De voorkeuren van consumenten  de voorkeuren van consumenten veranderen in de
loop van tijd  door promotie van productie en diensten in tv-programma’s veranderen de
voorkeuren van consumenten.
5. Het aantal consumenten  zijn er bijvoorbeeld minder baby’s geboren worden, dan zullen
er ook minder luiers gevraagd worden  bij meer asielzoekers zal de vraag naar huurhuizen
stijgen.


Verschuiving van vraaglijnen
 Verandering van de prijs van het product heeft een verschuiving op de vraaglijn tot gevolg.
o Als de prijs daalt, dan neemt de gevraagde hoeveelheid toe.
o Als de prijs stijgt, dan neemt de gevraagde hoeveelheid af.
 Als niet de prijs, maar een van de andere vraagfactoren verandert dan heb je een verschuiving
van de hele vraagcurve naar links of naar rechts.
o De hoogte van het inkomen  is een verschuiving van de vraaglijn (naar recht of links).
o De behoeften en voorkeuren van consumenten  is een verschuiving van de vraaglijn
(naar rechts of links).
o De prijs van andere producten  is een verschuiving van de vraaglijn (naar rechts of
links).
o Zie figuren 13a en 13b op blz. 25
$7.23
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
RedouanTaibi Academie voor Geesteswetenschappen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
110
Member since
5 year
Number of followers
62
Documents
22
Last sold
4 weeks ago

4.1

18 reviews

5
11
4
3
3
1
2
0
1
3

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions