PROTOCOL ASSESSMENT PERFORMANCE MANAGEMENT
Methodieken Performance Management Algemeen
Kennis basisbegrippen performance management
Wat is performance management?
Het identificeren, meten en ontwikkelen van prestaties (individuen & teams) en
deze richten op de strategische doelen.
Stappen prestatiemanagement
1. Vaststellen van de missie (extern), visie (intern) & strategie van de organisatie;
2. Identificeren van zoekvelden (kritieke succesfactoren) = strategisch
informatieplan;
3. Bepalen van prestatie-indicatoren per afzonderlijk zoekveld;
4. Het voorzien van prestatieindicatoren van een targetwaarde (norm)
5. Opnemen van de gekozen set prestatie-indicatoren (=meetplan)
6. Het uitzetten van activiteiten in de verschillende organisatie-onderdelen;
7. Het rapporteren van de indicator-standen en de trendmatige ontwikkelingen
daarvan;
8. Bijsturing van de organisatie (=actieplan)
Kennis cockpitmethodiek
Stappen ontwikkeling en organisatiecockpit
1. Informatieplan: ontwikkelen visie, bepalen strategische doelen
(=besturingsopgave) & zoekvelden (=succesfactor).
Doel: afstemmen binnen managementteam
2. Meetplan: indicatoren ontwikkelen voor strategische doelen &zoekvelden +
werkwijze.
3. Besturingsmodel en verantwoordelijkheden
Doel: inhoud geven aan de sturingsniveaus, de afstemming tussen de niveaus en
de bevoegdheden per niveau in relatie tot besturing.
4. Procedure afspraken
Doel: opleveren van een procedure voor totstandkoming.
5. Actieplan
Doel: invoeren van de eerste organisatiecockpit ervaring opdoen &
evalueren.
6. Stimuleren tot prestaties
Doel: zorgen voor verankering in de organisatie.
, Informatieplan
Laat zien over welke onderwerpen we na meting informatie gaan
verstrekken.
De zoekvelden vormen het informatieplan. Het bevat de onderwerpen die je moet
meten om de organisatie goed te kunnen besturen (strategisch, tactisch en
operationeel).
Missie, visie, strategie:
Een organisatie kan geen strategisch informatieplan opstellen als het ‘wat’ (missie
en strategische doelstellingen) en het ‘hoe’ (strategie) niet zijn bepaald.
Missie: definieert het bestaansrecht & identiteit van een organisatie. Je geeft aan
wie je bent, wat je doet & wat je wilt bereiken. ‘Waarom’.
Visie: visionaire en ambitieus beeld van wat de organisatie wil zijn. Kijken naar de
wereld en toekomst & beschrijf je de gewenste droomsituatie (kijkt naar
ontwikkelingen)
Strategie: manier waarop middelen worden ingezet om doelen te bereiken.
Hieruit is de huidige situatie gevormd door middel van de processen. SIPOC =
suppliers (leveranciers), input, proces, output & customers.
Toelichting voor Crowne Plaza:
Suppliers: Schoonmaakmiddelen, planningen, textielbeheer (Rentex; bedlinnen,
handdoeken). Je wilt deze suppliers weten zodat je snel in het proces kunt
ingrijpen op fouten, zoals roze handdoeken ipv witte handdoeken. Om fouten te
voorkomen kun je het beste een opslag hebben met reserve handdoeken.
Input: Voorraadkast is nodig voor de input van materialen. Mensen zijn ook de
input voor het proces.
Process: Vullen van de trolley (beddengoed, handdoeken, schoonmaakmiddelen)
à kamers schoonmaken (bedlinnen controleren, badkamer dweilen, wc poetsen)
Output: schone kamer en badkamer. Output van de tussentijdse schoonmaak is
anders, dus een ander eindproduct. Bij tussentijdse schoonmaak kan het bed
anders zijn opgemaakt dan bij de grote schoonmaak.
Customers: Dit zijn de business- en leisuregasten.
Business balanced scorecard / 4 perspectieven:
Klant, intern perspectief, financieel en innovatie (kifi). De strategie staat in het
midden. Het is een techniek waarmee de prestaties van de organisatie op een
evenwichtige manier kunnen beoordelen. Deze is belangrijk omdat je dan weet wat
je strategische doel is. Bijvoorbeeld snoepjesfabriek wil vernieuwen, bijvoorbeeld
aardbeienijsjes dan kun je kijken op al deze gebieden. Heeft hierop effect. Intern
perspectief (andere instructies geven). Daarmee dek je een deel van je
bedrijfsvoering af.
Zoekvelden / Kritieke succesfactoren:
Methodieken Performance Management Algemeen
Kennis basisbegrippen performance management
Wat is performance management?
Het identificeren, meten en ontwikkelen van prestaties (individuen & teams) en
deze richten op de strategische doelen.
Stappen prestatiemanagement
1. Vaststellen van de missie (extern), visie (intern) & strategie van de organisatie;
2. Identificeren van zoekvelden (kritieke succesfactoren) = strategisch
informatieplan;
3. Bepalen van prestatie-indicatoren per afzonderlijk zoekveld;
4. Het voorzien van prestatieindicatoren van een targetwaarde (norm)
5. Opnemen van de gekozen set prestatie-indicatoren (=meetplan)
6. Het uitzetten van activiteiten in de verschillende organisatie-onderdelen;
7. Het rapporteren van de indicator-standen en de trendmatige ontwikkelingen
daarvan;
8. Bijsturing van de organisatie (=actieplan)
Kennis cockpitmethodiek
Stappen ontwikkeling en organisatiecockpit
1. Informatieplan: ontwikkelen visie, bepalen strategische doelen
(=besturingsopgave) & zoekvelden (=succesfactor).
Doel: afstemmen binnen managementteam
2. Meetplan: indicatoren ontwikkelen voor strategische doelen &zoekvelden +
werkwijze.
3. Besturingsmodel en verantwoordelijkheden
Doel: inhoud geven aan de sturingsniveaus, de afstemming tussen de niveaus en
de bevoegdheden per niveau in relatie tot besturing.
4. Procedure afspraken
Doel: opleveren van een procedure voor totstandkoming.
5. Actieplan
Doel: invoeren van de eerste organisatiecockpit ervaring opdoen &
evalueren.
6. Stimuleren tot prestaties
Doel: zorgen voor verankering in de organisatie.
, Informatieplan
Laat zien over welke onderwerpen we na meting informatie gaan
verstrekken.
De zoekvelden vormen het informatieplan. Het bevat de onderwerpen die je moet
meten om de organisatie goed te kunnen besturen (strategisch, tactisch en
operationeel).
Missie, visie, strategie:
Een organisatie kan geen strategisch informatieplan opstellen als het ‘wat’ (missie
en strategische doelstellingen) en het ‘hoe’ (strategie) niet zijn bepaald.
Missie: definieert het bestaansrecht & identiteit van een organisatie. Je geeft aan
wie je bent, wat je doet & wat je wilt bereiken. ‘Waarom’.
Visie: visionaire en ambitieus beeld van wat de organisatie wil zijn. Kijken naar de
wereld en toekomst & beschrijf je de gewenste droomsituatie (kijkt naar
ontwikkelingen)
Strategie: manier waarop middelen worden ingezet om doelen te bereiken.
Hieruit is de huidige situatie gevormd door middel van de processen. SIPOC =
suppliers (leveranciers), input, proces, output & customers.
Toelichting voor Crowne Plaza:
Suppliers: Schoonmaakmiddelen, planningen, textielbeheer (Rentex; bedlinnen,
handdoeken). Je wilt deze suppliers weten zodat je snel in het proces kunt
ingrijpen op fouten, zoals roze handdoeken ipv witte handdoeken. Om fouten te
voorkomen kun je het beste een opslag hebben met reserve handdoeken.
Input: Voorraadkast is nodig voor de input van materialen. Mensen zijn ook de
input voor het proces.
Process: Vullen van de trolley (beddengoed, handdoeken, schoonmaakmiddelen)
à kamers schoonmaken (bedlinnen controleren, badkamer dweilen, wc poetsen)
Output: schone kamer en badkamer. Output van de tussentijdse schoonmaak is
anders, dus een ander eindproduct. Bij tussentijdse schoonmaak kan het bed
anders zijn opgemaakt dan bij de grote schoonmaak.
Customers: Dit zijn de business- en leisuregasten.
Business balanced scorecard / 4 perspectieven:
Klant, intern perspectief, financieel en innovatie (kifi). De strategie staat in het
midden. Het is een techniek waarmee de prestaties van de organisatie op een
evenwichtige manier kunnen beoordelen. Deze is belangrijk omdat je dan weet wat
je strategische doel is. Bijvoorbeeld snoepjesfabriek wil vernieuwen, bijvoorbeeld
aardbeienijsjes dan kun je kijken op al deze gebieden. Heeft hierop effect. Intern
perspectief (andere instructies geven). Daarmee dek je een deel van je
bedrijfsvoering af.
Zoekvelden / Kritieke succesfactoren: