1.1 Economische mondialisering
Globalisering:
Landen zoeken elkaar op en sluiten verdragen om meer met elkaar samen te werken. Het
heeft effect op:
-De economische groei
-De werkgelegenheid
-De productie
-De arbeidsproductiviteit
-De lonen
-De innovatie
WTO: Wereldhandelsorganisatie
- Stimuleert de samenwerking van landen.
Proces economische globalisering:
1. Groeiende indernationale handel en directe buitenlandse inversteringen
2. Toegenomen betekenis van multinationals (Bedrijven die hun bedrijf in meerdere landen
heeft)
Directe buitenlandse inversteringen: DBI
- Vinden plaats wanneer een bedrijf direct investeert in de productie in een ander land.
Bijvoorbeeld: Door een bedrijf te starten of door een lokaal bedrijf over te nemen.
● Door vooruitgang in transporttechnologie werd het makkelijker om snel ergens te
komen.
● De communicatietechnologie is een gevolg van de digitale revolutie
● De wereld lijkt kleiner geworden, dit noem je tijd-ruimtecompressie
Voor en nadelen van globalisering:
Voor:
- We kunnen producten uit heel de wereld kopen daardoor is er meer keuze en zijn de
producten goedkoper(Vrijhandel)
, - Er is werkgelegenheid gekomen in landen waar eerder gebrek aan was. Doordat
multinationals bedrijven verplaatsen naar een land waar de productie het goedkoopst is.
- De economie is gegroeid
Nadelen:
-Werkgelegenheid verdwijnt door verplaatsing van werk
-Door vervoer is er veel milieuvervuiling
-kloof tussen arm en rijk
Afwenteling in ruimte en tijd:
- (Milieu)problemen worden verplaatst naar andere gebieden en toekomstige generaties.
Een wereldwijde verschuiving:
In de tweede helft van de van de 20ste eeuw verschoof het economische zwaartepunt in de
wereld. Er is sprake van global shift. Er ontstaan drie handelsgebieden: triade. Na de
tweede WO is de wereldeconomie snel gegroeid. De ontwikkeling van semi-periferie-landen
die hoger gekwalificeerd werk gaan doen: nieuwe internationale arbeidsverdeling.
Global Shift: Het verschuiven van het economische zwaartepunt op de wereld.
Productieketen van multinationals:
Multinationals breken fabriekswerk op in productieketen, op deze manier is de productie
het goedkoopst, dit noem je internationale arbeidsverdeling. De hoofdkantoren staan nog
wel altijd in de economische kerngebieden. Multinationals plaatsen hun fabrieken in het land
met de goedkoopste arbeidskrachten. Hun zakelijke afdeling in het land met het gunstigste
belastingtarief. Het hoofdkantoor plaatsen ze in waar de meeste klanten zijn. Er is sprake
van outsourcing.
Productieketen: De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van
grondstof tot eindproduct.
Outsourcing: Het verplaatsen van werkzaamheden naar een andere persoon of een ander
bedrijf.
Internationale arbeidsverdeling: De verdeling van het werk over verschillende landen.
Reshoring: Het terughalen van bedrijfsactiviteiten naar het thuisland of het bewust
behouden van bedrijfsactiviteiten in het thuisland.